maandag 5 juni 2023

Erasmus glundert: lof der zotheid bereikt climax in XXIste eeuw

Links: de achttienjarige versie van mezelf kijkt iets te zelfverzekerd naar het leven dat zich voor hem uitstrekt. Al wat hij moet doen, denkt hij, is bukken om het op te rapen. Rechts zie je een veel oudere versie van mezelf figureren in een feministisch kunstproject van de dochter.


IN DE SIXTIES ben ik een tiener, ik ben een kind van die tijd. Mijn merkwaardige politieke opvattingen zijn erdoor getekend; mijn liefdes dragen er pijnlijke sporen van; die tijd verklaart mijn kwakkelende beroepsleven⇲; zelfs mijn fijne humor bouwt voort op die tijd, mijn kunstvisie is ernaar gericht. En ’t is over dat laatste dat dit stukje gaat. 
In die tijd hangt het zo’n beetje in de lucht dat ‘kunst’ bourgeois is, dus verwerpelijk, dat iedereen uit zichzelf al een kunstenaar is. Dat komt mij goed uit, 'bourgeoiskunst' vraagt een opleiding en ik ben een luie donder. 
De achttienjarige ik droomt zich een leven dat er als volgt uitziet. Met mijn trouwe herdershond leef ik in een aftands huisje, 's middags gaan we wandelen en 's avonds rond ik de dag af met toevoeging van een bladzijde aan de kolossale trilogie die ik aan ’t schrijven ben, geen idee waarover die gaat. De werkelijkheid van de daaropvolgende jaren is anders: ik verdien op wisselende manieren mijn bete broods, smijt het in de drank, ga een lening aan, kweek kinderen, trek van vrouw naar vrouw, wordt weer nuchter en doe aan politiek. Dat laat zo nu en dan wel een schilderijtje achter, maar ook niet meer dan dat, en ’t laatst gepubliceerde stukje literatuur blijft dat ene stukje uit mijn schooltijd. 
Vlak voor het te laat is, herinner ik me Harry Mulisch: ‘De schrijver trouwt een vrouw, krijgt kinderen, wordt journalist en schrijft niet meer. De schrijver wordt ziek en kan niet meer schrijven. De schrijver wordt op de tramrails door een meteoor getroffen en is dood. Dat alles is een gebrek aan talent.' Citaat dat de al lang niet meer achttienjarige doet inzien dat het tijd wordt om de jeugddroom in een praktijk te gieten.
De Sex Pistols bevestigen onderweg mijn vooroordeel: ‘You don’t need nothin’. Just play it.’ Ook lees ik in Uitblinkers (°) dat het 10.000 uren duurt om ergens goed in te worden. Dat tijdskader laat me beseffen dat ik moet kiezen: ik neem afscheid van het schilderenen word schrijver in de geest van die 10.000 uren; elke dag schrijf ik mijn geschreven uren op. 
Stel dat je vier uur per dag schrijft, dan duurt het 2500 dagen, weekdag zondag, om er goed in te worden, bijna zeven jaar. Vier uur per dag is enorm, dat gaat niet als je ook nog werkt, al is 't maar deeltijds. Omdat er daarnaast ook wel dagen zijn waarop je niet schrijft — omdat je je prostaat moet laten schrapen bijvoorbeeld — tel je daar best nog een aantal jaren bij. In Uitblinkers zegt de auteur: 'Tienduizend uur komt neer op zo'n drie uur per dag of twintig uur per week oefenen gedurende tien jaar.' (°°) Hoe dan ook, daarjuist tel ik het aantal uren in mijn boekje en wat zie ik? Zojuist passeerde ik de kaap van de 10.000! Alzo realiseer ik op hoge leeftijd nog de droom van de achttienjarige. En ik leef ernaar! Met mijn trouwe kat Polleke leef ik in een aftands appartementje, 's middags ga ik wandelen en 's avonds rond ik de dag af met toevoeging van een bladzijde aan mijn kolossale oeuvre in De Laatste Vuurtorenwachter. Is dat niet prachtig / En ik ben geeneens tachtig.
Voorts zie ik dat de kinderen ook goed bezig zijn: Bert met zijn muziekdoos en Marijke met haar haar haar haar haar multimediale vormgeving. Harop kido’s, harop (°°°), op naar de 10.000 uren! En de Lof der zotheid die Erasmus al in de XVIde eeuw opriep en die jullie vader in de XXste omarmde, zal, in de XXIste eeuw, mede dankzij jullie 10.000 uren, de hoogste toppen scheren.


(°) Malcolm Gladwell. Uitblinkers. 2008. Nederlandse vertaling Judith Dijs. Uitgeverij Contact. 343 pp.
(°°) Gladwell: 'Een ander interessant aspect aan dat getal van tienduizend uur is natuurlijk dat tienduizend uur een enorme hoeveelheid tijd is.  (…) In feite kunnen de meeste mensen dat alleen bereiken als ze in een speciaal programma terechtkomen (…) of een speciale kans krijgen om er zoveel tijd in te kunnen steken.' p.50.
(°°°) Harop is een oude Vlaamse strijdkreet.




De e-boeken van De Lachende Visch zijn gratis en worden per kerende e-mail opgestuurd naar elkeen die erom vraagt. Mail naar liefkemores@telenet.be en vermeld de titel.

Geen opmerkingen: