zondag 7 mei 2023

William Phlips: de kunstenaar als alchemist

Links: William Phlips toont een van de staties van zijn Kruisweg. Groepsfoto: van links naar rechts: Boris Van Severen, Hannes Van Severen, Flor Vandekerckhove, William Phlips, Sylvie Van Butsele. 


GODVER, HOELANG IS 'T niet geleden dat ik William Phlips in Gent leer kennen? Elkaar weerzien deden we gisteren in Oostende, waar hij inmiddels woont. Phlips: ‘Toen ik hier kwam wonen, heb ik je roman Amandine gelezen. Ik raad het sindsdien iedereen aan die hier aanspoelt. Wie dat boek leest, begrijpt meteen deze stad aan zee.’ Met Eva Adriaensen betrekt William in de Kaaistraat een dakappartement dat hij omtoverde tot een Belgische versie van het beroemde cabanonhuisje van Le Corbusier. Want William Phlips mag een bevlogen, ietwat bohémienachtige artiest zijn, een perfect decor bouwen kan hij. Dat is het voordeel van iemand die eerst een stiel leert — schilder-decorateur — en pas daarna academie loopt. ‘In Zwitserland bestaat de verf nog die Le Corbusier in 1951 voor zijn schilderwerk gebruikte; ik heb die verf in huis gehaald. Meer, ik heb me niet alleen zijn kleuren toegeëigend, maar ook ’s mans schildertechniek.’ Resultaat: een echt cabanonhuisje. 
Decorbouw is ook wat de kunstenaar, inmiddels 70, veelal om den brode heeft gedaan. Hij werkte mee aan drie films van Felix Van Groeningen, aan toneelwerk van Alain Platel en almaar verder teruggaand in de tijd stoten we op Williams participatie aan culturele momenten die ons jongvolwassen leven in Gent gekruid hebben: Walter De Bucks fanfare van De Lochte Genteneers, Eric De Volders Etherisch Strijkersensemble Parisiana, de Megafoonfanfare… Man man man, waar is de tijd! Phlips: ’En opeens was ik 35 en stond ik me in Gent af te vragen waar iedereen naartoe was. Huwelijk, kinderen… Ik had het niet zien aankomen.’
William Phlips is op professionele wijze kunst blijven maken en dat doet hij vandaag nog. Al een kunstenaarsleven lang scheert hij langs de grens van het artistieke wereldje; kunstwereld die hij als jongeman, met happenings, heeft willen opblazen en waar hij nadien, via uit te zoeken poortjes, weer probeert in te komen. ’t Is een ambiguïteit die Phlips deelt met dada en Fluxus. Op die manier heeft de kunstenaar iets van de alchemist: je zoekt de geheime formule die toegang geeft tot een kunstwereld waarin je niet gelooft en die je desondanks blijft aantrekken. Hoe kan een kunstenaar die onverenigbaarheid verenigen? Antwoord: al doende. Je schildert, boetseert, kapt, plaastert en tekent, ensceneert, installeert… The proof of the pudding is in the eating.
Hoe dat er concreet aan toegaat kun je in Oostende zien. William Phlips heeft daar een atelier op de Oosteroever — neen, niet op het inmiddels gekoloniseerde deel, maar aan gene kant van ’t Visserijdok, daar waar de oude sfeer nog heerst: Vismijnlaan 121. Nog tot ’t einde van de week houdt hij er opendeur. Wie zijn werk tentoongesteld wil zien, kan vanaf 17 mei terecht in de St.-Jacobskerk in Gent, waar hij met zijn ‘Kruisweg’ deelneemt aan een groepstentoonstelling.

De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.