dinsdag 11 april 2023

Kwesties uit de kindertijd

Ge weet: ik experimenteer graag met vormen en genres. Zo ben ik 200 driezinnenverhalen aan 't schrijven. Vergelijk het met piano-oefeningen, ik doe ’t om ’t goed in de vingers te krijgen. (Het recentste staat hier.) Iets soortgelijks doe ik met oneliners, gedichten van maar één zin lang. Ook dat wil ik goed in de vingers krijgen. (M’n jongste oneliner staat daar.)  In 2023 voeg ik daar nog een (voor mij) experimenteel genre aan toe, dit wordt het jaar van het prozagedicht: ’t Ziet er uit als proza, maar er mogen ongeloofwaardige dingen gebeuren, er is ruimte voor anarchie en ontregeling; prozagedichten mogen grillig, inconsequent, afwijkend en onbegrijpelijk zijn.  En ’t is moeilijker dan het lijkt. Ge moet er maar eens naar kijken & luisteren, misschien herken je de twee liedjes die me tot inspiratie dienden. 

www.youtube.com/watch?v=RzrUZNrNHmU

[326]


Toen ik vier vijf jaar was, zag ik voor ’t eerst een lichaam zonder hoofd, ’t was een haring zonder kop en hij lag bij ons thuis op de keukentafel. Ik probeerde te begrijpen wat ik zag en dacht eerst dat het dier de kop afgebeten was door een arend, geweldig en groot. Ik wist immers dat de vogels sidd’ren en vluchten van angst voor zijn snavel en klauwende poot. En als de vogels al zo’n schrik hebben, dacht ik, des te meer vissen die niet in staat zijn om het zwerk te klieven. Ik wilde hoe dan ook de vis niet opeten en mijn moeder, die een kleine kruidenierswinkel runde, legde hem voor het venster, maar er was niemand die hem kocht. Intussen bleef ik nadenken over wat de vis kon overkomen zijn en dacht daarbij ook aan de leeuw die de dieren verschrikt als hij des nachts zijn stem verheft. Mijn denken werd evenwel verstoord door de winkelbel. Twee agenten betraden de winkel en namen de haring met zich mee, zeggend: ‘Ja, wij zijn de heersers der aarde, de koningen van de zee.’ Waarop mijn moeder begon te wenen en weet je wat: de haring weende mee! (Flor Vandekerckhove)

Geen opmerkingen: