zondag 18 juni 2023

Houtekiet en de klassenstrijd

‘Het doel van de katholieke colleges: katholieke notabelen kweken.’



Op 14 juni herdenkt De Laatste Vuurtorenwachter hier de afschaffing van de lijst met door de kerk verboden boeken, de index, iets wat op die dag in 1966 gebeurt. Ik heb het daarin ook over Gerard Walschap, slachtoffer van die lijst. Verandert 14 juni 1966 iets voor die mens? Diens biograaf zegt: ‘En weliswaar vervalt in 1966 de Index Librorum Prohibitorum als kerkelijke wet, maar hij behoudt zijn morele kracht en doet voortaan gewiekst een beroep op het geweten van de gelovigen.’ (°) Verandert het iets voor de schoolgaande jongen die ik in de sixties ben? ‘Mijn leraar zwijgt over een boek als Houtekiet.’
Volgt een reactie van Geert Barbier. Net als ik rondt hij zijn middelbare studies af in 1968, net als ik doet hij dat in ’t college van Oostende, katholieke school. Hij volgt daar Grieks-Latijnse, ik volg er de Moderne humaniora. Hij krijgt in die school wél Houtekiet te lezen. Waarop ik me de vraag stel: waarom hij wel en ik niet? Ik organiseer een rondvraag bij oud-medeleerlingen, vraag het aan enkelen van een jongere generatie en ook aan enkelen die (nóg) ouder zijn dan ik: hoe zat dat daar eigenlijk met Houtekiet? Er komt veel respons.
Iedereen is het erover eens dat het lang geleden is. Voor de rest delen de antwoorden zich in drie. Een eerste groep herinnert zich niet dat bepaalde auteurs geweerd werden, ook niet in de Moderne. ‘Dat er minder literatuur in de Wetenschappelijke A aan bod kwam is normaal, wij kregen meer wiskunde in de plaats.’ Zij staan tegenover een groep die een ‘klassenverschil’ ziet tussen Grieks-Latijnse en Moderne. In die laatste komen vooral jongens terecht uit gezinnen met weinig culturele traditie: ’In ’t Latijn-Grieks tel je meer kinderen uit notabele, belezen en/of welstellende gezinnen. Dat weerspiegelt zich in ‘t lerarencorps: daar staat Grieks-Latijnse hoger in aanzien.’ Iemand anders: ’In de Grieks-Latijnse krijg je een interessantere interactie, waarbij leerlingen gestimuleerd worden om verder te gaan.’ Door bijvoorbeeld het voor katholieken uitdagende Houtekiet te lezen. Sommigen zijn heel stellig: ’Het klopt dat er in het onderwijs altijd een klassenstrijd was, zeker in het college. En nu nog altijd.’ Nog iemand: ‘In die tijd was de Grieks-Latijnse het summum: hier werden geestelijken gekweekt. Dat was ook het doel van het katholiek onderwijs.’ 
Een derde groep zegt dat het vooral van de leraar afhangt. Tref je een leraar als Beel (leraar Nederlandse en Engels in de Latijnse) heb je geluk. ‘Beel was een priester die On the Road, Howl, Kaddish en nog werk van beatdichters uit de States meebracht. Bij hem lazen we ook Houtekiet.’ Dat zou best kunnen, Beel is iemand die niet alleen de States bezoekt, maar ook Cuba en China; iemand die de bevrijdende wind van Mei 68 over zich heen voelt waaien. Ook Daniël Crabeels spreekt in gelijkaardige termen over Beel: 'Hij liet ons Bonjour tristesse van Françoise Sagan lezen.' Tref je daarentegen een leraar als Berquin (Nederlands in de Moderne) heb je minder geluk. Mijn medeleerlingen weten nog dat de overigens sympathieke leraar in de lessen uitgebreid z’n krant leest, en ook dat hij ons eens ál de deelnemende wielrenners aan Milaan-San Remo op 't bord laat schrijven, tijdens die les mogen we ook pronostikeren, ja, dan blijft er geen tijd over voor Houtekiet hé. Wel herinner ik me Het Stenen Bruidsbed van Harry Mulish, boek dat op Berquins leeslijst staat. (Staat Houtekiet ook op die lijst en laat ik dat boek passeren?) Iemand anders herinnert zich De gebroeders Karamazov, maar voegt eraan toe: ‘Wanneer ik mijn echtgenote nu nog met bewondering hoor vertellen over haar leraar Nederlands, denk ik dat we in onze richting toch iets gemist hebben.’ Dat denk ik ook wanneer ik de reactie lees van een leerlinge van de daaropvolgende generatie. Zij volgt de afdeling scheikunde (WB) van de moderne humaniora in de katholieke meisjesschool St. Andreas, we zijn dan al in de vroege jaren tachtig. Op de leeslijst staan Houtekiet, Vrijdag, Bezonken rood… De lerares Nederlands neemt haar leerlingen mee naar Vrijdag en Clockwork Orange. Andere tijden! Op mijn vraag of ze in die tijden weet heeft van een niveauverschil tussen de Moderne richtingen van haar school en die in ’t college, antwoordt ze bevestigend: ‘Zowel mijn broer als m’n echtgenoot liepen daar school: groot verschil inderdaad.’


(°) Jos Borré. Gerard Walschap. Een biografie. 2013. Uitg. De Bezige Bij, A’pen. 736 pp. 


Flor in spoken word dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen/gedichten kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier.


2 opmerkingen:

Leonietje zei

IN St Andreas Brugge stond Houtekiet wel op de leeslijst. Ik was verzot op dat boek en deed er mondeling examen over.

De laatste vuurtorenwachter zei

@ leonietje - Als ik nu ook wist over welke jaren je preekt.