zondag 1 april 2018

De kraaienmare

© Jo Clauwaert
In Sint-Martens-Latem staat een huis dat beeldhouwer George Minne (1866-1941) daar in 1908 heeft laten bouwen. Hij is er ook gestorven. Nu is het in handen van projectontwikkelaars die er kantoor houden.
Twee keer per jaar zetten ze daar een hedendaagse kunstenaar in de kijker. Van die kunstenaar wordt in ruil wel iets verwacht: ‘Telkens wordt een bepaalde associatie gemaakt met het oeuvre van kunstenaar George Minne of de omgeving van het huis en de streek met haar geschiedenis.’
Dat hebben exposant Jo Clauwaert en Ronald Soetaert, zijn inleider, goed gedaan. Wat merkwaardig is, want in de imaginaire wereld die Clauwaert oproept verwacht je niet meteen baron George Minne tegen ’t lijf te lopen. Hoe die twee het toch voor elkaar krijgen toont ons de mooie catalogus die ik prematuur heb mogen inkijken. In een reeks brieven die ze aan elkaar — en aan wijlen Minne — schrijven/tekenen, leggen ze spelenderwijze de link. En hun spel werkt, ondervind ik, dermate inspirerend dat ik er het gedicht De kraaienmare bij bedacht heb.
Oorspronkelijk lag het in mijn bedoeling om bovenstaand werk van Jo en onderstaand gedicht in een kader naast elkaar te plaatsen. Ook omdat ik technisch onkundig ben werd de tekst te klein en de tekening te wazig; spijtig, want 't was een mooi geheel. [Maar kijk, we zijn intussen twee jaar verder en ik kan het anders oplossen. Wie hier↗︎ klikt komt op een youtubekanaal terecht waar hzij mij het gedicht hoort reciteren, terwijl Jo’s werk zich voor het oog ontvouwt.]


De kraaienmare

In zijn gerenoveerde huis
krijgt Minne een zwerm
kraaien op zijn dak, op zoek,
zoals het zwarte kraaien past,
naar iets
wat uitgebracht kan worden.

Gebeiteld zit de baron
er rechts beneden naar te kijken.
Zijn huis heeft een nieuw verhaal te gaan.
Daar waar het lange tijd verlaten was,
doorklieft het thans de luchten, en kijk
er vlieden zakenmensen over ‘t gras.

Er is nieuw leven in het huis,
muziek & woord & beeld & rijm
van mannen met een cowboyhoed
en vrouwen met een blinddoek aan,
dolend door kantoren die naar verluidt
creatief en succesvol willen zijn.

Op ‘t dak van Minnes huis
kraaien zwarte kraaien luid de boodschap
dat de hemel maar een stap
van ons verwijderd is, en dat
het strand, zoals destijds,
nog altijd onder deze steenweg ligt.

Vlak voor de laarzen van de bard
leggen kraaien, da’s bekend,
hun boodschap aangetekend neer.
Rood is, leest hij in hun briefing,
de kleur van minne en van ‘t brandend hart
en scharlaken is het rood van kardinalen.

Rood Is de ook de kleur van stokebrand,
van permanente revolutie
en vreemd genoeg zelfs van de laarzen
waarmee de bard met rasse schreden,
de kraaienmare nog ter hand,
in Minnes huis komt aangerend.

De dood, zo heeft hij juist vernomen,
is iets heel anders dan je denkt.
Het is een vrouw met rode tetten,
die, in ’t deurgat van huiz’ Minne,
als een volleerde feminiene derwisj,
wild in ’t rond haar chocoladen rokje zwaait.

Wel dan, gezellen, gezellinnen,
verzamel uw getrouwen en ontbrand
de paarden van de blauwe Cadillac.
Zet maar alle zeilen bij, en vlug,
want de wind waait uit het oosten
en boven ons zet Ra het zenit al in brand.

Flor Vandekerckhove

° Jo Clauwaert stelt ‘Aangetekende brieven’ tentoon in Huize Minne, Kortrijksesteenweg 62 te Sint-Martens-Latem. De vernissage gaat door op donderdag 19 april van 19,30 tot 22 uur. Prof. em. Ronald Soetaert leidt in. (Mij zou het verwonderen mocht Clauwaert daar niet minstens één van zijn mederockers laten optreden.) De tentoonstelling is verder te bezichtigen van 19 april tot en met 29 juni. Open: alle werkdagen van 9 tot 17 uur.

Geen opmerkingen: