Je weet dat ik thuis volgens een strak plan leef: ’s morgens schrijven, ’s middags wandelen, ’s avonds vlij ik me in de armen van m’n geliefde. Ik zou ’t niet anders willen, maar er zijn nadelen, er rest bijvoorbeeld nauwelijks tijd om te lezen. Vandaar dat ik nu in de auto, rechtover de toegangspoort van die tuinen, in oude kranten blader, op zoek naar iets om te onthouden, zoals een uitspraak van Michaël Borremans (°) Zegt de interviewer: ‘U zet voluit in op de impact van schilderkunst. We worden nog altijd als door een magneet aangetrokken door olie-op-doek.’ Borremans antwoordt: ‘Het is vaak verguisd en doodverklaard. In zekere zin terecht: veel functies die de schilderkunst had, zijn nu irrelevant. Maar daardoor heeft ze zich ook juist bevrijd. Alles wat illustratief was, hoeft niet meer.’ ’t Is iets wat aandacht van literatoren zou moeten trekken, nu ’t internet in ’t algemeen en artificiële intelligentie (AI) in het bijzonder het schrijven belaagt, hoe zal literatuur eruitzien als ze zich van die belagers heeft bevrijd? Gesteld dat ze dat kan, of course, schrijvers beseffen precies nog niet wat op hen afkomt.
Er valt me nog iets op in dat interview, er wordt naar Sleeper (2008) verwezen, schilderij waarover ik iets zeg in Als je slaapt ben je dood. Het was me opgevallen dat die post de jongste tijd weer regelmatig opgehaald wordt, nu weet ik hoe dat komt.
Carl De Keyzer nu. Onlangs nog keek ik op YouTube naar een lang gesprek met de fotograaf. Ik lees (°°) dat Putin’s Dream, zijn derde Ruslandboek (na Homo Sovieticus en Zona) een experiment met artificiële intelligentie geworden is: ‘De Keyzer voedde een AI-systeem met beelden uit zijn eigen archief, opdat het zijn signatuur leerde kennen. Zijn fantasie en de kennis die hij had vergaard tijdens zijn vroegere Rusland-trips deden de rest. Na zes maanden computerwerk, “eigenlijk even lang als een echte reis”, lag er een boek.’ Zelf ben ik erg onder de indruk, maar Jan Desloover, die het artikel schreef, is niet zo’n fan: ‘De Keyzer is de Rubicon overgestoken. Wij hopen op zijn terugkeer.’
Ik leg de krant weg na het noteren van een kort citaat uit de column van Josse De Pauw. Onbewust vat hij daarin samen wat wegkijkende literatoren over AI lijken te denken: ‘Enfin, we zullen wel zien. Met dat zinnetje houden we het toch al dik 75 jaar vol.’
Carl De Keyzer nu. Onlangs nog keek ik op YouTube naar een lang gesprek met de fotograaf. Ik lees (°°) dat Putin’s Dream, zijn derde Ruslandboek (na Homo Sovieticus en Zona) een experiment met artificiële intelligentie geworden is: ‘De Keyzer voedde een AI-systeem met beelden uit zijn eigen archief, opdat het zijn signatuur leerde kennen. Zijn fantasie en de kennis die hij had vergaard tijdens zijn vroegere Rusland-trips deden de rest. Na zes maanden computerwerk, “eigenlijk even lang als een echte reis”, lag er een boek.’ Zelf ben ik erg onder de indruk, maar Jan Desloover, die het artikel schreef, is niet zo’n fan: ‘De Keyzer is de Rubicon overgestoken. Wij hopen op zijn terugkeer.’
Ik leg de krant weg na het noteren van een kort citaat uit de column van Josse De Pauw. Onbewust vat hij daarin samen wat wegkijkende literatoren over AI lijken te denken: ‘Enfin, we zullen wel zien. Met dat zinnetje houden we het toch al dik 75 jaar vol.’
(°) ‘In mijn schilderijen is alles theater.’ Interview van Geert Van der Speeten met Michaël Borremans. DS 30 november 2024.
(°°) Kijk, zonder camera. Recensie. DS 30 november 2024.Wie De Laatste alleenlijk omwille van de wandel-/reisverhalen leest, is nu ontgoocheld, maar ik beloof beterschap. De volgende keer (januari 2025?) stapt Tania dwars door Le Havre en daarna trekt ze over de Pont de Normandië het schilderachtige Honfleur binnen. Daar zal ik haar weer opwachten, met letterlijk een andere kijk op Le Havre. [Op de hiernaast staande situeringskaart duidt het rode bolletje Le Havre aan.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten