| Pieter Lastman. Jonah and the Whale⇲. Olieverf op eikenhout. Barokschilderij (1621, 360 mm h x 521 mm breed). |
‘Er bestaat geen twijfel over dat Miller zelf in de walvis zit. Al zijn beste en meest karakteristieke passages zijn geschreven vanuit het perspectief van Jona, een gewillige Jona. Niet dat hij bijzonder introvert is – integendeel. In zijn geval is de walvis transparant. Alleen voelt hij geen impuls om het proces dat hij doormaakt te veranderen of te controleren. Hij heeft de essentiële Jona-daad volbracht: zich laten opslokken, passief blijven en accepteren.’
Miller en Orwell kenden elkaar, ze ontmoetten elkaar in 1936, ik postte daarover Henry & George, een ontmoeting in Parijs. Tijdens die ontmoeting confronteerden ze hun tegengestelde houding ten aanzien van 'het wereldgebeuren'. Dit is hoe Orwell in 1940 Millers houding beoordeelt:
‘Het is een vorm van quietisme (…) De houding is "Je m'en fous" (…) Maar is dit in een tijd als de onze een verdedigbare houding?’ [Terwijl Orwell deze woorden schrijft gaat de Tweede Wereldoorlog van start.] 'Het lijkt daarom waarschijnlijk dat in de resterende jaren van de vrije meningsuiting elke roman die de moeite waard is om te lezen, min of meer de lijn zal volgen die Miller heeft gevolgd – ik bedoel niet qua techniek of onderwerp, maar qua impliciete visie. De passieve houding zal terugkeren, en wel bewuster passief dan voorheen. Vooruitgang en reactie zijn beide bedrog gebleken. Blijkbaar rest er niets anders dan quietisme.’ (…)
Orwell herkent in anarchist Miller ‘een volkomen negatieve, onconstructieve, amorele schrijver, een simpele Jona, een die het kwaad passief aanvaardt.’ Waarna hij aantoont dat zijn politieke oordeel geenszins zijn literaire oordeel in de weg staat: ‘Naar mijn mening is dit de enige fantasierijke prozaschrijver van enige waarde die zich de afgelopen jaren aan de Engelstalige bevolking heeft getoond.’
Flor Vandekerckhove
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten