— Otis Redding (links) en James Wright. — |
In 1988 ging
ik me op de Oostendse Oosteroever vestigen. Het was er ruig en grijs, ruw en
desolaat, en ik kwam erg onder de indruk van dat gebied. Daarin speelde de halve maan een grote rol, een ontoegankelijk
stuk duin waarrond een dijk gelegd was, een golfbreker. Op die dijk, vlak bij
de havenmond, stonden enkele banken. Je kon er uit de wind zitten en uitkijken
over het op- en afgaand tij en op de schepen die daar in en uit voeren.
Er is geen
enkel lied dat daar zo goed bij past als The
Dock of a Bay (1967) van Otis
Redding: I’m just come sittin’
on the dock of a bay / Watchin' the ships roll in / Then I
watch 'em roll away again / I'm sittin' on the dock of the bay / Watchin' the
tide, roll away…
De
song paste daar zo goed bij dat ik op den duur een beetje beter naar de tekst ging
luisteren. En zo vernam ik dat Redding zong over iemand die zijn thuis verlaten
had om 2000 mijl verder tot de conclusie te komen dat het aan zijn situatie niets
veranderde. Everything seems to stay the same.
De toestand was hopeloos. De woorden verwezen naar melancholie, tristesse,
spijt en het gevoel van een verspild leven.
Hoe
kwam het dan, vroeg ik me af, dat ik dat lied desondanks anders bleef ervaren? En
wel als een beschrijving van een van de mooiste dingen die een mens kan
meemaken.
Het
was een vraag die ik al lang vergeten was. Maar opeens was hij daar weer.
In mijn zoektocht naar gemakkelijk te vertalen poëzie stootte ik op een
kort gedicht met een lange titel: Lying
in a Hammock at William Duffy’s Farm in Pine Island, Minnesota (1961).
Ik zag dat het in mijn mogelijkheden lag en ik nam me voor het te vertalen. Zo
kon ik ervaren dat James Wright me in dat gedicht onverwachts een antwoord gaf op de
vraag die Otis Redding zoveel jaar eerder bij mij opgeroepen had.
Wright
ligt in een hangmat, ergens op het Amerikaanse platteland, en beschrijft met
genoegen de dingen die hem omringen. En dan staat daar onverwachts de merkwaardige
slotzin: I have wasted my life.
Hoezo
zijn leven verspild? Je herleest het gedicht en weer kom je tot de conclusie
dat er nauwelijks iets mooiers bestaat dan wat de dichter daar beleeft.
Dat
is het moment waarop je ’t internet te hulp roept. Daar valt mijn oog op iets
wat ik vrij vertaal als: ‘De lezer kan de
lijn op vijf manieren lezen en daarbij elke keer een ander woord benadrukken.
De lezer kan zich voorstellen dat die woorden met walging, droefheid, verlangen
of berusting uitgesproken worden, of de lezer kan de woorden met een glimlach
van tevredenheid horen uitspreken alsof hij wil zeggen: ik wenste dat we
allemaal ons leven zo nuttig konden verspillen.’
Ja,
driewerf ja! Zo is het maar net, want wanneer de
mogelijkheid niet bestaat om iets ‘verkeerd’ te verstaan dan is het geen kunst.
Met de song van Redding is het niet anders. Hij schrijft een lied dat me raakt
en omdat het mij raakt, rakelt het mijn eigen gevoelens op en die gevoelens
zijn in dat geval deze van welbehagen. De kracht van dat lied bestaat erin
dat ik het tijdverlies van Ottis Redding kan wegdenken en dat van mezelf in de
plaats stellen. Kunst!
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten