vrijdag 28 november 2025

Joop Waasdorp vertelt waarlijk àlles

Foto inzet: Joop Waasdorp (°1917 - 1988†)


Joop Waasdorp (°1917 - 1988†) wordt me aangeraden door A.L. Snijders die in 2015 twee ZKV’s aan hem wijdt: ‘(…) zo’n schrijver mag toch niet vergeten worden.’ Ik haal de verzamelde verhalen in huis (°) en leer vooral dat Waasdorp in zijn vertellingen àlles vertelt, echt àlles.
Dat àlles vertellen valt me, eerlijk gezegd, ietwat tegen, en dat gebeurt meteen al in het openingsverhaal, St. Helena, waarin hij vijf hoofdstukjes nodig heeft om werkelijk àlles over elk van de bewoners te vertellen. Soms levert dat wel goede zinnen op: ‘Zondags kwam er weleens een schoongewassen toerist in een slecht huurbootje aan de punt van het eiland om tussen die grafstenen rond te scharrelen op zoek naar de laatste rustplaats van een, wel, het zal een grootvader zijn geweest.’  Dat de toerist ‘schoongewassen’ is en het huurbootje ‘slecht’ bakent hem af van de bewoner die weet dat het belangrijker is een goed bootje te hebben dan je schoon te wassen. En ‘wel, het zal een grootvader zijn geweest’ vat het dedain samen waarmee zo’n toeristische bezigheid er bekeken wordt. Het àlles vertellen gaat door in het tweede verhaal, Het naakte leven, waar Waasdorp het eerste hoofdstukje afsluit met het mooie ‘De avond neemt mij in vredige zachte armen, te zamen met het lege bonenblikje in de hoek.’ Voor de betere keuken moet je daar niet zijn. Da’s wel een mooie zin, maar heb je dan ook 19 hoofdstukjes nodig? Komt het hierdoor? ‘Ik ben uitsluitend gaan schrijven om geld te verdienen,’ Meer woorden, meer centen? Dan ben ik toch meer voor Hemingways ijsbergtheorie, zoals ik die demonstreer in Bij elke blaffer past een Marlies Dekkers-schouderholster
Ik ga bij Waasdorp op zoek naar iets wat korter is: De revolutie zonder aanhang. Waasdorp beschrijft op licht surrealistische wijze zijn kindertijd: ‘Het oude huis was een krakend buffet, waarin mijn broer en ik wetteloos leefden.’ Zelfopvoeding: ‘Wij kenden het leven terdege. Met het onderwijs hadden wij geen grote strubbelingen gehad. Zes jaar lang hadden wij rustig in een oud dik boek over het leven van Puccini zitten lezen en niemand in de klas had last van ons gehad.’ De revolutie waarover de titel spreekt, wil maar niet komen: ‘Mijn broer was somber. Hij zat dagenlang in een groene crapaud en staarde naar buiten, waar nog een vaalbruine schemer hing. "Alles gaat op de oude toer verder," zei hij neerslachtig."Men leeft met vreugde."’ Prachtig! En kort ook.
Flor Vandekerckhove

(°) Joop Waasdorp. De Verhalen. 2013. Uitg. J.M.Meulenhoff. In dbnl staan twee lange, goedgeschreven besprekingen van het werk van Waasdorp, beide van Eddy Mielen: De kunst van Joop Waasdorp en Een verkenning van het werk van Joop Waasdorp. Ook in dbnl: een bespreking van Bert Beene: Joop Waasdorp. Wie een lange levensbeschrijving zoekt van Joop Waasdorp, schrijver en avonturier: ‘Ik ben een little loner, die ook door het leven moet’ (Thijs Wierema). Zelf heb ik eerder ook al over het werk van Joop Waasdorp geschreven in Ooit had ik een boot .

Geen opmerkingen: