zondag 30 september 2018

’t Kan wreed waaien op de kaaien (6)

Burgerzin — Vanuit de controlekamer kijkt de havenkapitein uit over het gebied. ‘Wat is dat?’ zegt hij tegen zichzelf. Hij herkent de duivelse pastoor van Zeebrugge. ‘What the fuck is die daar…’ Hij laat zijn kijker verder over het terrein glijden en ziet voorwaar een illegaal. De waakzame havenkapitein heeft het meteen begrepen: een transmigrant die zich aan ‘t verstoppen is! En de pastoor die hem daarbij helpt. De havenkapitein aarzelt geen ogenblik. Hij belt zeevaartpolitie, gouverneur, burgemeester, federale politie, minister, partij, buurtcomité, Voorpost, Schild & Vrienden en uiteraard zijn mama. Hij belt ook mij om er een stukje over te schrijven.



Piratencultuur — De piraten van de XVIIe en de XVIIIe eeuw ontwikkelden een eigen cultuur. Ze spraken een mengelmoes van talen, gelardeerd met blasfemie. Ze waren uit op buit, maar ook op wraak, een cultureel motief! Zwartbaards schip heette Queen Anne’s Revenge, John Cole noemde zijn schip New York Revenge’s Revenge, het schip van William Fly heette Fame’s Revenge. Dat van John Ward heette ‘Little John’, naar de helper van Robin Hood. Nog: de uit de hand lopende feesten, muzikanten aan boord en muziek tijdens de aanval! Er werd stevig gedronken, soms waren ze te dronken om de klus te klaren. Cultuur!



Parfum — De dienst zat er bijna op. Ze haastte zich om zich om te kleden. Ze voelde een lichte opwinding. Dat kwam doordat ze fijne lingerie aantrok, kousen ook en een jarretellehouder. Ze besloot boven haar zijden blouse een strak pak aan te trekken, met een nauwsluitende rok. Parfum. Pumps. Ze was klaar om de nacht in te gaan. Toen kreeg ze van de dienst een oproep. Ze moest nog dringend een visser overbrengen. In de cel lag de man op de brits. Hij verspreidde een visgeur. ‘Is hij dood?’, vroeg de vrouw. ‘Neen’, antwoordde de bewaker, ‘hij ruikt alleen zo.’




[Bovenstaande verhalen vinden hun oorsprong in ‘vissersverhalen’ die ik in 2015-16 geschreven heb. Die schenken me geen voldoening meer. Al lang zoek ik naar een manier om ze te herschrijven. Die manier heb ik nu gevonden in wat in ’t Engels a drabble heet, een verhaal van exact honderd woorden, niet meer, niet minder.]

Geen opmerkingen: