vrijdag 3 juli 2020

Een beeldenstorm waart over de wereld

— In Oekraïne wordt een standbeeld van Lenin omvergetrokken. Lenin (rechts met kat) had dat niet meer dan gepast gevonden. —

Slechte tijd voor standbeelden. In Amerika en Engeland trekken ze beelden van slavendrijvers omver, in België moet Leopold II het ontgelden en in Oekraïne halen ze Stalin en Lenin van de sokkel. Wat Leopold ervan zou denken, weet ik niet, maar ’t is wel zeker dat Lenin de beeldenstorm had toegejuicht. Ook als het standbeelden van hemzelf betreft? Vooral die, ja. 
In 1918 ontsnapt Lenin aan een moordaanslag. De Russen zien er een aanslag op hun revolutie in en van de weeromstuit wordt Lenin alom bejubeld. Veel lof, vooral van bolsjewistische leiders zoals Zinovjev, is quasi-mystiek. ‘Beschamend om lezen’, zegt Lenin. Hij verzoekt zijn maten daarmee op te houden. Als hij in 1920 vijftig wordt, organiseren diezelfde maten een bijeenkomst waarop velen met elkaar wedijveren om zijn lof te zingen. Lenin zorgt ervoor dat hij de zaal pas binnenkomt als de toespraken voorbij zijn, zodat hij er niet naar moet luisteren. Hij uit zijn ergernis en stelt botweg voor om persoonlijke jubilea ‘in de toekomst op een geschiktere manier te vieren’.
Dat is wel buiten Stalin gerekend, niet dat die bij aanvang de enige architect van de cultus is. Wanneer Lenin in 1924 sterft, neemt Zinoviev het voortouw in de officiële verering. Het betreft een bewuste strategie om het volksverdriet te kanaliseren in de strijd van Zinovjev, Kamenev en Stalin tegen Trotski. Instellingen en steden worden naar Lenin genoemd: Petrograd wordt Leningrad en Lenins beeld verschijnt op pakjes sigaretten, kopjes en koekjes. Nieuwe biografieën creëren een mythe. Eerdere memoires worden verfraaid, dat wil zeggen vervalst. Het zwaartepunt van de cultus is het gebalsemde lichaam van Lenin in een mausoleum op het Rode Plein.
Er is meteen oppositie tegen de cultus. Lenins zussen, Maria en Anna, en zijn broer, Dimitri, hebben kritiek op de verhalen die Lenin idealiseren en ze zijn tegen het balsemen van diens lichaam. Trotski is verontwaardigd over het besluit om het lichaam tentoon te stellen, Kamenev vindt het niet-marxistisch, terwijl Boecharin het ronduit beledigend voor Lenin vindt. De revolutionaire dichter Majakovski hekelt de handel in Lenin-kitsch. Krupskaya, Lenins weduwe, schrijft dat haar man niet geëerd moet worden door balseming, maar door het bouwen van kinderdagverblijven, kleuterscholen, huizen en scholen. Ze zet haar protest voort door nooit het mausoleum te bezoeken. Met de politieke nederlaag van Trotski in 1926 wordt de cultus echter gevestigd en gereguleerd. Maar dat Lenin de huidige beeldenstorm genegen zou zijn, is zeker, ook als het zijn eigen beelden betreft.

Het einde is nabij
nu ook op youtube!



Geen opmerkingen: