Twee doeken die René Magritte aan zijn nieuwe kameraden presenteerde. Ze konden er niet om lachen. Links L’intelligence (1946). — Rechts: Le survivant (1950). |
De reactie is ook in Frankrijk sterk, lijkt het. We moeten meer dan ooit op onze hoede zijn. Het lijkt erop dat de regering trotskistische publicaties financiert om verdeeldheid te zaaien onder de linkse partijen. Wat mezelf betreft ben ik lid geworden van de Belgische C.P. om de rangen te versterken van de “intellectuelen” die zich aansluiten. Ik denk dat we in geen geval de georganiseerde verdediging tegen het fascistische gevaar moeten verzwakken. (°)
(…) waarin communistische kunstenaars en flaneurs in een halve cirkel staan opgesteld en prima gratis reclame wordt gemaakt voor een bepaald automerk. Dergelijke waanzin zal arbeiders niet het idee geven van de ernst van de te voeren strijd, als hun krant een vijand van het communisme presenteert als een verrukkelijk persoon die door de Partij gevierd dient te worden.
En zo werd, na een korte blik op elk werk, alle tijd besteed aan felle kritiek op Magrittes schilderij, waardoor na twee uur steriele woordenwisselingen Magritte, Nougé en ik er alleen maar konden op wijzen hoe effectief Le survivant kennelijk was […] aangezien het van alle werken het enige was dat de meningen verdeelde en gepassioneerd commentaar opriep.
We hadden te maken met een stel doven. Ik werd gevraagd een of twee voorstellen in te dienen voor posters. Ze werden allemaal afgekeurd. Conformisme was in dit milieu even duidelijk de standaard als in de meest bekrompen delen van de bourgeoisie. Na een paar maanden ging ik er niet meer naartoe, en vanaf dat moment had ik verder geen band meer met de Partij. Er was geen uitsluiting of breuk, maar, van mijn kant, complete onvrede en permanente vervreemding.
(°) Alle citaten komen uit Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022.