HET VOORDEEL VAN een slecht
geheugen is dat men van de goede dingen meer dan eens kan genieten. Dat is niet iets wat ik bedenk, het komt uit de koker van Friedrich Nietzsche, maar ‘t
is daarom niet minder waar.
Ten bewijze verwijs ik naar een stukje waarin ik op zoek ga naar het
ouderlijk huis van Freddy Buffel, oud-schoolmakker. Ik ben daar ooit
geweest, dik vijftig jaar geleden. Dat bezoek staat als
volgt in mijn geheugen gegrift: ‘Je kwam binnen in een grote
ruimte die een vreemde aanblik bood. Langs de ene kant stonden kapblok,
toonbank, weegschaal… Aan die kant werden vleeswaren geëtaleerd, want vader
Buffel was een slager. Keek je de andere kant uit dan zag je een spiegel aan de
wand, een zetel en een tafel met scheerkwast en scharen, want vader Buffel was
ook coiffeur.’ Wie de rest wil lezen, moet hier⇲ kijken.
Onderaan
dat stukje plaats ik een oproep, want op ’t internet vind ik dat huis wel weer,
maar niet mijn schoolmakker. Daarom sluit ik af met de woorden: ‘Mocht iemand meer weten…’
’s
Anderendaags staat buurvrouw Paulette aan m’n deur. Zij en haar echtgenoot
Michel zijn al meer dan eens een hulp gebleken bij het opzoeken van mensen die ik onderweg verloren ben. Ook nu weer reiken ze de draad aan die ik maar te
volgen heb om tot bij mijn ouwe maat te geraken.
De
kinderen van Paulette en Michel hebben in Bredene school gelopen en op
de banken zaten toen ook Isabel en Davy Buffel. Veel kans, zegt Paulette, dat het
kinderen van Freddy zijn. Van Davy weet ze daarenboven dat hij in Gistel De Molenhoeve⇲
uitbaat.
Diezelfde
dag vertrek ik naar Frankrijk, maar niet voordat ik naar die bistro een mail
gestuurd heb: ‘Via via vernam ik dat u, Davy, wellicht de zoon van
Freddy Buffel bent. Mocht dat het geval zijn, laat u het me dan weten? Kunt u
me eventueel zijn coördinaten meedelen? Heeft Freddy een e-mailadres?’ En kijk, wanneer
ik weer thuiskom heeft zoon Davy me het mailadres van zijn vader meegedeeld.
Buffel
blijkt in Benidorm te overwinteren, wat niet belet dat er enig over en weer
geschrijf ontstaat, waarbij ik tot mijn ontstentenis verneem dat de zaak in Klemskerke
géén slagerij-kapsalon was: ‘Bij ons thuis waren mijn ouders begonnen met een
cafe-beenhouwerij, geen kapperszaak.’ Daar had ik nochtans heel mijn hebben & houden op willen
inzetten. (En dat zou ik nu kwijt geweest zijn.)
Maar
goed. De Amerikaanse schrijfster Lucia Berlin⇲ zegt over zo'n dingen: ‘Dat doet er allemaal niet toe, het is het verhaal dat telt.’ Een blik
op Klemskerke⇲ mag het dan wel verkeerdelijk
over een kapsalon hebben, ’t is toch een mooi verhaal. En wat hierboven staat
is dat misschien ook wel. Twee verhalen, voor de prijs van één! Waarmee ook de woorden van Nietzsche op een scheve
manier bewaarheid worden: ‘Het voordeel van een slecht geheugen is dat men van de goede dingen
meer dan eens kan genieten.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten