vrijdag 13 juni 2014

Lapkoes: een recept

— Links: de Oostendse Vistrap halverwege de vorige eeuw; een en al bedrijvigheid. Rechts: een stoofpotje dat lapkoes heet. —


Roland Desnerck vermeldt het woord in zijn Oostends woordenboek: visserskost op zee, vissersmaal bestaande uit aardappelen, ajuinsaus, laurierbladeren, en ofwel vis ofwel ingeblikt vlees. Het gerecht is ook buiten de visserij bekend, het is een klassieker in de koopvaardij. Denen en Noren kennen het als lapskaus. De oorsprong is rond 1700 in Lancashire te vinden, waar het gerecht lobscourse heet. In 1880 wordt de term al zodanig met de zeevaart geassocieerd dat lobcouser een lapnaam voor matroos is.
Lapkoes is een pot au feu, een stoofpotje. Je maakt het klaar de dag voor 't eten. Een breed recept is dat je alle eetrestanten samen in de pot gooit. Fijner is ’t als volgt. Smelt een weinig boter en laat er gesneden ui in zweten. Voeg er kleine stukjes cornedbeef aan toe, plus tijm & laurier en laat die dingen met de uien zweten. Nu voeg je daar nog geschilde aardappelen aan toe, maar je moet die wel eerst in stukjes snijden, waarna je alles in die mate onder water zet dat de bovenste aardappelen niet bedekt zijn. Laat het zootje zachtjes koken tot de aardappelen gaar zijn. Op het laatste kun je er nog erwtjes en wortels aan toevoegen. Laat alles sudderen tot het water je in de mond komt.


[‘Lapkoes’ was ook de naam van een rubriek die ik in De Zeewacht verzorgd heb. Die rubriek is lang geleden al uit dat blad verdwenen. Hoe dat komt leest u hier↗︎.]


['Lapkoes, een recept’ dateert in DLVuurtorenwachter van 2014. De tekst werd nadien breed op ’t internet verspreid o.m. via tal van FB-pagina’s, helaas veelal zonder bronvermelding  Ik redigeer de post opnieuw in 2020, ten behoeve van de FB-groep Oostendse verhalen en in 2022 nog eens, maar nu voor Oostende retro.]

3 opmerkingen:

Anne Marie rondelez zei

Ik ken het recept van mijn vader(Oscar Rondelez)en heb het zelf ook eens klaar gemaakt....lekker!

geert barbier zei

Ik ken het uit Hamburg

M-M-M zei

Wijlen mijn rasechte Oostendse schoonvader heeft het me geleerd. Z'n aangespoelde schoondochter. Hij heeft heel z'n leven in de machinekamers gewerkt ....Maak het elk jaar een keer of drie (sinds 1983)