vrijdag 12 september 2025

Schrijven vanuit een donkere kelderverdieping van onbekende diepte


CLOSE READING is ook nauwlettend luisteren, in dit geval naar wat de schrijver zegt in Haruki Murakami and Jazz
‘Een mens is als een huis met twee verdiepingen. De benedenverdieping is voorzien van een hall en een woonkamer. Op de eerste verdieping zijn de kamers van de gezinsleden. Ze genieten ervan daar naar muziek te luisteren en boeken te lezen. Op de eerste ondergrondse verdieping bevindt zich een ruïne, gevuld met herinneringen van mensen. Op de tweede ondergrondse verdieping is er een ruimte gevuld met duisternis. Hoe diep die is? Niemand weet het. Door af te dalen naar de eerste ondergrondse verdieping, kunnen mensen verhalen en muziek schrijven. Maar ik geloof niet dat dergelijke werken de harten van mensen raken. Dat zei F. Scott Fitzgerald al: “Als je een verhaal wilt vertellen dat anders is dan andere, gebruik dan woorden die anders zijn dan andere.” De muziek van Thelonious Monk is zo uniek dat we niet kunnen geloven dat hij zijn muziek op populaire instrumenten zoals de piano speelde. De diepte van dit soort kunst kan de harten van mensen raken. Deze kunstenaars vonden een manier om af te dalen naar de tweede ondergrondse verdieping.’
Murakami’s beeldspraak herinnert me aan Vijf kelderverhalen die ik in 2014 postte. Nu ik ze herlees, zie ik nogal wat onvolkomenheden, maar onderstaande, korte passage wil ik toch graag aan de vergetelheid ontrukken:
MAMA DRAAIDE het slotje om en ik begon aan mijn ontdekkingsreis. Mijn tactiek was simpel, zoals je dat van zo’n jong kind ook wel verwacht. Ik keek en keek en keek en fantaseerde wat ik zag. Spinnen die daar wel degelijk waren, kregen al gauw gezelschap van een muis die daar misschien ook was en van een rat die er hopelijk niet was. Die beesten werden gevolgd door mollen, regenwormen, varkens, katten, honden, slangen, een aapje dat op een miniversie van King Kong leek, twee krokodillen die uiteraard via het riool in de kelder terecht kwamen en elkaar gelukkig meteen opaten, een kelderkip met vier poten, inktvissen die niet alleen op eigen kracht uit zee kwamen maar ook veelarmig door onze straten kropen tot ze via ’t keldergat naar binnen gleden, haaien, boze wolven die sneeuwwitje opgegeten hadden, vette waterkoeien waarvan een mens zich afvraagt hoe die door dat keldergat geraakt waren, groene strandarenden, gore reptielen allerhande die ik wel kon tekenen maar niet benoemen en die vanuit exotische streken op de geur van zonneolie afkwamen, lieve eenhoorns die me toelachten, domme emoes die een kolkend geluid maakten… Alles passeerde de revue, een opzienbarende stoet van mogelijkheden en onmogelijkheden, die me vreemd genoeg niet belette om op de keldertrap in slaap te vallen.

Flor Vandekerckhove

Elk najaar schrijf ik een ietwat langer essay. Dat van 2022 heette ‘Als de muziekwijze verandert, wankelen de stadsmuren’ en dat cirkelde rond Allen Ginsberg. In 2024 liet ik me inspireren door het maquis. 'Velerlei maquis' is een essay waarin een periode uit het het werk van Charles Baudelare, Paul van Ostaijen en Bob Dylan belicht wordt, meer bepaald de tijd waarin ze hun werk in het verborgene (het maquis uit de titel) produceerden. Maar in 2023 ging ik in dialoog met 'Haruki Murakami over schrijverschap'Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook dat essay 'over schrijverschap' gratis voor wie erom vraagt. Er is een PDF-versie en het is ook beschikbaar in EPUB. Ernaar vragen doe je via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het dezelfde dag nog in je mailbox valt.

woensdag 10 september 2025

Herinneringen oproepen, voor ze me ontglippen

Midden: Koen († 24 december 1974). Rechts: JP († 12 april 2024).


GEEN VAN BEIDEN kan ik ernaar vragen, ze zijn overleden, Koen lang geleden al en JP verleden jaar. Wat betekent dat ik alleen maar mijn geheugen kan inroepen. Erg betrouwbaar is dat niet, daarvan getuigen nogal wat blogposten die ik nadien moest corrigeren, iets wat ik samenvat in Bedrieglijke herinneringen.
We waren leeftijdsgenoten en kwamen halverwege de jaren zestig vanuit Bredene in Oostende terecht, waar we gelijktijdig de moderne afdeling van het college aanvatten. We werden in toenemende mate makkers, iets wat totterdood heeft voortgeduurd, wat merkwaardig is, want ik heb geen talent voor vriendschap.
Waarom begin ik daar nu over? Gisteren fietste ik naar de bib in Mariakerke - mooi weer - en terugkeren deed ik via het Maria-Hendrikapark, - ‘het bosje’. Op een bank aan het Spiegelmeer genoot ik een wijl van zon, rust, stilte en stelde ik me vragen over het beeld in ‘t midden van die vijver, figuur die de zon op 't hoofd torst; beeld, dacht ik verkeerd, dat ik daar altijd had weten staan. Tienermeisjes liepen rondjes, lerares keek toe. Waardoor ik aan de tijd terugdacht dat JP, Koen en ik de surveillanten van ’t college wijsmaakten dat we, per uitzondering, ’s middags thuis gingen eten. Gedrieën trokken we dan naar ’t bosje, waar we ons in ’t gras uitstrekten en ouwehoerden over echte en vermeende onrechtvaardigheden. Momenten die ik tot de mooiste van mijn puberteit reken, lente in de lucht, lente in ons leven. 
Is het iets wat we regelmatig deden? Is ’t maar één keer gebeurd? Waren we echt gedrieën? Was 't eens met deze, dan weer met gene en is mijn herinnering eigenlijk een selectie? Is 't überhaupt wel gebeurd? Zestig jaar later durf ik niets nog met zekerheid te stellen en, zoals gezegd, aan hen kan ik het niet meer vragen.
Flor Vandekerckhove

Nergens vind ik ter plekke enige toelichting bij het monument in ’t midden van het meer. Thuis googel ik het beeld  en zie dat het daar nog niet stond toen JP, Koen en ik er kwamen spijbelen. Een Katrien vertelt er hier bijzonder lyrisch over: ‘In het midden van het Spiegelmeer verrijst het sculptuur ZON Anima/Animus (een werk van Johan Tahon, °1965) subtiel uit het water, de wolken omhelzend, de zon op het hoofd, de blik voor eeuwig naar de hemel gericht. Het bronzen beeld (acht meter hoog) is geënt op de plek en het elliptische meer. Het is een anker, een baken, een spiegelbeeld in het Spiegelmeer. De plaatsing van het beeld was een huzarenstukje. Het staat op een sokkel in het Spiegelmeer en het bovenste gedeelte werd op 14 januari 2013 met een Seaking helikopter geplaatst. Het was een symbolische neerdaling van de nieuwe Zon op het meer.’

dinsdag 9 september 2025

Droom jij zwartwit of in kleuren?

Wanneer ik me bij 't ontwaken een droom herinner, maak ik enkele notities. Naderhand maak ik er een tekst van. Deze nieuwe droom leert me dat ik in kleuren droom, iets wat me tot gisteren onbekend was.


IN DE LUCHTHAVEN van Zaventem wacht ik op iemand die me onbekend is. Vreemd genoeg is die onbekende ook mijn echtgenote. Opdat ik haar zou herkennen maakt ze in het vliegtuig een schilderijtje. Op oker achtergond komt een groen vlak en daarin krast ze kapitalen die samen niet echt een herkenbaar woord vormen. Die manier van doen heeft als neveneffect dat ik nu weet dat ik in kleuren droom, iets wat ik gisteren nog niet wist. Het schilderijtje doet hoe dan ook zijn werk en ik herken tussen de passagiers meteen mijn onbekende echtgenote. Thuis vertel ik mijn ouders dat ik voortaan ook tijd met de echtgenote zal doorbrengen. Enthousiast zijn ze niet, maar ze begrijpen het wel. ’s Avonds is er een feest met veel percussie, ik veronderstel dat ik daarin de sound van het onbekende thuisland van mijn echtgenote herken. (Flor Vandekerckhove)

maandag 8 september 2025

Horror op de Oostendse Oosteroever

 Tekening Jo Clauwaert


VOOR EEN SCHRIJVER heeft het nog weinig zin om bijvoorbeeld een horrorverhaal te produceren. Artificiële intelligentiesystemen doen zoiets in minder dan geen tijd. Vraag aan ChatGPT: Kunt u me een horrorverhaal leveren met twee protagonisten, De laatste Vuurtorenwachter en een escort. Hij redt haar van ‘het kwaad’ door erover te schrijven. Het verhaal dient zich in minder dan honderd woorden op Oostendse Oosteroever af te spelen. ChatGPT heeft daar geen minuut voor nodig: 
In de luxe nieuwbouwwijk Oostendse Oosteroever dwaalde de escort door duistere straten. Plots voelde ze de ijzige hand van ‘het kwaad’. Haar hart bonsde, haar ademhaling versnelde. De Laatste Vuurtorenwachter zag haar angst en pakte zijn pen. Hij begon te schrijven over haar angst, haar strijd, de duisternis die haar omringde. Terwijl hij schreef, vervaagde de duisternis. Dankzij zijn woorden kon de escort ontsnappen uit de greep van het kwaad. Schrijven had haar gered. 

(ChatGPT heeft in deze Oosteroever-reeks al beter gedaan, vind ik. Hieronder staat wat ik ervan maak)

Horror
om de brode
presenteert ze zich 
vanaf haar balkon op het twaalfde
aan de Baelskaai
iedereen kan haar zien staan
dat valt ook Bram Stoker op
auteur van Dracula 
en tweedeverblijver
die naar ’t strand aan ’t wandelen is
hij haast zich naar de lift
om de escort ervan te overtuigen
aan te pappen met de graaf
en held van zijn verhaal 
wat van haar een vampier zou maken 
ik kom tussenbeide 
om de escort te redden van het kwaad
en schrijf een bordje 
dat aan de liftdeur hangt
en waarop staat
lift exclusief voor ondoden
niet ernstig zich onthouden


OP ’T EINDE van 2020 ontwierp ik een nieuwe manier van schrijven. Horror is op die manier geschreven. Mij kwam het toen ook toe deze nieuwe manier een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers werd door mij geijkt in vier geboden. (1) het provovers is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (2) de titel van het provovers bestaat uit één woord; (3) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (4) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat een spreker gemakkelijk parlando ten gehore brengt. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

zondag 7 september 2025

Succesvol schrijver en marxist in de XXIste eeuw

De schrijfster in 'Sally Rooney on Writing with Marxism⇲.'


Sally Rooney (°1991) is een jonge Ierse, succesvolle schrijver, ‘de eerste grote millennial-romanschrijfster’. Haar boeken halen massale oplagen, worden vertaald, ook in het Nederlands, en ze is een marxiste. Ze is begaan met vragen over de sociale klasse waarin zij zich als schrijver bevindt; ze is zich bewust van de machteloosheid van de roman die deel uitmaakt van de wareneconomie; de handelingen en interacties van haar personages worden bepaald, zegt ze, door de klasse waartoe ze behoren. Ze werd in 2018 geïnterviewd tijdens het Louisiana Literature Festival in Denemarken, waar je haar over dat alles kunt horen prakkiseren: Sally Rooney on Writing with Marxism. In dat filmpje zegt ze ondermeer: ‘Ik weet nooit hoe ik dat marxistische raamwerk kan doen passen met de fictie die ik schrijf. Ik weet niet wat het betekent om een marxistische roman te schrijven. En ik zou het graag weten.’ Nadat ik dat filmpje bekeken heb, denk ik dat de Franse auteur Édouard Louis daarin een veel interessanter pad bewandelt, hij zegt: ‘Zolang een groot deel van de boeken alleen bestemd blijft voor de bevoorrechte klasse, zolang ze een kaakslag blijft voor mensen zoals mijn moeder (), mag de literatuur ten onder gaan. Ik zal onverschillig aan haar sterfbed staan.’
Sally Rooney is ongetwijfeld slimmer dan ik, ze heeft langer gestudeerd, meer gelezen en dieper nagedacht dan ik, maar al dat prakkiseren over de marxistische roman is volgens mij toch bezijden de kwestie. Er bestaan uiteraard wel allerhande tendensromans, maar niets zegt dat een marxist daaraan moet participeren. Zelf volg ik singer-songwriter - en trotskist - Dave Van Ronk die zei: ‘’t Is niet omdat je een linkse meubelmaker bent, dat je linkse kasten moet maken.’⇲ Van Ronk benadrukt daarmee dat schrijven ook een kwestie van ambacht is. Ook Victor Serge is daar in zijn Memoirs of a revolutionary duidelijk over, weze het dat hij de kwestie vanuit een andere hoek benadert, de creatieve kant: 
‘Dichters en romanschrijvers zijn geen politieke wezens omdat ze in essentie niet rationeel zijn. () De kunstenaar () graaft voortdurend naar zijn materiaal in het onderbewuste, in het voorbewuste, in intuïtie, in een lyrisch innerlijk leven dat nogal moeilijk te definiëren is; hij weet niet met zekerheid waar hij naartoe gaat of wat hij creëert. Als de personages van de romanschrijver echt leven, functioneren ze zelfstandig, tot een punt waarop ze hun auteur uiteindelijk verrassen; en soms is hij behoorlijk perplex als hij hen moet classificeren in termen van moraliteit of maatschappelijk nut. Dostojevski, Gorki en Balzac brachten, allen liefdevol, criminelen tot leven die de Politieke Mens liefdeloos zou neerschieten.’
Er bestaat geen marxistische roman, er bestaat wel een marxistische literaire kritiek. Die levert een bepaalde manier om bijvoorbeeld een roman te bespreken. Een klassiek voorbeeld is de brief van Friedrich Engels aan auteur Margareth Herkness; in de Sovjet-Unie was Alexandr Voronski⇲ een interessante marxistische criticus (hij werd door Stalin vermoord); dichter bij ons heeft Ernest Mandel een indrukwekkende kritiek van de misdaadroman⇲ geschreven. Maar dat alles is wat de criticus over romans zegt. Dat mag interessant zijn en wetenswaard, maar 't is wel praat achteraf. Daar heeft de schrijver niets mee van doen: ‘For us there is only the trying, the rest is not our business.’ (T.S. Eliot.)

Schrijft Sally Rooney zo goed als de verkooppraatjes beweren? Romans moeten natuurlijk verkocht worden en recensenten zijn daarin ook maar pionnen. Ik ga die romans van Rooney niet lezen, ik voel de nood niet, maak er geen tijd voor, vraag me trouwens af wanneer mensen dat allemaal doen. Ik vind ook dat schrijvers veel te veel met romans bezig zijn; elektronische literatuur is, vind ik, veel interessanter, daar valt een literaire weg te ontdekken naar 'mensen die geen boeken lezen'. 
Op ’t net kun je ook andere teksten van Sally Rooney vinden, zoals een memoir betreffende haar deelnames aan wedstrijden in welsprekendheid, Even if you beat me⇲, en een interessant essay: Misreading Ulysses. Twee Nederlanders bekritiseren hier op YouTube een uur lang haar roman ‘Normale mensen’.  Tetterende Nederlanders, ge moet er tegen kunnen, maar ze fileren wel, in close reading, heel dat boek.

zaterdag 6 september 2025

Terug naar school

‘t LAG hier al een tijdje, ik was het gaandeweg uit ’t oog verloren. Naar aanleiding van het nieuwe schooljaar wilde ik Casper al op dag één een hart onder de riem steken of een riem onder het hart - ik zie voor ’t eerst dat de twee kunnen. Waarmee ik hulde breng aan het stripfiguurtje en zijn goede maat Hobbes. Na in de krant alles over oorlog, genocide, Trump en andere catastrofes gelezen te hebben, kom ik altijd bij Casper en Hobbes terecht, strip die er telkens in slaagt het ondraaglijke toch weer draaglijk te maken en mij zowaar telkens weer laat glimlachen. 't Is geen toeval dat de strip op 't einde van de krant staat, 't is een digestief om alle voorgaande ellende te verteren. 
U kunt Terug naar school beluisteren op YouTube, waar ook de tekst staat, ge moet maar eens luisteren, 't is onzin, maar er zit ritme in. Klik hier.
Flor Vandekerckhove

vrijdag 5 september 2025

Experimenteren met voorspelling waarzegster

De machinerieën van artificiële intelligentie produceren vandaag vlugger verhalen dan een schrijver ze kan bedenken. Wat een mens toch laat nadenken over de vraag wat literatuur dan nog kan zijn. Zelf zoek ik een antwoord in het experiment. Zo postte ik enkele dagen geleden Waaruit achteraf blijkt…, een prozagedicht. Daarna knipte ik die tekst in twee exact even grote, op zichzelf staande delen. Het eerste, Zen, publiceerde ik al. Vandaag plaats ik het tweede: ‘Voorspelling’. — Op de foto: December 1961 in de Palais Ballroom in Aldershot. The Beatles spelen er voor een magere opkomst, 18 mensen. Anderhalf jaar later worden ze supersterren.



VoorspellingZACHTJES ZINGT ZE Paperback Writer van The Beatles. Waarna ze meteen zegt: ‘Hebt gij nog vragen?’ Ik antwoord: ‘Helemaal niet, ik wil dat ge vertrekt, ik heb een literair hoogstandje af te werken.’ Ze zegt: ‘Aan dit tempo publiceert ge er driehonderd per jaar. Ik voorspel dat ge nog vijf jaar te leven hebt, wat in totaal vijftienhonderd hoogstandjes geeft.’ Ik vraag: ‘Hebt gij ook uw voorspelling, met hulp van Paperback Writer van The Beatles, daarin meegeteld?’ De vrouw zegt: ‘Dat zeg ik niet, als ik ook moet vertellen hoe al die hoogstandjes heten, moet ge dokken.’ Snel vrouwmens hoor. 

(Wanneer ik het van achter naar voor schrijf, is ’t nog steeds een verhaal, maar toch ietwat anders dan het eerste, het klopt, zij het op een vreemde manier.) 

Waarzegster — SNEL VROUWMENS HOOR die zei: ‘Als ik ook moet vertellen hoe al die hoogstandjes heten, moet ge dokken.’ Ik had gevraagd of dit verhaal meetelde in haar totaal, maar daar wilde ze dus niet op antwoorden. Wel zei ze dat het er vijftienhonderd waren, want, zei ze: ‘Ik schat dat ge nog vijf jaar te leven hebt. Als ge aan dit tempo voortdoet schrijft ge er driehonderd per jaar.’ Ik zei: ‘Ik wil dat ge vertrekt, ik heb dit literaire hoogstandje nog af te werken.’ Ze zei: ‘Hebt ge anders nog vragen?’ Waarna ze zachtjes The Beatles’ Paperback Writer aanvatte. 
 
Voorspelling en Waarzegster zijn drabbles, verhalen van exact honderd woorden. In 2019 verzamelde ik 99 dergelijke drabbles, honderd woorden-verhalen, en Delphine Lecompte schreef een voorwoord. De bundel is een e-boek en dus onbegrensd beschikbaar. De e-boeken (dit boek alleen in pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld 99): liefkemores@telenet.be.

donderdag 4 september 2025

Merkwaardige anekdote uit de visserijgeschiedenis (verhaal, 100 woorden)

Als dat waar is, peinsde de inspecteur, dan is hier sprake van overbevissing.


Overbevissing — Als dat waar is, peinsde de inspecteur, dan is hier sprake van overbevissing. Terwijl hij probeerde de zwarte vismarkt in kaart brengen, vernam hij verhalen over schippers die met elkaar gemeen hadden dat ze ongrijpbaar waren. En toen gebeurde dit. Voor zijn huis werd ’s nachts een zak geld gedeponeerd. Geld stinkt niet, zegt de volksmond, maar aan dat geld, dat hij sindsdien ruim begon uit te geven, hing toch wel een geurtje. De enen zeiden dat het een visgeurtje was, anderen zeiden iets anders. ’t Was trouwens aan die laatsten dat hij zijn bijnaam de schetelater te danken had. (Flor Vandekerckhove)


Al sinds 1990 schrijf ik kaai- en vissersverhalen die weliswaar kort zijn, maar in die aanvangsjaren toch veel langer dan de handpalmverhalen waarin ik me nadien ga specialiseren, ook omdat ik al gauw beseft heb dat internetlezers anders lezen dan wie zo'n verhaal op papier tot zich neemt. Daarom ook neem ik een aantal langere verhalen weer ter hand en maak ze korter. Overbevissing is zo'n ‘verkorting’, 't is een drabble, een verhaal van exact honderd woorden. Het langere verhaal bestaat ook nog, dat heet De vruchteloze zoektocht naar Osschaert en dat telt vijf keer zoveel woorden.
Een ander fel korter gemaakt verhaal is Op de Oosteroever zijn de zeden niet veranderd; nog een ander heet Over een tijd die nooit meer terugkomt. Ook Dansen in ’t Veegeetje is zo’n herwerking en dat geldt eveneens voor Hij speelde accordeon in The Sailor. Drie recente zijn Storm over de Oosteroever, De eeuwige kruwer en Taboe.
NOG IETS: in 2018 bundelde ik 25 dergelijke, 100 woorden tellende extreem korte vissersverhalen in ’t Kan wreed waaien op de kaaien Zoals alle e-boeken (deze keer uitsluitend als pdf) van De Lachende Visch is ook ’t Kan wreed waaien op de kaaien gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en vind het boek meteen in uw mailbox.

woensdag 3 september 2025

Kijk, waarop ik onverwachts in mijn boekenkast stoot



AUTEUR IS Ernest Mandel, uitgevers zijn Uitg. Leon Lesoil & Toestanden, vertalers zijn Agnes Hollanders, Vic Lauwerier en Paul Verbraeken, allemaal namen die bij een oude trotskist belletjes laten rinkelen. En dat doet ook het boekje: Uitgelezen moorden. Een sociale geschiedenis van het misdaadverhaal. (°)
Mijn exemplaar is doorwrocht: omgeplooide hoekjes à volonté, papierklemmen met daaraan gehechte, vergeelde krantenknipsels, veel onderstrepingen en halfvergane fluo markeringen… ’t Is duidelijk, ik heb dat boekje stukgelezen, al herinner ik me die intense lezing niet. Ik bekijk hier en daar een stukje, waarvan ik me nu afvraag of dat niet aantrekkelijker geformuleerd had kunnen worden. Ligt dat aan mij? Is ’t ouderwets? Is 't de opeenhoping van misdaadauteurs en titels? Komt het door die vermaledijde ‘progressieve' spelling? Komt het door het jargon van marxist Mandel? Is ’t een houterige vertaling? 
Mandel was meertalig, ik volg de weg naar het origineel. Het Nederlandstalige boekje dateert van 1987. Ik zie dat er in ’t zelfde jaar ook een Duitse uitgave is. (°°) In 1986 is er al een Frans boekje (°°°), maar de Engelse uitgave is eerst: Delightful Murder dateert van 1984. Dat Engelse boekje kan je hier trouwens van ’t net downloaden. Ik zie dat er ook Zweedse, Spaanse en Turkse vertalingen zijn.
Een stukje uit de inleiding. 
Ik zal maar onmiddellijk bekennen dat ik graag misdaadverhalen lees. Zij zijn in essentie escapistische ontspanning: wanneer je ze leest denk je aan niets anders, en wanneer je er één uit hebt denk je er niet meer aan. Maar een vraag dringt zich op: waarom zoekt men naar escapistische ontspanning? Waarom kan ze een literaire vorm aannemen, in de plaats van tabak of alcohol? Welk specifiek type van spanning zet vanaf een bepaald moment in de geschiedenis, mensen er toe aan om zich over te geven aan de consumptie van misdaadverhalen. Want het enorme succes van het misdaadverhaal is hoe dan ook fascinerend.
Het gaat hier klaarblijkelijk om een sociaal verschijnsel: miljoenen mensen in tientallen landen in alle werelddelen lezen misdaadverhalen. Talloze schrijvers en kapitalistische uitgevers zijn miljonair geworden door de voortbrengst van deze bijzondere koopwaar. Zij maakten een juiste inschatting van de behoeften die ze als gebruikswaarde bevredigen of, zoals men ook wel zegt, van de vraagcurve. Hoe komt dat? Waar vinden die behoeften hun oorsprong? Hoe hebben ze zich in de loop van de tijd gewijzigd en hoe verhouden ze zich tot de algemene structuur van de burgerlijke maatschappij. Dit zijn enkele vragen die ik wil trachten te beantwoorden.
Mijn benadering is de klassieke dialectische methode zoals ze door Hegel en Marx werd uitgewerkt. Hegel beschreef ze bij de behandeling van een gelijkaardig probleem op volgende wijze (…)

Waarna Mandel een stevige portie Hegel citeert, voor hij zijn inleiding verderzet.

P.S.: Een lezer meldt me dat Uitgelezen moorden hier volledig in 't Nederlands op 't net staat.

(°) 1987. Ernest Mandel. Uitgelezen moorden. Een sociale geschiedenis van het misdaadverhaal. 1987- Uitgever: Leon Lesoil - Toestanden-Boeken.164 pagina’s.
(°°) 1987. Ernest Mandel. Ein schöner Mord. Sozialgeschichte des Kriminalromans, Frankfurt a. M.
(°°°) 1986. Ernest Mandel Meurtres exquis. Histoire sociale du roman policier, Uitg. La Breche Pec.
(°°°°) 1985. Ernest Mandel. Delightful Murder: A Social History of the Crime Story. Univ of Minnesota Press Minneapolis. Origineel gepubliceerd door Pluto Press, 1984.

dinsdag 2 september 2025

Een western op de Oostendse Oosteroever, in tijden van artificiële intelligentie

Rechts, Oosteroever by night (Foto Marc Nollet).


VOOR EEN SCHRIJVER is het vandaag weinig zinvol om bijvoorbeeld een western te produceren. Artificiële intelligentiesystemen doen het in zijn plaats en in minder dan geen tijd. Ik stel ChatGPT de vraag: Kunt u me een verhaal in de stijl van een western leveren met twee protagonisten, een schrijver en een escort. Zij geraakt niet langer aan klanten omdat haar taal niet past in het nieuwe milieu waarin ze verkeert. De schrijver probeert het haar uit te leggen. Het verhaal dient zich in hoogstens honderd woorden af te spelen op de Oostendse Oosteroever. 
ChatGPT had geen minuut nodig: 
De zon zakte als een gouden munt in zee. Op het terras van een torengebouw nipte zij aan champagne, haar leren laarzen ongepast tussen het staal en glas. ‘Ze willen geen rozen meer, meisje,’ zei de schrijver, zijn pen stil op het papier. ‘Ze willen lavendel, fluisterend in CEO-taal.’ Ze lachte scherp. ‘Ik ben een prairiehond tussen poedels.’ Hij zei: ‘Zelfs een prairiehond kan leren dansen.’ Ze keek naar de horizon, haar ogen vol stof en storm. ‘Leer jij me dan de passen?’ Hij zei: ’Als jij me de wind leert vangen.’ Samen verdwenen ze in het spiegelende licht. 
't Is niet uitzonderlijk goed, maar 't is toch een western op de Oosteroever. Zelf zou ik zeker één zin veranderen: ’Als jij me leert jodelen’, dat komt doordat ik bij Western altijd aan een jodelende Bobbejaan Schoepen denkMaar goed, als AI zoiets nu al kan, wat rest de schrijver dan? Ook daarop heeft ChatGPT een antwoord: ‘verdwalen, treuzelen, blijven twijfelen.’ Ikzelf doe dat ook wel, onder meer door verhalen om te keren, zoals hieronder, en door te experimenteren met een verhaalstructuur.

western
 

Cowboy Henk was zo’n goede klant

nu spreekt hij niet meer tegen me

als hij me hoe dan ook nog eens lastigvalt

zal ik de grammofoonplaat in zijn gat steken

dat heb ik hem gezegd

toen hij kwam vragen om de stereo zachter te zetten

en daarvoor op een avond aanbelde

ze vraagt me

of haar taal te grof is om hier aanvaard te worden

zijn cowgirlkleren

en plastische chirurgie

niet genoeg voor de Oosteroever

ik zeg haar

dat ze al lang geen klanten meer heeft

en dat ze er nochtans goed uitziet 

in die cowboylaarzen

weet ik

zegt ze

 
(Waarna ik de terugweg aanvat)
 
ze zegt
ik weet
dat ik er goed uitzie
in die cowboylaarzen
maar ze heeft allang geen klant meer gehad
ik zeg haar dat de Oosteroever niet alleen 
een kwestie van cowgirlkleren is
en van plastische chirurgie
je taal is te grof 
zeg ik
om hier aanvaard te worden
vindt ge dat 
zegt ze
mijn buurman belde aan 
vroeg of ik de stereo zachter wilde zetten
ik heb hem gezegd 
dat ik de grammofoonplaat in zijn gat zal steken 
als hij me daarvoor nog eens lastigvalt
nu spreekt hij niet meer tegen me 
en Cowboy Henk was zo’n goede klant

OP ’T EINDE van 2020 ontwierp ik een nieuwe manier van schrijven. Western is op die manier geschreven. Mij kwam het toen ook toe deze nieuwe manier een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers werd door mij geijkt in vier geboden. (1) het provovers is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (2) de titel van het provovers bestaat uit één woord; (3) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (4) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat een spreker gemakkelijk parlando ten gehore brengt. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

maandag 1 september 2025

Vijf gedichten van Amerikanen vertalen

Van links naar rechts: Charles Bukowski, Billy Collins, Edgar Allan Poe, Walt Whitman, Franz Wright. Ik vertaal niet alleen een gedicht van hen, ik declameer het ook, samen met die dichters of met andere grootheden uit de Amerikaanse cultuur, zoals Joan Baez of Bob Dylan.

Dode zeemeeuw is mijn vertaling van Dead Seagull, prozagedicht van de Amerikaanse dichter Franz Wright. Op YouTube breng ik mijn 
declamatie binnen in de plaat There’s a Light That Enters Houses With No Other House in Sight (2014), van David Sylvian. Resultaat is een gecombineerde opname van Sylvians muziek, mijn vertaling van Dead Seagull  en de stem van dichter Franz Wright die het oorspronkelijke gedicht declameert (139). Klik op de URL: 

I Saw The Vision Of Armies is een gedicht van Walt Whitman. Joan Baez declameert het origineel. In de YouTube-versie die ik ervan maak, lees ik tussendoor mijn Nederlandse vertaling, waardoor je én Baez hoort én mij. Samen ja. Ik zag het legervisioen (223): 



De uitvinding van de saxofoon is de vertaling van een gedicht van de Amerikaanse dichter Billy Collins. U hoort het hem declameren, afwisselend met de lezing van mijn Nederlandse vertaling. Voor iemand als ik, die zijn deur niet uitkomt, is dat toch wel een merkwaardig optreden, de Amerikaan Billy Collins en ik! (123): 


Dus je wilt een schrijver zijn is een vertaling die ik maakte van So you want to be a Writer, gedicht van Charles Bukowski. Wat een provocatie! Hoe terecht! (224): 





Annabel Verlee is mijn vertaling van Annabel Lee, gedicht van Edgar Allan Poe. De opname die ik als basis gebruik heeft een geschiedenis. Het was oorspronkelijk een 10 minuten durende jam van The Reaggaemasters. Later werd het nummer meer gestructureerd, met de gesproken woorden van Bob Dylan (opname van een van zijn radioprogramma’s). De muziek werd alzo een lange muzikale reis, sfeer, klanken, swing, melancholisch ritme. Op dit Youtube-filmpe wissel ik mijn Nederlandse vertaling af met Bob Dylan die het oorspronkelijke gedicht declameert. [Ook  te horen: Arthur Jeltema, keys; André van Vliet op guitar; Leon Elias percussie; bass drums Jan Sax; Rob van Nieuwenhuizen Sax; Ruud Rudeboy rest en bass. Met behulp van GarageBand werd het een nieuw geheel (371)www.youtube.com/watch?v=jACwttp6ssM

zondag 31 augustus 2025

Herinneringen aan Zeemansverlangen

Stills uit Marvin Gaye Transit Oostende. Waardin Christiane, van café Zeemansverlangen, tapt een pils voor Marvin Gaye die een weinig later de vogelpik probeert.


