dinsdag 10 september 2024

Zoveel geschiedenis op een straathoek

Bovenaan: nettenbreiers — midden jaren vijftig? — actief in de werkhuizen van Oostend Stores & Ropeworks (later Multinet), die werkhuizen bevonden zich kant Fortstraat van het hoekhuis Baelskaai 12, ze liepen door tot aan de Victorialaan. Onderaan: het gebouw dat op die hoek stond: hoofdkwartier van de familie Decrop (het bureau van de grote baas bevond zich boven de poort, achter het balkon, kant Baelskaai).



’T IS IETS wat me ook elders telkens weer opvalt: nu bouwt men in de hoogte, vroeger deed men het in de breedte. In een fotocompositie waarin ik de oude hoek Fortstraat-Baelskaai in Oostende confronteer met de huidige nieuwbouw, valt het des te meer op, de nieuwe hoogte is daar wel erg spectaculair en de oude breedte is dat al evenzeer. 
In die breedte gebeurde indertijd wel veel. Ik lees een reclametekst die over het gebouw spreekt — Baelskaai heet in die tijd nog Reederijkaai: specialiteit van visnetten - alle benodigdheden voor zeevaart - garnaalnetten en stropnetten - dieselmotoren Sulzer - mazout - oliën - oliegoed - zeevaartinstrumenten - beste Engelse staaldraad - bindgaren - pakgaren - manilla en verslagen touwwerk - scheepsverven van 1e hoedanigheid - werkhuizen voor instelling en reparatie van scheepsmotoren. Dat gebeurt niet 
per se allemaal in dat gebouw, maar veel ervan toch wel. Daar wordt het ook allemaal gecoördineerd, meer bepaald vanaf de eerste verdieping, kant Baelskaai, achter het balkon, waar Lucien Decrop, ook reder en visverwerker, over een waar imperium heerst. Daar valt veel over te vertellen en ik dat heb ik dan ook uitgebreid gedaan in Decrop, ondernemers ter zeevisserij.
Een citaat: 'In de Groote Oorlog tart Decrop regelmatig het oorlogsgeweld om zijn thuishaven van alles te voorzien waaraan daar een tekort is. Hij loodst zijn schip doorheen het oorlogsgevaar om De Panne te bevoorraden. Hij brengt de goederen uit Engeland tot bij ‘het Potje’, waar ze in roeibootjes overgeladen worden. De waar die schipper Dies Decrop vanuit Engeland meebrengt is even duur als schaars en tegen de tijd dat de wereldbrand uitgewoed is, is het gezin rijk geworden.'
Dies' zoon Lucien heb ik niet persoonlijk gekend, maar Charles Decrop wel. Het verhaal van onze kennismaking staat in De Laatste Vuurtorenwachter onder de veelzeggende titel Kleurrijke figuren van de Baelskaai, je moet echt eens kijken, ook omdat je daar een foto ziet van het salon, intact gebleven tot kort voor het gebouw werd afgebroken.
Flor Vandekerckhove

1 opmerking:

Anoniem zei

Is dit gebouw dan vroeger niet de stelplaats van de vuilkarren geworden? Eric Deledicque