| Harry Mulisch en schaakkampioen Jan Hein Donner protesterend tegen de oorlog in Vietnam. Rechts: de schrijver als pijproker. |
Het stenen bruidsbed is een roman uit 1959 van Mulisch. In 1968 was dat boek voor ons verplicht leesvoer. Ons, dat zijn de leerlingen die in Oostende met mij een wiskundeklas in het college deelden. Ik doe een poging om het momentum weer op te halen.
Het internet leert me dat Mulisch de roman in opdracht van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs schreef. Bepaalde dat mee de keuze van Noël Berquin, toen onze leraar Nederlands? Bespraken wij het boek in de klas? Moesten wij er elk een stuk uit voorlezen? Schreven we er een essay over? Ik herinner het me niet.
Wikipedia vertelt hier veel over het boek en dit lange stuk doet het nog meer. Terwijl ik dat alles doorloop, vermoed ik dat veel ervan mij destijds ontgaan is. Wat ik me wel goed herinner is dat ik er met mijn vader over sprak: ‘stenen bruidsbed’ slaat immers op het platgebombardeerde Dresden, waarvan mijn vader op afstand getuige was. Daar schreef ik eerder al over in 'De reuzen bleven maar lopen en lopen.'
Ik zoek nog een en ander uit over Harry Mulisch, schrijver die blijkbaar scherp in ’t oog gehouden werd door de Nederlandse Staatsveiligheid. Een bloemlezing uit de intussen publiek gemaakte dossiers. In 1954: ‘(…) Persoon moet worden gezien als een sterk links geëngageerd schrijver. Hij zou een hekel hebben aan werken. Is een bekwaam schrijver. Intelligent.’ In 1966: ‘Harry Mulisch heeft uitgelaten van mening te zijn dat provo op zijn eind loopt, o.a. omdat prominente provo’s zich in grote, kwalijke dampen uitstotende auto’s laten vervoeren. (…)’. (Zijn echtgenote zat voor Provo in de gemeenteraad van Amsterdam.) November 1968: ‘Volgens mededeling (…) is hij een echte levensgenieter. Hij maakt graag reisjes op kosten van anderen. Vrouwenliefhebber. IJdel (de bestgepakte schrijver van Nederland). Staat bij demonstraties op grote afstand toe te kijken, zodat hij, als er gevaar dreigt, snel weg kan komen.’ ‘Hij is belust op eigen pleziertjes, zoals het “versieren” van een mooie Cubaanse.’ Was Noël Berquin op de hoogte van de strapatsen van deze schrijver? Betekende de keuze voor Mulisch dat de geest van Mei ’68⇲ ook door ’t college waaide?
Flor Vandekerckhove⇲
Geen opmerkingen:
Een reactie posten