STEL: je bent beeldend kunstenaar èn antikapitalist. Misschien hou je die twee gescheiden en valt dat antikapitalisme niet uit je kunstpraktijk af te leiden. Je schildert bijvoorbeeld indrukwekkende stillevens die vlot hun weg naar de huiskamer van kunstminnend Vlaanderen vinden, en ’s zondags kleed je je in ’t zwart en ga je in Brussel winkelruiten kapotslaan. Moet kunnen. Maar misschien ben je een ander soort mens en wil je antikapitalisme en kunst met elkaar verbinden.
De activistische fotograaf Nan Goldin is zo iemand. Haar foto’s getuigen van engagement, maar je kunt die foto’s wel op de kunstmarkt kopen. Het antikapitalisme kan zich dus ook ‘in de winkel’ uiten. Marcel Duchamp deed het toen hij onder pseudoniem een urinoir indiende voor een tentoonstelling. In de jaren zestig en zeventig is er ook soortgelijk werk van Marcel Broodthaers, Daniel Buren en Hans Haacke. Dat kan ver gaan: de in Brugge geboren Jean Tosche en diens Guerrilla Art Action Group, bij uitbreiding de Art Workers' Coalition en later de Guerrilla Girls bieden voorbeelden van erg verregaande institutionele kritiek.
Je kunt ook buiten het kunstcircuit werken, naar het voorbeeld van artistieke avant-gardes: futurisme, dadaïsme, constructivisten, suprematisten, surrealisten, Fluxus ook. In Theory of the Avant-Gardes analyseert Peter Bürger hun praktijken. De Situationistische Internationale werkte de breuk met de kunstmarkt theoretisch uit.
Anderen doen de twee. Ze werken zowel binnen als buiten de kunstmarkt, geval per geval kiezend, reagerend op opportuniteiten, financieringsbronnen en tentoonstellingen. Een aantal streetartists van de Guerrila art valt daaronder. Van bijvoorbeeld de geëngageerde streetartist Bansky is evengoed werk op de straatmuur te zien als op de kunstmarkt te vinden.
Intussen vraag je je af waarom ik dat alles vertel. Wel ’t komt doordat ik On the Conditions of Anti-Capitalist Art gelezen heb, tekst van kunstcriticus Gene Ray, met als ondertitel Radical Cultural Practices and the Capitalist Art System. Ferme boterham, ik ben er enige tijd zoet mee geweest. Ik dacht: laat me dat eens in een leuke tekst samenvatten. Ik zie nu dat het me niet helemaal gelukt is. ’t Is in 'de schrijverij' niet anders dan in 'de schilderij' hé, je zit er niet elke keer boenk! bovenop.
Flor Vandekerckhove⇲
De activistische fotograaf Nan Goldin is zo iemand. Haar foto’s getuigen van engagement, maar je kunt die foto’s wel op de kunstmarkt kopen. Het antikapitalisme kan zich dus ook ‘in de winkel’ uiten. Marcel Duchamp deed het toen hij onder pseudoniem een urinoir indiende voor een tentoonstelling. In de jaren zestig en zeventig is er ook soortgelijk werk van Marcel Broodthaers, Daniel Buren en Hans Haacke. Dat kan ver gaan: de in Brugge geboren Jean Tosche en diens Guerrilla Art Action Group, bij uitbreiding de Art Workers' Coalition en later de Guerrilla Girls bieden voorbeelden van erg verregaande institutionele kritiek.
Je kunt ook buiten het kunstcircuit werken, naar het voorbeeld van artistieke avant-gardes: futurisme, dadaïsme, constructivisten, suprematisten, surrealisten, Fluxus ook. In Theory of the Avant-Gardes analyseert Peter Bürger hun praktijken. De Situationistische Internationale werkte de breuk met de kunstmarkt theoretisch uit.
Anderen doen de twee. Ze werken zowel binnen als buiten de kunstmarkt, geval per geval kiezend, reagerend op opportuniteiten, financieringsbronnen en tentoonstellingen. Een aantal streetartists van de Guerrila art valt daaronder. Van bijvoorbeeld de geëngageerde streetartist Bansky is evengoed werk op de straatmuur te zien als op de kunstmarkt te vinden.
Intussen vraag je je af waarom ik dat alles vertel. Wel ’t komt doordat ik On the Conditions of Anti-Capitalist Art gelezen heb, tekst van kunstcriticus Gene Ray, met als ondertitel Radical Cultural Practices and the Capitalist Art System. Ferme boterham, ik ben er enige tijd zoet mee geweest. Ik dacht: laat me dat eens in een leuke tekst samenvatten. Ik zie nu dat het me niet helemaal gelukt is. ’t Is in 'de schrijverij' niet anders dan in 'de schilderij' hé, je zit er niet elke keer boenk! bovenop.
Flor Vandekerckhove⇲
Wij, met zand in onze schoenen is een memoir (25 bladzijden), waarin ik terugdenk aan de weg die beeldend kunstenaar Luc Martinsen
en ik afgelegd hebben, sinds onze eerste ontmoeting in 1988. Ik schreef dat boekje als een symfonie, een muziekstuk in drie delen, dat na het tweede deel onderbroken wordt door een interludium en afsluit met een coda. In de beste traditie van De Weggeefwinkel is ook Wij, met zand in onze schoenen gratis. U hoeft er alleen om te vragen. Mocht u interesse hebben, mail naar liefkemores@telenet.be⇲. (Vermeld 'Zand' en zeg 'pdf' of 'epub'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten