dinsdag 26 april 2016

Rode pluche

— Van links naar rechts, in de Oostendse cinema Rialto: Flor Vandekerckhove, Filip De Bodt, Didi de Paris. —

Gisteren zag ik Jan Verheyen op de televisie. Hij stelde nieuwe films voor en deed dat weggezonken in rode pluche. Al associërend gingen mijn gedachten uit naar de in 2012 gesloten Oostendse cinemazaal Rialto. Dat gebouw wordt binnenkort afgebroken, maar u mag er eerst nog, meldt de uitbater, souvenirs uit weghalen: Er zijn blijkbaar veel mensen die een souvenir willen. We hebben dan ook beslist om een evenement aan te maken om een grote yardsale aan te kondigen. Nu woensdag van 18u tot 21u. 50 € per koppel stoelen, wel zelf los te maken. Breng dus best wat materiaal mee.’  Allen daarheen! Op woensdag 27 april, van zes tot negen, een fucking yardsale
Zelf raad ik souvenirjagers aan om, in de rode zaal, de derde stoel van de tweede rij los te schroeven. Dat is niet zomaar een stoel, dat is rode pluche van grote symbolische waarde. Daar heb ik namelijk zelf in gezeten en niet zomaar, niet als toeschouwer. Daar ben ik in 2013 gefilmd in de rol van een soort linkse Verheyen. Net als de Jan heb ik, jawel, in de rode pluche een film gepresenteerd, een klein meesterwerkje trouwens, van de hand van de onovertroffen Vlaamse regisseur Filip De Bodt. De prent luisterde, en luistert nog steeds, naar de spetterende naam Fish & Run II — jawel, de sequel — en kaapte later een persprijs weg op het filmfestival van de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling — ja, die Raad heeft een festival. Ik presenteerde niet alleen die film, ik trad er ook in op en miste op voornoemd filmfestival ei zo na de prijs voor de beste mannelijke bijrol.
Ik weet dat het allemaal een beetje ongeloofwaardig lijkt. Maar ik beschik over een fotografisch bewijs dat u zal overtuigen. Op bovenstaande foto ziet u, in de rode pluche van de Rialto, van links naar rechts: ondergetekende, regisseur Filip De Bodt en Didi de Paris. Wat die laatste daar kwam doen, heb ik nooit geweten. Voor de fans: zijn stoel staat op de eerste rij, ik denk dat het de vijfde is.
Flor Vandekerckhove



Geen opmerkingen: