Joan Mitchell. Les Bleuets. Olieverf op doek. Triptiek. 280,7 cm x 579,8 cm. 1995. In deposito Musée d'arts de Nantes sinds 06-12-1996. |
GOED SCHRIJVEN, ik ga al naar de tachtig en ben ’t nog steeds aan ’t leren. Nog altijd benader ik mijn lievelingsschrijvers in close reading, me afvragend: hoe doen ze het. Nu buig ik me weer over Lydia Davis, zoals eerder ook al gebleken is in Literatuur, Ronny Blomme en ’t kursaal⇲. Hoe doet zij het, hoe doet zij het? In A writer wrestles with a painting⇲ (°) probeert ze nader tot Les Bleuets van Joan Mitchell te komen. Hoe doet zij dat?
‘() Ik vond het schilderij erg mooi en vond dat er geen probleem was met de manier waarop ik ernaar keek. Het was wat het was, vormen en kleuren, wit en blauw. Toen vertelde Joan of iemand anders me dat het verwees naar het landschap hier in Vétheuil, specifiek naar korenbloemen. () dit was een verrassing, zelfs een schok voor me. Blijkbaar wist ik niet dat een abstract schilderij verwijzingen naar een onderwerp kon bevatten. Er gebeurden twee dingen tegelijk: het schilderij steeg abrupt boven zichzelf uit, verloor zijn eenzaamheid, kreeg een relatie met velden, met bloemen; en het veranderde van iets dat ik begreep in iets wat ik niet begreep, een mysterie, een probleem. Daarna kon ik proberen het te doorgronden: er moesten visuele aanwijzingen in het schilderij zitten. () Als de lichtere, verspreide of gebroken blauwe vlakken naar korenbloemen verwezen, waar verwezen de blokken donkerder blauw dan naar, en het weelderige wit? () Was dit een weergave van een emotionele reactie op korenbloemen, of van een herinnering aan korenbloemen? () Uiteindelijk begon ik antwoorden op mijn vragen te vinden, maar het waren geen volledige antwoorden, en na een tijdje voelde ik geen behoefte meer aan volledige antwoorden, omdat ik inzag dat een deel van de kracht van het schilderij juist was dat het zich aan een verklaring bleef onttrekken. Ik werd bereid om aspecten van het schilderij mysterieus te laten blijven ().’
Lydia Davis is naast schrijver ook vertaler, ze heeft ondermeer werk van A.L. Snijders in ’t Engels vertaald. Ook in haar vakgebied stoot ze op soortgelijk 'falen door vertalen':
‘() tijdens het vertalen van Franse teksten naar het Engels, worstelde ik zo hard met de betekenis van bepaalde complexe zinnen dat ik er zeker van was dat ik deze strijd fysiologisch in mijn hersenen voelde – de kleine stroompjes elektriciteit vonkten, reisden, sprongen vooruit tegen het probleem, vielen terug, sprongen weer vanaf een andere kant, faalden.’
Dat vonken en falen geldt wellicht bij het vertalen van alle kunstvormen. Ook rond de betekenis van muziek hangt een mysterie⇲, iets wat niet in 'zeggende woorden' te vertalen valt, toch niet zomaar. (°°) ’t Zelfde geldt voor poëzie, is mijn eigen ervaring. Er is een gedicht van Nick Tosches⇲ dat ik mooi vind, May the Gods without Names Redeem Me. Ik vertaal het en merk dat er onderweg verlies optreedt. Naar een oplossing zoekend, haal ik dat verlies weer op door er muziek van te maken. Het gedicht is nu meer dan vertaald, het is hertaald. Ge moet maar 1s kijken: Ik ken de weg naar zee⇲.
Ik haal een filmpje van ’t net, How to look at an abstract painting⇲. Drie kenners kijken naar schilderijen van Joan Mitchell en zeggen wat ze zien. De drie zetten de niet-verbale taal van dat abstracte schilderij om in woorden, ’t Is, vind ik, weinig overtuigend. Uiteraard: twee mensen weten meer dan één en wanneer je met drieën commentaar geeft, zie je dingen die je alleenstaand niet opmerkt, maar het verlies blijft, vandaar dat Lydia Davis zegt dat je bereid moet zijn ‘om aspecten van het schilderij mysterieus te laten blijven.’
Ik haal een filmpje van ’t net, How to look at an abstract painting⇲. Drie kenners kijken naar schilderijen van Joan Mitchell en zeggen wat ze zien. De drie zetten de niet-verbale taal van dat abstracte schilderij om in woorden, ’t Is, vind ik, weinig overtuigend. Uiteraard: twee mensen weten meer dan één en wanneer je met drieën commentaar geeft, zie je dingen die je alleenstaand niet opmerkt, maar het verlies blijft, vandaar dat Lydia Davis zegt dat je bereid moet zijn ‘om aspecten van het schilderij mysterieus te laten blijven.’
Wat ik er zelf over denk: vertalen leidt steevast tot verlies, hertalen haalt dat verlies terug (als 't goed gaat toch). Je moet de bleuets van Joan Mitchell in pianomuziek hertalen. In poëzie. In drama. In een song. In dans. In een essay. In filosofie misschien…
(°) A writer wrestles with a painting⇲ waaruit ik citeer — nadat Google het voor mij in 't Nederlands vertaald heeft — staat ook in Essays One van Lydia Davis., ’t is trouwens daar dat ik ’t voor ’t eerst gelezen heb. In het boek heet het Joan Mitchell and Les Bluets, 1973. Let op het verlies (ha!) van de Franse e (bleuets) in de vertaling naar het Engels (bluets.) 528 pp. Uitg. Farrar, Straus & Giroux. 2019.
(°°) Wat me er laat aan denken dat ik in mijn e-reader ook nog Murakami’s Absolutely on Music zitten heb, neerslag van gesprekken die de schrijver met Seiji Ozawa⇲ kon voeren. Dit is misschien wel het geschikte ogenblik om dat boek eindelijk ter hand te nemen. — Haruki Murakami. Absolutely on Music. Conversations with Seiji Ozawa. Translated from the Japanese by Jay Rubin. 325 pp. Uitg. Harvil Secker London. 334 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten