maandag 27 juli 2020

Patti Smith en de sjamanistische traditie

— De revolver waarmee Paul Verlaine
 in 1873 op Arthur Rimbaud schoot.
Ik zie dat het artefact in 2016 
geveild werd: 434.500 euro. —

In ‘Beneden, boek waarin de surrealistische kunstenares Leonora Carrington haar ervaringen in de psychiatrie beschrijft, staat een inleiding van Marina Warner: ‘De als angstaanjagend geschetste ervaringen (…) zijn tevens sjamanistische zijnstoestanden (…) Dankzij die visioenen in ‘Beneden’ heeft Leonora Carrington haar plek verdiend tussen illustere verlichte geesten als William Blake, Rimbaud, Aldous Huxley, Bob Dylan en recentelijk ook Patti Smith.’
Sjamanisme en kunst, er zijn er wel meer die de connectie maken, Alan Moore bijvoorbeeld: ’Magie, in z’n vroegste vorm, wordt vaak omschreven als "de kunst". Ik meen dat dit volkomen letterlijk is, en dat kunst — of het nu literatuur is, muziek, beeldhouwen of wat dan ook — de wetenschap is van het manipuleren van symbolen, woorden of beelden, om bewustzijnsveranderingen te veroorzaken. En ik geloof dat dit de reden is waarom een kunstenaar of schrijver in de huidige wereld het best te vergelijken is met een sjamaan.’
Bob Dylan zal dat etiket wellicht afwimpelen, zeggend dat hij gewoon a song- and danceman is, een zang- en dansman, een variétéartiest dus. Maar ik denk dat Patti Smith de omschrijving genegen is, dat het bij haar inderdaad om bewustzijnsverandering gaat. En we mogen vermoeden dat de stamboom die Warner opmaakt (William Blake, Rimbaud, Aldous Huxley, Bob Dylan) Patti’s zegen krijgt. Ze maakt hier overigens ook zo’n lijstje, met treffende overeenkomsten: Jean Genet, Albert Camus, Frida Kahlo, Allen Ginsberg, William Blake, Arthur Rimbaud. 
Hoezo Arthur Rimbaud? Rekent die zichzelf tot die gilde? Zo lijkt het wel: ‘Het leven, dat moet anders, want achter de gewone wereld van alledag, schuilt een andere, onbekende werkelijkheid en die kan enkel ontdekt worden via de poëzie. De dichter moet daartoe ziener worden en dat kan pas door het ontregelen van alle zintuigen en het vinden van een nieuwe taal. Het is dus niet de dichter zelf die van belang is; in de dichter zit een genie, een vreemde, die via het ‘ik’ van de dichter kan spreken. Met andere woorden: Ik is een ander.’ (°)
Patti Smith bezingt haar vermeend 'sjamanistische' voorgangers met respect; Rimbaud bijvoorbeeld in Rimbaud and Verlaine in Stuttgart, William Blake in My Blakean Year. Maar wat mij vooral aan sjamanisme laat denken is deze opvallende praktijk: ze laat geen kans voorbijgaan om artefacten op te zoeken die aan haar voorgangers refereren, ze hecht daar veel belang aan, ook aan het aanraken ervan: de revolver waarmee Paul Verlaine op Rimbaud schiet, een boekje waarin William Blake notities heeft gemaakt (‘Ze lieten me er zelfs een wijle alleen mee.’)… Amuletten, fetisjen, talismannen… artefacten waarmee een sjamaan wel raad weet.

(°) Lettre du voyant, brief aan Paul Demeny, 1871.

'Mijn vriendin Delphine Lecompte' 
op youtube: