
Van de
weeromstuit denk ik aan Onze Meisjes die in Onze Huisgezinnen verkracht worden
en aan Onze Vrouwen die van Onze Echtgenoten slaag krijgen. Ik denk aan de schrikbarende cijfers die ik daarvan gezien heb. Om het gesprek te voeden
wil ik die gedachten wel in woorden omzetten, maar dan valt het me te binnen dat Jacqueline een vorige verstelbeurt gemist heeft doordat ze, op de
vlucht voor Onze Echtgenoot, enige weken heeft moeten onderduiken. Dus zwijg ik en zeg dan dat Tania en ik ’s middags naar Heuvelland trekken om er te wandelen.
Dat is ook
wat we gedaan hebben. Terwijl we daar een
indrukwekkend mooi parcours afwandelden, vertelde ik over Jacqueline en
Onze Meisjes en hoe ik er met mijn mond vol tanden naar had staan luisteren. Tania had die dag een citaat zien passeren dat zei dat intelligente
mensen vol twijfel zitten, terwijl domme mensen vol zelfvertrouwen zijn. Woorden die ik gulzig opdronk.
Tussen
Nieuwkerke en Dranouter konden we over de glooiende velden heen wel zes
kerktorens zien. We zagen verschillende hazen en een café dat Hazenkasteel
heet. En voor het eerst dit jaar hoorde ik de roep van de kievit die met forse
duikvluchten zijn terrein afschermde. Die kievit kon een eerste
teken van de lente zijn, een vogel die uit 't zuiden was teruggekeerd; of een laatste teken van de winter, een vogel die
nog even wachtte om naar het noorden weer te keren.
Op de
terugweg vroeg ik Tania of ze me het citaat kon doorsturen. Dat deed ze. Er stond: ‘The
problem with the world is that the intelligent people are full of doubts, while
the stupid ones are full of confidence.’ Was getekend Charles Bukowski, die we misschien wel Onze Vogelaar mogen noemen, maar toch niet in die zin dat hij me iets over die kievit had kunnen leren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten