We gaan naar Aartrijke. U zult zeggen:
Aartrijke of all places!? Wel ja, zal ik u antwoorden, want daar wordt in 1370 Stevin Ygghebrechts
geboren.
Wanneer Stevin geslachtsrijp is trouwt hij met ene Magriete waarvan de familienaam in de nevelen
des tijds gehuld blijft. Omstreeks 1400 krijgen die twee een zoon, Jan. Vreemd genoeg heet hun Jan niet Ygghebrechts, zoals zijn vader, maar Inghelbrechts. Een schrijffout
wellicht.
Stevin en
Margriette zijn mijn edelouders. Da’s
een term die ik tot voor kort niet kende, maar waarmee het koppel aangeduid
wordt dat er achttien generaties eerder voor gezorgd heeft dat ik heden leef.
Ja, u leest het goed, dat komt doordat Stevin en Margriette het in het
Aartrijke van de middeleeuwen met elkaar gedaan hebben. Is dat niet
merkwaardig?
Door deze daad openen ze een toekomst die uiteindelijk tot bij mij zal leiden, tot hier in mijn
zetel, bij het raam, uitkijkend op het zonovergoten dierenpark van camping Duinzicht in Bredene.
Wanneer de tijd rijp is trouwt ook Jan (†1465). De naam van zijn echtgenote wordt ons
onthouden, maar ik moet haar wel mijn stambetovergrootmoeder
noemen. Ze mag naamloos blijven, we weten wel dat ze vier kinderen krijgt. Het
derde heet Jacobus, maar je mag Jacques zeggen. Die Jacques (°1430 - †1485),
die noch min noch meer is dan mijn stamoudovergrootvader,
trouwt meer dan eens en zijn derde echtgenote schenkt hem omstreeks 1474 een
zoon die Martinus heet.
Martinus (†1542) trouwt met Mayken; dat
vind ik een mooie naam. Die twee worden
mijn stamoudgrootouders. Ze krijgen een zoon die Lucas heet. We weten dat die Lucas Inghelbrecht in 1576 sterft, maar we weten niet
wanneer hij geboren wordt. Intussen verdwijnt de s blijkbaar uit de naam die oorspronkelijk Inghelbrechts luidt. Ook weten we dat hij met Pieryne De Hane trouwt en dat hij na haar overlijden hertrouwt met Cornelie De
Vriese die hem een zoon schenkt: Jacobus. Het repertoire van jongensnamen blijft
blijkbaar beperkt tot enige klassiekers.
En ja, we bevinden ons twee eeuwen na de
geboorte van mijn edelvader nog altijd in Aartrijke. Honkvaste mensen zijn het,
mijn verre voorouders.
Jacobus Inghelbrecht en zijn echtgenote Boone,
weer een Mayken (†1585), hebben een zoon die eveneens Jacobus genoemd wordt. Deze nieuwe Jacobus verlaat Aartrijke evenmin
en sterft daar op 9 maart 1638. Diens echtgenote, zijnde mijn stamovergrootmoeder
Cornelia (Neelken) Vandekinderen, overlijdt eveneens in 1638, maar we weten niet
of dat op dezelfde dinsdag gebeurd is. Wel is 't zeker dat Neelken en Jacobus niet in een autoaccident omgekomen zijn.
Wat is er in 1638 nog gebeurd? Lodewijk XIV wordt in dat jaar geboren, de mens zal later zijn wens in vervulling zien gaan om koning van Frankrijk te worden. Maar lang daarvoor hadden
Jacobus en Neelken al twee kinderen verwekt, een zoon en een dochter. Die zoon laten we links liggen en we volgen dochter Jacoba (zo
genoemd naar vader Jacobus) die in 1615 ter wereld komt.
Jacoba Inghelbrecht wordt amper eenenvijftig,
maar voor ze sterft heeft ze wel een huwelijksleven gedeeld met Joannes (Jan) De
Rinck, waardoor die twee, zonder dat ze dat konden vermoeden, mijn stamgrootouders geworden zijn. Samen krijgen
ze drie kinderen waarvan de tweede me omwille van familiale redenen
interesseert. Hij wordt eveneens Joannes genoemd. Deze Joannes junior trouwt op zondag 30 januari 1667 met Anna
Ramont, en jawel, we bevinden ons nog altijd in Aartrijke.
Jan en Anna krijgen negen kinderen. Vierde in
deze lange rij heet eveneens Joannes, zoals zijn vader en grootvader en uiteraard
ook zoals de evangelist, en deze nieuwe Joannes Derinck aanschouwt het
Aartrijkse licht voor het eerst op zondag 26 november 1673.
Die nieuwe Derinck trouwt op 29 juni 1704, met een madam die in 1722 overlijdt. De 50-jarige
weduwnaar hertrouwt daarna met de ‘ongeveer 26-jarige’ Joanna Vermeersch. Zij
wordt daardoor mijn oudbetovergrootmoeder.
Dat huwelijk laat zes kinderen heu ontspruiten. Derde in die rij is Petrus
Jacobus Derinck (°1730). Wanneer hij 25 is trouwt hij op 4 mei 1755 met de 22-jarige Maria Anna Cools,
een weduwe uit Aartrijke. Ze wordt
amper 32, maar toch oud genoeg om mijn oudovergrootmoeder te worden.
Ze schenkt Petrus Jacobus Derinck immers drie kinderen. Het jongste (°1762) wordt Anna Maria
gedoopt. Deze meid doet iets wat in de familie ongezien is: ze verlaat Aartrijke!
Dat weten we doordat ze op 76-jarige leeftijd
in het daarnaast gelegen Zerkegem sterft, een gemeente waar ook haar kinderen
geboren worden. Bovendien komen we van haar iets te weten wat we van voorgaande
generaties niet konden weten, met name dat ze haar kost eerst verdient als werkvrouw en later als boerin. Anna Maria Derinck trouwt inderdaad met landbouwer
Pieter Aneca en ze krijgen vijf kinderen. Het derde heet Francisca Aneca, een
meisje dat in 1788 geboren wordt. Pieter en Anna Maria zijn wat men in
stamboomkringen mijn oudgrootouders noemt.
Francisca groeit, bloeit, trouwt en overleeft
haar echtgenoot Josephus Vermeersch die op 23 maart 1864 in Zerkegem overlijdt.
De veldwachter is 77 geworden. Francisca zelf wordt 83. Mijn oud-ouders hebben vijf kinderen op de wereld gezet, en meer bepaald
op dat deel van de wereld dat Zerkegem heet. Een ervan wordt smid, de andere
zijn arbeiders en er is er ook een die zijn brood als paardenknecht verdient.
Wij volgen dochter Maria Anna Francisca Vermeersch,
roepnaam Maranne (°Zerkegem, 23 juli 1820), en zij zal daar
op 23 oktober 1844 trouwen met de uit Roksem afkomstige
45-jarige weduwnaar Joannes (Vande)kerckhove, een werkman. Wel ja, de Vandekerckhoves worden in
officiële papieren soms ook Kerckhoves genoemd. Hoe dan ook, voor het eerst kom ik in deze stamboom mijn
eigen familienaam tegen.
Waar komt deze Joannes (Vande)kerckhove
eigenlijk vandaan? Ik wil dat weten, want ook zijn ouders mag ik mijn oud-ouders noemen. Wel, die mensen zijn
wel degelijk bekend. Joannes is kind van Angela Vergaerde (†1830) en van nog een
andere Joannes, een arbeider die als Kerckhove geboekstaafd staat, in tegenstelling
dus tot zijn zoon die al Vandekerckhove heet, zij het met haakjes. Hoe het langs
die kant met voorgaande generaties gesteld is, komen we in deze stamboom
merkwaardig genoeg niet te weten.
Die onwetendheid belet ons niet om
Joannes (Vande)kerckhove op zijn levensweg te volgen. Het derde kind van mijn betovergrootouders wordt op 5 december
1852 in Roksem geboren en heet Karel Vandekerckhove. Hij wordt werkman, net zoals zijn vader. Voor het eerst lees ik mijn naam ontegensprekelijk,
voluit, zonder haakjes, als Vandekerckhove. 5 december 1852 is voor mij dus een belangrijke dag,
want zonder die Karel zat ik hier nu dit stamboomstuk niet te schrijven, toch
niet als Flor Vandekerckhove, maar misschien wel als iemand die daar een klein beetje op lijkt.
Wanneer mijn overgrootvader Karel Vandekerckhove 27 is, trouwt hij met de
24-jarige arbeidster Leonia Grosseel (°zaterdag 3 mei 1856) die hij uit Bredene
weghaalt. Dat zal Bredene-Dorp zijn, want veel ander Bredene bestaat er in die
tijd nog niet.
Karel en Leonia vestigen zich in Ettelgem
waar ze dertien (!) kinderen krijgen waarvan de twaalfde Edmondus Richardus (°donderdag 9 december 1897) gedoopt wordt.
Edmond zal later mijn grootvader worden, want hij trouwt met Zoë Van
Lyssebettens die hem vijf kinderen schenkt. De oudste is mijn vader, met name Marcel,
die op 22 juni 1922 in Roksem geboren wordt en op 2 februari 1989 in Oostende
overlijdt.
En dat alles weet ik doordat een mens, die onbekend wenst te blijven, dat voor me uitgevogeld heeft. Waarna de vraag gesteld dient te worden: wat hebben we vandaag bijgeleerd? Ten eerste: dat er in die stamboom uitsluitend werkvolk te vinden is. Dat had ik kunnen vermoeden; ha ja, 't is niet voor niets dat mijn wankele politieke carrière zich in de Revolutionaire Arbeiders Liga ontplooid heeft. Ten tweede: mijn vriendin valt het op dat veel van die mannen met jonge meiden aanpappen. Ook dat had ik eerder al aangevoeld, zelfs lijfelijk.
En dat alles weet ik doordat een mens, die onbekend wenst te blijven, dat voor me uitgevogeld heeft. Waarna de vraag gesteld dient te worden: wat hebben we vandaag bijgeleerd? Ten eerste: dat er in die stamboom uitsluitend werkvolk te vinden is. Dat had ik kunnen vermoeden; ha ja, 't is niet voor niets dat mijn wankele politieke carrière zich in de Revolutionaire Arbeiders Liga ontplooid heeft. Ten tweede: mijn vriendin valt het op dat veel van die mannen met jonge meiden aanpappen. Ook dat had ik eerder al aangevoeld, zelfs lijfelijk.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten