woensdag 2 augustus 2023

Een probleem met commercie

Links: Deze bebaarde man, in de jaren`90 in zijn atelier gefotografeerd, ben ik. Rechts: In 1993 uit ik op een tentoonstelling mijn afkeer van de kunstmarkt, kunstcriticus Hugo Brutin merkt dat goed op.


EERST DENK IK dat ik de twee kan combineren, schilderen en schrijven, maar al gauw besef ik dat ik — als ik ’t goed wil doen — moet kiezen. In 1989 hak ik de knoop door. (°) Hoe dat gebeurt beschrijf ik in Afscheid van de schilderkunst. Later schrijf ik een gedicht over mijn afscheid van de kunstschilders: De eerste zon
Naar aanleiding van het 15-jarig bestaan van de Oostendse galerie Peperbusse tonen 75 exposanten daar in 1993 elk twee werkjes, 150 in totaal. Ik maak van de gelegenheid gebruik om nog eens kritiek op de kunstmarkt te uiten. (°°) Ik doe het à la Fluxus. Ik toon er twee tableautjes en kunstcriticus Hugo Brutin kijkt er niet naast, hij schrijft: 
‘Sommige exposanten denken nog altijd dat ze genieën zijn (…) Enkele hebben niet eens het niveau van een eerlijke ambachtsman bereikt. Er is echter ook heel goed werk. De premie voor originaliteit en fijne kritiek gaat naar de werken van Flor Vandekerckhove, die respectievelijk 50 en 1.000 fr. kosten en waarin beurtelings een stukje van vijftig en een briefje van duizend zijn ingekaderd.’


(°) Later vorm ik met Annie Vanhee nog wel het schilderskoppel PIAS (Paint It Again Sam), maar mijn bijdrage wordt almaar kleiner, tot hij uiteindelijk helemaal uitdooft. Over PIAS schrijf ik later wel nog een stukje.

(°°) Daarom koop ik zelf ook nooit kunst. Wat ik in huis heb is ‘van de krijg’ veelal in ruil voor een wederdienst. Mocht u zich afvragen waar die afkeer van de markt vandaan komt, lees Wist gij dat, van die klomp klei?

2 opmerkingen:

j v zei

dan Droogkoppel ?

De laatste vuurtorenwachter zei

@ j v. Merci: gecorrigeerd.