Op het einde van de jaren vijftig sta ik met vader en moeder in het deurgat van een winkel in Bredene Duinen, gemeenzaam bekend als ‘de kiekenwinkel’, mijn ouderlijke woning. Op 1 november 2022 sta ik daar weer, nu alleen, ouders weg, en opeens is zelfs dat deurgat weg. Ik sta daar voor een indrukwekkend grote, gapende leegte. Ik weersta de neiging om er een schep filosofie op te leggen.
Die leegte loopt van de Duinenstraat 296 tot achteraan in de Hasseltstraat die ‘in mijn tijd’ bijlange nog niet zo heette, ’t was de Garre van Cornelis↗︎. Aan die garre hou ik goede herinneringen over. Herinneringen zijn er ook aan het café rechtover ons huis, bij Alida↗︎; aan buren, zoals ’t coiffeurtje↗︎, Leonie & Thei↗︎ en de Rosseels↗︎; aan buurjongens als Norbert Olders↗︎ en Noël Denys↗︎; aan buurmeisjes als Marie-Claire De Bourderé↗︎, Mireille Vanblaere↗︎ en Marie-José Smets↗︎; aan familie die hier↗︎ en daar↗︎ in de straat woont…
Het huis werd in twee fasen gebouwd. Het eerste gedeelte nog voor WO II door roste Miel en Eugenie↗︎, het nieuwe deel in de jaren zestig door mijn ouders. Ze wonen er tot in de eerste helft van de jaren zeventig. Het gebouw blijft nadien een winkelhuis; de laatste uitbaters heten P&P.
De gapende leegte wordt straks weer volgebouwd↗︎, zowel in de Duinen- als in de Hasselstraat. Er komen negen appartementen, in de woorden van de projectontwikkelaar: ‘met elkaar verbonden door een oase van groen’; in mijn hoofd een oase van herinnering.
1 opmerking:
Ik moet glimlachen bij het opschrift "Volaille lapins", opdat iedereen het zou verstaan. "Kiekens en keuns "... 't zou geen zicht zijn , 😉
Een reactie posten