[157]
IK WAS NIEUW in de buurt en moest nog wennen. Terwijl ik de badkamer op orde zette, zag ik dat ik oorstokjes mankeerde. Ik ging naar de superette. Omdat de voorraad op was, leende de winkelierster me haar persoonlijke, al gebruikte oorstokjes. Dat was op zich ongebruikelijk, maar ik was, zoals gezegd, nieuw in de buurt en dacht: hier voelen de mensen zich nog bij elkaar betrokken. Terwijl ik dat aan ’t overdenken was, merkte ik dat er hier en daar aan zo’n oorstokje smeer hing. Dat vond ik toch te verregaand. Hygiëne, gezondheid, zeden & gewoonten, aura, ziekteverspreiders… Wie weet, dacht ik, waar ze die dingen al ingestoken had. Ik verzamelde moed, schoof de oorstokjes naar haar toe en zei stilletjes: ‘Mevrouw, er hangt smeer aan.’ Ze keek aandachtig en gaf ze me weer. ‘Neen hoor,’ zei ze, ‘’t zijn oude stukjes feromoon.’ Omdat ik niet wist of feromonen op oorsmeer lijken, zei ik niets meer. Ik kocht ook nog een tweedehands hasjpijpje voor niet veel geld. ‘Alleen maar gebruikt,’ zei ze, ‘om er ’s zondags mee naar de kerk te gaan.’ Die avond was ik hier getuige van de mooiste zonsondergang ooit.
Flor Vandekerckhove⇲
Flor Vandekerckhove⇲
Zin in meer van dat? Oorsmeer is een van de stukjes die opgenomen werden in ‘Gesprekken met Polleke’, 129 bladzijden op de grens tussen proza en poëzie. De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be⇲. |
1 opmerking:
Heerlijk verhaal🙃🙃.
Een reactie posten