donderdag 25 mei 2017

Pas op voor de hel

Moslimkinderen leven in angst voor de hel, een oord dat hen in het islamonderwijs aangepraat wordt. Het stond onlangs in Knack en daarna werd het een item in het duidingmagazine TerZakeEr zijn er nog die ons de hel aanpraten. Doen degenen die Molenbeek een hellhole noemen iets anders? Denk daar maar eens over na terwijl ge in de ogen van TV-journaliste Kathleen Cools kijkt, de schrik voor de hel valt eruit af te lezen. De hel is vandaag nog altijd alive and kicking. En net als vroeger, toen het in een katholiek keurslijf gevangen zat, dient het beeld alleenlijk het eigenbelang van degene die het propageert.
Ik blader in de Herinneringen aan mijn roomse jeugd, de memoires van de Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy. Ik sla het boek open op een haast willekeurige bladzijde. Mary is elf jaar. Het gaat over haar biechtvader:
“Hij was een heel knappe, donkere, grijzende man, die zowat veertig jaar zal zijn geweest toen hij voor ons in de kloosterschool kwam spreken. (…) Op een zeker tijdstip predikte hij een retraite voor ons. Hij was een overtuigend spreker en hij had de gave, die veel bij retraite-predikers voorkomt, zijn toehoorders een gevoel van angst te geven. Ieder woord dat hij zei scheen op mij persoonlijk van toepassing.’Tegen het einde van de retraite gaf hij ons een preek over onkuisheid die mij deed verstijven, daarna, herinner ik mij, bood hij aan iedereen die in nood verkeerde de biecht af te nemen. Ik gaf mij op en ging in de rij staan om bij hem te biechten, de preek had mij duidelijk gemaakt (wat ik niet eerder had geweten) dat mijn ziel in een hachelijke toestand verkeerde. Dit is de enige van mijn biechten die ik mij bijna woordelijk herinnerde. Ik knielde in de biechtstoel, bevend van angst. ‘Vader ik heb gezondigd tegen de kuisheid.’‘Hoeveel keer?’‘Drie keer, vijf keer, ik ben het juiste aantal vergeten.’‘Was het met een jongen?’Deze vraag verbaasde mij. ‘O nee Vader.’‘Was het met jezelf of met een ander meisje?’‘Alletwee Vader.’De priester maakte een geluid dat klonk als een klik van voldoening. Toen ging hij op zijn gemak zitten om alle bijzonderheden van wat ik gedaan had uit mij te trekken (…)”
Flor Vandekerckhove


° Mary McCarthy. Herinneringen aan mijn roomse jeugd. 1966. Amsterdam De Arbeiderspers. 250 pp. Oorspronkelijke titel: Memories of a Catholic Girlgood. New York. 1957.

Geen opmerkingen: