‘in het woud wandelt het wicht wier naam hij ooit in de boom zal kerven’ is een van m’n eerste poëtische oneliners. Het toegevoegde, illustrerende en inspirerende schilderij staat in Wikipedia Commons gecatalogeerd als Girl in the Woods (47 x 47 cm, 1882) van Vincent van Gogh. Het werk behoort tot het publiek domein. Meer erover op: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Girl_in_the_Woods_-_My_Dream.jpg↗︎.
De Laatste Vuurtorenwachter is een blog, maar ook een kladboek, plek waar ik notities bijhoud omtrent work in progress; kladboekje waarin ik nadenk over een poëtische praktijken die ik aan ‘t ontwikkelen ben, zoals ook nu. Ik heb er eerder, hier↗︎ en daar↗︎, al over bericht en vandaag doe ik het weer.
De poëtisch vorm die ik me nu, in een lange reeks oefeningen, eigen wil maken — een gedicht van één lijn in zeventien lettergrepen — leer ik via Allen Ginsbergs American Sentences kennen. Ik lees ze in zijn Cosmopolitan Greetings↗︎. Inmiddels weet ik dat de monoku↗︎ ouder is dan Ginsbergs Sentences en wat ik nu ook weet is dat ook Henk Veenstra↗︎ er in ’t Nederlands al lang mee bezig is. Wat al de beoefenaars gemeen hebben is dat ze het aantal lettergrepen — 17 — van de haiku↗︎ lenen.
In tegenstelling tot de Vlaamse oud-politicus Herman Van Rompuy heb ikzelf weinig affiniteit met die Japanse dichtvorm, toch heb ik er enkele geschreven, waardoor ik nu een eigen voorbeeld kan geven. (°)
er ligt heugenisaan de voorkant van het huis
en ook erachter
Je ziet: 3 lijnen en een totaal van 17 lettergrepen (altijd onderverdeeld in 5-7-5.) Van Japan neemt Ginsberg het aantal lettergrepen over, maar niet de drie onder elkaar staande regels. Hij verkiest een Westerse manier van schrijven en plaatst de 17 lettergrepen op een lijn. Een van zijn oneliners luidt alzo:
Crescent moon, girls chatter at twilight on the busride to Ankara
Ginsberg, in ’t tweede deel van zijn leven erg in de oosterse spiritualiteit, ontdekt dat ook een centrale mantra van het boeddhisme zeventien lettergrepen telt. Wat hem laat vermoeden dat er spirituele waarde aan die 17 kleeft. Zelf heb ik geen affiniteit met het boeddhisme, wel geloof ik in de kracht van vormrestricties. (°°) Ik ervaar zo’n zelfopgelegde beperkingen als interessant om bijvoorbeeld ’t onnodige te elimineren. En deze keer dus ook lettergrepen. Er zijn er weliswaar die zo’n experimenten waardeloos vinden, bijvoorbeeld Pier Bossuyt↗︎ die over mijn experimenten met drabbles↗︎ zegt: ‘Stilistisch vind ik het onzin, de woorden van een tekst te tellen. (…) Het aantal woorden bepaalt juist niets (…).’ Nu ik zelfs een boekje met 100 titelloze eenparagraafverhalen↗︎ liggen heb — verhalen beperkt tot één paragraaf — weert Pier me zelfs uit zijn tijdschrift: hij vindt wat ik doe ‘te minimaal’. Zelf neig ik meer naar Georges Perec die zegt dat zo’n vormbeperkingen — ‘contraintes’ — ‘een soort directe toegang tot het onbewuste zijn (…). Het feit dat je woorden produceert via die zeef, via dat filter. Wat daar doorheen komt…’
(°) Hier↗︎ staat meer over deze haiku voor Bredene.
(°°) Zoals ik eerder al heb gedaan in een boekje met drabbles↗︎; in een bundel met rijmloze kwatrijnen↗︎; experimenten met het provovers↗︎; en driezinnenverhalen↗︎ waarvan ik er 200 wil schrijven.
(°°) Zoals ik eerder al heb gedaan in een boekje met drabbles↗︎; in een bundel met rijmloze kwatrijnen↗︎; experimenten met het provovers↗︎; en driezinnenverhalen↗︎ waarvan ik er 200 wil schrijven.
Deze oneliner op Youtube
www.youtube.com/watch?v=1Z7b4E_yoLM
[46]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten