zondag 15 september 2024

William S. Burroughs en de Ugly Spirit

In 1951 schiet Burroughs zijn levensgezellin dood. Hij vertelt in de loop der jaren verschillende versies, maar de merkwaardigste is toch wel deze waarin hij zegt dat ze samen Willem Tell aan ’t spelen waren. Waar Willem Tell perfect mikte, schoot Burroughs iets te laag. Meer over de vele versies vind je hier.


MEER DAN twintig stukjes verzamelt De Laatste inmiddels al over de beatgeneration, de Amerikaanse bohème die vroeg in de jaren vijftig in San Francisco ontstaat en wier invloed op de literatuur moeilijk overschat kan worden. Veelal centreer ik die stukjes rond dichter Allen Ginsberg die qua sympathie hoog boven zijn kompanen uitsteekt. ’t Is ook de enige beat waarvan ik werk in huis heb en ik ben ook ietwat bevooroordeeld omdat Ginsberg een links(ig)e mens is, wat van zijn kompanen zeker niet altijd gezegd kan worden.
Nu haal ik de biografie (°) van William S. Burroughs in huis, wellicht de beat die ’t meest met 't schrijven geëxperimenteerd heeft, ik schreef eerder al Verknipt tot literatuur, over zijn ervaringen met de cut up-techniek en ook over zijn experimenten met de dreamachine postte ik al een stukje.
De biografische film Burroughs: The Movie (1983) van Howard Brookner neem ik straks tot mij, die is hier volledig te bekijken op een Poolse site, weze het met ietwat storende ondertitels in een mij onbekend (cyrillisch?) schrift, maar eerst wil ik iets kwijt over de inleiding van het boek dat ik wil lezen.
Maart 1992. We bevinden ons in soortement duiveluitdrijving. De sjamaan voert een zuiveringsseance uit en Burroughs hoopt dat hij op die manier de Ugly Spirit kwijtraakt die hem al zolang parten speelt. Aan Ginsberg legt hij uit wat die is: ‘Het is heel erg verwant aan de Amerikaanse Icoon. Aan William Randolph Heartst, Vanderbilt, Rockefeller, die hele laag van Amerikaans hebzuchtig kwaad. Ugly Spirit? De lelijke Amerikaan. De lelijke Amerikaan op zijn lelijkst. Dat is exact wat het is.’ Burroughs gelooft, lees ik, in geesten, in het occulte, in demons, in vervloeking en in magie. Hij gelooft trouwens dat de Ugly Spirit verantwoordelijk is voor het sleutelmoment dat sinds 6 september 1951 zijn leven bepaalt. Op die dag doodt hij zijn vrouw, Joan Vollmer, terwijl hij probeert à la Willem Tell een glas van haar hoofd te schieten. Het betreft twee verslaafde mensen, zij aan speed, hij aan heroïne, op dat moment van de feiten zijn beiden ook dronken, maar wat daar die dag gebeurt, zegt Burroughs, is de schuld van de Ugly Spirit
Heeft de seance van de sjamaan hem geholpen? Ginsberg vraagt het hem. Zegt Burroughs: ‘Het was veel beter dan al wat de psychoanalisten aangebracht hebben (…) Er werd iets aangeraakt. (…) Dit is, zie je, hetzelfde idee, katholiek exorcisme, psychotherapie, sjamanistische praktijken — het moment bereiken waarop je toegang krijgt tot wat het ook is. En dus ook tot de naam van de geest. Dat is een grote stap. Want de geest wil niet dat zijn naam bekend wordt.’ Tot zover de inleiding van het boek. Nog zevenhonderd bladzijden te gaan.
Maar eerst de film, waarin ik Patti Smith in ’t begin hoor zeggen dat Burroughs een van de grootste geesten van onze tijd is.
Flor Vandekerckhove

(°) Barry Miles William S. Burroughs: A life. 737 pp. Uitg. Weidenfeld & Nicolson. 2014.

Geen opmerkingen: