Een typische postkaart van Donald McGill⇲. |
George Orwell wijdt een essay aan dat soort postkaarten, meer bepaald aan deze van Donald McGill⇲. (°°)
'Wat ze doen is uitdrukking geven aan de Sancho Panza-visie op het leven () De combinatie Don Quichot-Sancho Panza⇲ () duikt steeds weer op, in eindeloze variaties, Bouvard en Pécuchet⇲, Jeeves en Wooster⇲, Bloom en Dedalus⇲, Holmes en Watson⇲ (). Als je bij jezelf kijkt, wie ben jij dan, Don Quichot of Sancho Panza? Vrijwel zeker ben je allebei. Er is een deel van je dat 'één' wil zijn, je vrouw ontrouw wil zijn, enzovoort. Of je je erdoor laat beïnvloeden, is een andere vraag. Maar het is gewoon een leugen om te zeggen dat hij geen deel van je is, net zoals het een leugen is om te zeggen dat Don Quichot ook geen deel van je is, ().’
We kunnen zelf de lijst uitbreiden: Tijl en Lamme Goedzak, Laurel en Hardy, Gaston en Leo… Scherp gezien van Orwell, maar waarom zegt hij dat in een bundel die ‘Alle kunst is politiek’ heet? Hoezo politiek? Zo'n dwaas postkaartje, wat is daar nu politiek aan?
'Alles wat grappig is, is subversief () Een vuile mop is natuurlijk geen serieuze aanval op de moraal, maar een soort mentale rebellie, een vluchtige wens dat de zaken anders waren. Zo ook met alle andere grappen, die altijd draaien om lafheid, luiheid, oneerlijkheid of een andere eigenschap die de samenleving zich niet kan veroorloven aan te moedigen. De samenleving moet altijd iets meer van mensen eisen dan ze in de praktijk krijgt. () De hele literatuur die men officiële literatuur zou kunnen noemen, is op dergelijke aannames gebaseerd. Ik lees nooit de verklaringen van () premiers () zonder dat ik op de achtergrond een koor () hoor van al die miljoenen gewone mensen die door die verheven gevoelens niet aangesproken worden. Desondanks winnen de verheven gevoelens uiteindelijk altijd; leiders die bloed, arbeid, tranen en zweet aanbieden, krijgen altijd meer uit hun volgelingen dan degenen die veiligheid en plezier offreren. Als het erop aankomt, zijn mensen heldhaftig. Vrouwen staan voor het kraambed en de schoonmaakborstel, revolutionairen houden hun mond in de martelkamer, slagschepen zinken met hun kanonnen nog steeds schietend, terwijl hun dek onder water staat. Alleen is het zo dat het andere element in de mens, de luie, laffe, overspelige die in ons allen huist, nooit helemaal kan worden onderdrukt en af en toe moet worden gehoord.()'
Orwell sluit zijn essay af met: 'De hoek van het menselijk hart waar zij voor staan, zou zich gemakkelijk in ergere vormen kunnen manifesteren, en ik zou het jammer vinden als ze zouden verdwijnen.’ Wel, George, ’t ziet ernaar uit dat ze vandaag verdwenen zijn. Die ‘hoek van het menselijk hart’ vindt vandaag wellicht in meer dan voldoende mate soelaas op ’t internet.
Flor Vandekerckhove⇲
Flor Vandekerckhove⇲
(°) Misschien moet ik mijn veldwerk uitbreiden, de tram nemen, tal van souvenirwinkels exploreren, er een queeste van maken, misschien moet ik daarna mijn mening bijschaven, maar zoveel dadendrang vind ik overdreven en ik verhoop van u hetzelfde.
(°°) The Art of Donald McGill. (1941) In George Orwell. All Art Is Propaganda. Critical Essays. Compiled by George Packer. Introduction by Keith Gessen. 2008. Mariner Books / Houghton Mifflin Harcourt. Boston New York. 872 pp. De uittreksels komen van George Orwell. 'All Art Is Propaganda'. Apple Books. De vertaling is van Google.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten