vrijdag 11 maart 2016

Dagboekaantekening


DONDERDAG 10 maart — Omdat ik het zelf niet kan, herstelt Jacqueline tegen betaling mijn kleren. Losgekomen voeringen, zoekgeraakte knopen en veel commentaar op illegalen die aan de schoolpoort Onze Meisjes opwachten. Haar redeneringen zijn me in 't algemeen bekend, maar die van Onze Meisjes is nieuw. Ook omdat de kinderen van Jacqueline jongens zijn, geen meisjes, laat ik de term even bezinken. Ze zegt het nog eens: ‘Ze moeten van Onze Meisjes afblijven.’
Van de weeromstuit denk ik aan Onze Meisjes die in Onze Huisgezinnen verkracht worden en aan Onze Vrouwen die van Onze Echtgenoten slaag krijgen. Ik denk aan de schrikbarende cijfers die ik daarvan gezien heb. Om het gesprek te voeden wil ik die gedachten wel in woorden omzetten, maar dan valt het me te binnen dat Jacqueline een vorige verstelbeurt gemist heeft doordat ze, op de vlucht voor Onze Echtgenoot, enige weken heeft moeten onderduiken. Dus zwijg ik en zeg dan dat Tania en ik ’s middags naar Heuvelland trekken om er te wandelen.
Dat is ook wat we gedaan hebben. Terwijl we daar een indrukwekkend mooi parcours afwandelden, vertelde ik over Jacqueline en Onze Meisjes en hoe ik er met mijn mond vol tanden naar had staan luisteren. Tania had die dag een citaat zien passeren dat zei dat intelligente mensen vol twijfel zitten, terwijl domme mensen vol zelfvertrouwen zijn. Woorden die ik gulzig opdronk.
Tussen Nieuwkerke en Dranouter konden we over de glooiende velden heen wel zes kerktorens zien. We zagen verschillende hazen en een café dat Hazenkasteel heet. En voor het eerst dit jaar hoorde ik de roep van de kievit die met forse duikvluchten zijn terrein afschermde. Die kievit kon een eerste teken van de lente zijn, een vogel die uit 't zuiden was teruggekeerd; of een laatste teken van de winter, een vogel die nog even wachtte om naar het noorden weer te keren.
Op de terugweg vroeg ik Tania of ze me het citaat kon doorsturen. Dat deed ze. Er stond: ‘The problem with the world is that the intelligent people are full of doubts, while the stupid ones are full of confidence.’ Was getekend Charles Bukowski, die we misschien wel Onze Vogelaar mogen noemen, maar toch niet in die zin dat hij me iets over die kievit had kunnen leren.

Geen opmerkingen: