(1) —
Ze is een en al zinnelijkheid. Ik kijk toe hoe ze me haar billen toont. In de
hitte van de nacht mengt de champagne zich met ons vers zweet. Mijn handen maken
een reis over het landschap van haar lichaam. Eerst haar schouders, dan haar
rug en vervolgens gaat het onbeschaamd naar beneden, waar ik haar kont opzoek.
Terwijl de olie overdadig in haar bilnaad loopt, maakt lust zich van mij
meester. Ik zeg dat ik geil ben, maar zij verstaat heil. Ze keert
zich om, zegt Don’t mention the war, staat op en stapt in ganzenpas de
kamer uit.
(2) — Ik kom achter haar staan
en leg mijn hand op haar kont. Terwijl we samen door het raam naar het
straatgebeuren kijken, begin ik haar rok omhoog te schuiven. Ze geeft geen
krimp. Buiten gaan twee vechtersbazen elkaar te lijf. Ik trek haar broekje weg.
Daar, voor dat raam, neem ik haar van achteren. Tegen de tijd dat de politie de
vechtersbazen van elkaar komt scheiden, zijn we beiden klaargekomen. Schaars
gekleed blijven we voor het raam staan en zwaaien goedkeurend naar de flikken,
die de vechtersbazen in de combi gooien, om hen mee naar het bureau te nemen.
(3) — Buiten gaat de storm tekeer,
binnen brandt het houtvuur.
Ze keert zich om, toont me haar billen. Terwijl ik mijn
pik omklem om haar te penetreren valt me een tattoo op. In het schijnsel van
het vlammenspel lees ik op haar rechterbil HashtagMeToo. Ik schrik hevig. Het
houtvuur mag nog wel hevig branden, mijn lust is wel compleet geblust. Uit het
lood geslagen keer ik op mijn schreden terug. Ik scharrel mijn kleren bij
elkaar, trek de deur achter me dicht en haast me naar de bushalte, waar men me meldt
dat de Avondlijn omwille van de storm is afgeschaft.
De male gaze! Tot voor kort had ik er nog nooit van
gehoord. Ik lees de term voor ’t eerst wanneer ik een stukje over de film La Vie d’Adèle wil schrijven. Als ik het thema
kort daarna ook nog aantref op een schilderijententoonstelling beslis ik om er zelf
iets mee te doen. Zelf een man zijnde en altijd schrijvend vanuit mijn eigen,
mannelijke standpunt ben ik ten slotte een ervaringsdeskundige. Ik ben in mijn
eigen oeuvre op zoek gegaan naar de vermaledijde mannelijke blik en selecteerde
er drie verhalen uit die er niet om liegen. In elk van die drie verhalen is de
mannelijke blik op de vrouwelijke kont gericht. Ik herschrijf ze tot alleen de
kern ervan overblijft en dit is het resultaat. Zelf ben ik blij dat de verhalen
ook lichtvoetig zijn en dat ze van Mijn persoonlijke poëtica getuigen.
— Dimer Geedts toont de partituur van
Drie stukjes in de vorm van een
kweepeer —
|
Flor Vandekerckhove
1 opmerking:
Hip hip Hoera voor Dimer!
Een reactie posten