maandag 26 december 2016

De vergankelijkheid van Ernest Mandel


 — Links: Ernest Mandel ontmoet de Peruviaanse boerenleider Hugo Blanco, net als Mandel lid van de Vierde Internationale.  Midden: een Spaanse uitgave over het debat tussen Che, Mandel en Bettelheim.  Rechts: Mandel spreekt op een vergadering van de Vierde Internationale.

IN 1964 nodigt Che Guevara Ernest Mandel uit om in Cuba deel te nemen aan een debat over de economische organisatie van de Cubaanse revolutie. De Vlaamse econoom houdt er lezingen en spreekt vier uur met Che. Mandel en Guevara werken een antwoord uit op de kritieken van de Franse econoom Charles Bettelheim. Dat debat is niet zolang geleden in ’t Engels uitgegeven als The Great Debate on Political Economy.  Ernesto — Che — Guevara (1928-1967) herinnert u zich uiteraard, maar Ernest Mandel (1923-1995)?
Vincent Scheltiens vraagt zich af hoe het komt dat Mandel ‘geen deel uitmaakt van de maîtres à penser van de contestatiebewegingen die de afgelopen jaren straten en pleinen deden vollopen om tegen het neoliberale soberheidsoffensief te protesteren.’ (*) Om te begrijpen waarom Scheltiens zich die vraag stelt, zetten we een stap terug in de tijd. Zowel Scheltiens als ik brengen een deel van ons leven door op het hoofdkwartier van de Socialistische Arbeiderspartij (SAP), kleine trotskistische organisatie die deel uitmaakt van de Vierde Internationale. Mandel, die lang voor de SAP (en voorheen de Revolutionaire Arbeidersliga, RAL), al tot de leiding van die Internationale. behoorde, was iemand waarnaar we opkeken, ook omdat hij ouder was dan wij, en geleerder. Ja, hij was wat wereldvreemd en ja, zijn overdreven optimisme was legendarisch, maar we waren toch trots dat hij een der onzen was. De invloed van Ernest Mandel bleef ook niet tot die kleine organisatie beperkt, anders had Che hem uiteraard nooit voor dat debat uitgenodigd. Mandels werken verschenen in vele talen: ‘Naar verluidt was hij na Hergé (Kuifje) en Simenon (Maigret) de meest gelezen Belg ter wereld.’
Dat is nu voorbij. Is dat vreemd? Eigenlijk niet: ‘Vele van zijn geschriften en analyses werden geproduceerd in en bepaald door de bipolaire wereld van de Koude Oorlog. (…) Het ‘reëel bestaande socialisme’ behoefde in Mandels opvatting een ‘politieke revolutie’. Dat betekent dat de arbeidersklasse zich opnieuw moest meester maken van de politieke macht die de ‘stalinistische bureaucratie’ zich in naam van die arbeidersklasse onrechtmatig had toegeëigend.’ De basis van deze visie werd door Leon Trotski gelegd en Mandel mocht zich daar terecht de erfgenaam van noemen.
Wat ‘had moeten’ gebeuren is echter niet gebeurd. ‘Toen de massa’s achter het IJzeren Gordijn, vooreerst in Oost-Duitsland, dan toch in beweging kwamen, verkeek Mandel zich op de uitkomst. (…) Het ontwaken van de Vierde Internationale was hard, waarna de implosie van de Sovjet-Unie volgde die met de wederinvoering van een bandietenkapitalisme, (…) een heel andere wending nam.’
Een einde is altijd tragisch. Onderaan dit stuk plaats ik een markante foto. Hij dateert van 4 november 1989. Op de achtergrond zien we een betoging in Berlijn. Een miljoen mensen nemen eraan deel. Op de voorgrond zien we Ernest Mandel die zich naar die betoging haast. Alleen!
Is het dan allemaal waardeloos geweest? Heeft zijn — en ons — politieke engagement een puinhoop opgeleverd? Dit is wat Scheltiens me daarover schrijft: Er zit veel waardevols onder dat puin, dat moet gekoesterd en doorgegeven worden. In die zin maak ik ook helemaal geen negatieve balans (…) en tracht ik trouw te blijven aan dat engagement.’

—  Foto (collectie van Bruno Coppieters) uit Ernest Mandel, Rebel tussen droom en daad, de biografie die Jan Willem Stutje schreef. Uitg. Houtekiet/Amsab, 2007. —

(*) Vincent Scheltiens Ortigosa in Ernest Mandel en de moeilijke strijd tegen de  vergankelijkheid in Vlaams Marxistisch Tijdschrift, winternummer 2016, jg 50/4. Het artikel verscheen eerder in Aktief, het ledenblad van het Masereelfonds, jaargang 2016, nr 5.

Geen opmerkingen: