— Links Jacob van Maerlant en ik; midden de grafplaat in de toren van de kerk; rechts Tijl Uilenspiegel en ik. — |
[De winter is vergangen en ik ga weer op zoek naar de Vlaamse identiteit waarover nationalisten het altijd hebben. Of ik die ook vind kunt u zelf nagaan als u de in blauw gemarkeerde plekken aanklikt, startend in Brugge↗︎ en rondtrekkend via Bornem↗︎, Dendermonde↗︎, Aalst↗︎, Geraardsbergen↗︎, Zarlardinge↗︎, Ronse↗︎, de Kluisberg↗︎, Avelgem↗︎, Menen↗︎, Ieper↗︎, Poperinge↗︎, Veurne↗︎, Rupelmonde↗︎, Alt-Hoeselt↗︎. En nu Damme.]
Omdat cluytspeelders — dat is ook vandaag nog zo — meer volk trekken dan dichters, ontstaat een ware cultus die volgens meneer pastoor uit de hand loopt. Om ervan af te zijn, keert hij de steen om en omdat de pelgrimages ook dan nog aanhouden, verkoopt hij hem in 1829 aan een marmerwerker die daar wel weg mee weet. Enter Charles De Coster⇲, een vrijzinnige liberaal die — alleenlijk om pastoors te kloten — een boek schrijf waarin Tijl in Damme geboren wordt. De verwarring neemt toe, de onduidelijkheid vergroot, de tweespalt vermeerdert, de twistgesprekken breiden uit, de spanning stijgt, de heibel ontspoort, de trammelant rijst alsmede de bonje, de wrijving groeit aan… Er moet iets gebeuren.
Omdat de horeca het zo al moeilijk genoeg heeft, ordonneert men in Damme dat er plaats is voor zowel Jacob als Tijl en dat beiden recht op een eigen standbeeld hebben. In de kerktoren leest een nieuwe grafplaat (foto midden) overduidelijk: ‘Hier ligt Jacob van Maerlant begraven’ — waaronder te verstaan: en niemand anders — en langs de vaart houdt Tijl Uilenspiegel in een versie van beeldhouwer Jef Claerhoudt⇲ (foto rechts) iedereen de spiegel voor. En zoals ge ’t op de foto ziet: un cluytspeelder peut en cacher un autre.
(°) Waarom ‘uil’ en ‘spiegel’ in woord en/of beeld op de grafplaat voorkomen, is een vraag die anderen uiteraard al eerder gesteld hebben. Zo ook Jan Hutsebaut in Uilenspiegel in Damme (Rond de Poldertorens, 2018). Hij is zo vriendelijk me zijn werkstuk (15 pp) op te sturen. Ik leid eruit af dat de grafsteen in 1584 in dermate slechte toestand verkeert dat alle daarna volgende getuigenissen betreffende het erop voorkomen van uil en spiegel eronder lijden (nog moeilijk te lezen tekst, moeilijk te interpreteren afgesleten beeld.)
En alsof dat alles nog niet genoeg is:
John Lennon leeft!
1 opmerking:
aha, ge zijt weer onderweg. zeer goed!
Een reactie posten