Onlangs postte ik Marcel de facteur sluit een tijdperk af⇲. Dat eindigde met: ‘Wandelend in de wijk, kijk ik naar gevels, ik probeer me de huizen voor te stellen die er waren toen Marcel zijn ronde deed, eengezinswoningen, nu flatgebouwen.’
Dat voorstellen viel tegen. Daarom dacht ik: ik probeer vast te houden wat nog vast te houden valt. Ik haal twee foto’s uit de oude doos, twee keer de minigolf op de hoek van Kapel- en Brusselstraat. Ze dateren van verschillende tijden, wel twee keer van erg lang geleden. Ze werden uit een tegengestelde hoek gemaakt, wat me goed uitkomt. Ik nummer die huizen en roep daarna uw hulp in, ook om me tegen te spreken in wat volgt. Mijn nummering begint al in de verte, op de Driftweg, met het nummer 1 dat misschien wel op de ruïnes van sanatorium Marin⇲ wijst, bouwwerk die een rol in mijn familiale geschiedenis speelt. Is 2 dan het na de oorlog nog rechtopstaand hotel Glibert? En de ruïnes onder 3, op de hoek van Driftweg en Duinenstraat, waren dat er van Grand Hotel de l’Espérance⇲? Speelt m’n geheugen me parten als het me influistert dat ik daar in mijn kindertijd caféterrassen heb zien uitbaten? 13 is L’Aurore, 14 de vernietigde Cosmopolite. De tweede postkaart toont goed de hoekhuizen van Kapellestraat en Brusselstraat, hotel De Golf en hotel Belle-Vue, maar kan iemand me zeggen welk huis het verre nummer 30 is? Ge ziet: over elk van de genummerde huizen heb ik wel een vraag te stellen, bijvoorbeeld over de boog onder nummer 15: is dat de ingangspoort van brouwerij Brys? Wijst nummer 16 op de Willem Tell, lokaal van de schuttersgilde⇲? [Wie mee wil speuren, wordt ietwat geholpen door een ander stukje in De Laatste: Drie keer ’t zelfde stukje straat⇲.] Over elk van die dertig gebouwen valt wel een verhaal te vertellen, of over de bewoners ervan: wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen⇲. Wie iets te zeggen heeft, kan dat doen in een opmerking onderaan dit stuk; of hzij kan me mailen: liefkemores@telenet.be.
Flor Vandekerckhove⇲
Dat voorstellen viel tegen. Daarom dacht ik: ik probeer vast te houden wat nog vast te houden valt. Ik haal twee foto’s uit de oude doos, twee keer de minigolf op de hoek van Kapel- en Brusselstraat. Ze dateren van verschillende tijden, wel twee keer van erg lang geleden. Ze werden uit een tegengestelde hoek gemaakt, wat me goed uitkomt. Ik nummer die huizen en roep daarna uw hulp in, ook om me tegen te spreken in wat volgt. Mijn nummering begint al in de verte, op de Driftweg, met het nummer 1 dat misschien wel op de ruïnes van sanatorium Marin⇲ wijst, bouwwerk die een rol in mijn familiale geschiedenis speelt. Is 2 dan het na de oorlog nog rechtopstaand hotel Glibert? En de ruïnes onder 3, op de hoek van Driftweg en Duinenstraat, waren dat er van Grand Hotel de l’Espérance⇲? Speelt m’n geheugen me parten als het me influistert dat ik daar in mijn kindertijd caféterrassen heb zien uitbaten? 13 is L’Aurore, 14 de vernietigde Cosmopolite. De tweede postkaart toont goed de hoekhuizen van Kapellestraat en Brusselstraat, hotel De Golf en hotel Belle-Vue, maar kan iemand me zeggen welk huis het verre nummer 30 is? Ge ziet: over elk van de genummerde huizen heb ik wel een vraag te stellen, bijvoorbeeld over de boog onder nummer 15: is dat de ingangspoort van brouwerij Brys? Wijst nummer 16 op de Willem Tell, lokaal van de schuttersgilde⇲? [Wie mee wil speuren, wordt ietwat geholpen door een ander stukje in De Laatste: Drie keer ’t zelfde stukje straat⇲.] Over elk van die dertig gebouwen valt wel een verhaal te vertellen, of over de bewoners ervan: wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen⇲. Wie iets te zeggen heeft, kan dat doen in een opmerking onderaan dit stuk; of hzij kan me mailen: liefkemores@telenet.be.
Flor Vandekerckhove⇲
Ann Lams: ‘Mijn grootouders hadden ooit een pensionnetje, Les Flots Bleus, in de KapelLEstraat. Mijn fiere vader Edmond Lams staat voor de gevel naast zijn mama Maria Defever. Kan het nummer 11 zijn?’
Luc Blomme: 'Op het braakliggend perceel van l' Espérance — nummer 3? — stond in de jaren vijftig een terras van Every Day, de eerste roomijs in kartonnen potjes.'
Luc Blomme: 'Op het braakliggend perceel van l' Espérance — nummer 3? — stond in de jaren vijftig een terras van Every Day, de eerste roomijs in kartonnen potjes.'
4 opmerkingen:
Jaren 1945 a 1950 ?
Op het braakliggend perceel van l' Espérance stond in de jaren vijftig een terras van Every Day, de eerste roomijs in kartonnen potjes.
Bovenstaande reactie van Luc Blomme
Volgens mij is 12 ook nog L'Aurore. Je ziet de laatste letters op de foto van Ann Lams
Een reactie posten