IN 1981 maakt Richard Olivier (°1941 - 2021†) een documentaire film over soul singer Marvin Gaye en diens verblijf in Oostende, Marvin Gaye Transit Ostende. Er bestaat een langere versie van, geproduceerd in 2002 en die duurt 56 minuten. Die lange versie wordt nu ook getoond op FilmFest Gent.
Over de ontstaansgeschiedenis van de docu staat veel in Marvin Gaye en Belgique. Filmmaker Olivier: ‘Begin april 1981 () spraken we af met Freddy Cousaert, zijn nieuwe manager. () Vergezeld door zijn mentor, die hem als een moederkloek in de gaten hield, kwam Marvin het etablissement binnen (). Na de kennismaking begonnen we te praten over een muziekdocumentaireproject dat volledig aan hem gewijd was. Die middag had ik, afgezien van de titel Marvin Gaye Transit Ostend () geen idee waar de film over zou gaan. De titel interesseerde Marvin al snel en aan het einde van het interview gaf hij ons zijn principeakkoord ()’
Op Facebook circuleert een fragment uit de docu (2’17’’), waarbij we Marvin Gaye op de Opex zien. Hij stapt, ietwat twijfelend, café Zeemansverlangen binnen, waar hij met een sportvisser aan de praat geraakt, even de vogelpik probeert, een pils consumeert… Neen, ze kennen hem daar niet. Komt hij van Paraguay? Gaat hij graag vissen? Hoezo, optreden in het casino? 
Voor mij is het leuk om in dat filmpje de waardin weer te zien, Christiane, die ik in 1988-89 leer kennen, tijdens mijn begindagen als redacteur van Het Visserijblad. In die begintijd woon ik nog in Gent, maar ik overnacht wekelijks enkele dagen in het huis naast de vuurtoren. ’t Is winter, elke zondagavond kom ik aan in Oostende, in een ijskoud huis, waardoor ik al gauw de gewoonte aanneem om die zondagavond in Zeemansverlangen door te brengen, naast de stoof, kaartje slaand, zoals het een redacteur betaamt. 
Ik heb een zwak voor cafébazinnen en dus ook voor Christiane aan wie ik een gedicht heb opgedragen dat toepasselijk Zeemansverlangen heet en dat ik graag nog eens onder de aandacht breng, ’t is een schoon poëem.
Flor Vandekerckhove

De digitale uitgave van de roman Amandine heeft een ondertitel: De paint It Black-editie. Dat komt doordat hij verschilt van de papieren versie die van 2012 dateert. In het e-boek zijn afbeeldingen weggelaten en de tekst werd ook korter doordat ik tegen die tijd beter had leren schrijven. De e-boeken (pdf of epub naar keuze) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel in dit geval Amandine), zeg ook pdf of epubliefkemores@telenet.be.

zaterdag 30 augustus 2025

Gesponnen draden ontrafelen

Links: Marcel Vandekerckhove (†1989) in 1939, jongen die later mijn vader zou worden. Midden: De drie Nornen, schilderij van Hans Thoma, 1889. Rechts: doodsprentje van José Boncquet (†1941).


DE JONGEN heet Onze Marcel en hij is achttien. Dat is het moment waarin ik in dit verhaal diens levensdraad opneem. Met buurjongens en -meisjes gaat hij rolschaatsen, daar bestaat een groepsfoto van. Ik zet er 1940 op, wat het voordeel van de duidelijkheid heeft, 1940 is een levensbepalend jaar, dat weet iedereen. Oorlog!
Die groepsfoto wordt gemaakt in de wijk waar ik woon. ik zie Georges Devriendt, Jef De Craecker, Kamiel Loontiens, Onze Marcel, Hélène Devriendt, Simone Vyncke, Alice Vandekerckhove, Elza Devriendt, Camiel Vandekerckhove, Jef Brys en ook José Boncquet⇲, zij is zestien. Velen heb ik gekend. Gisteren nog wandelde ik over het pad waar die rolschaatspiste lag. Niets herinnert er nog aan. 
Terwijl het jeugdig enthousiasme van de jonge rolschaatsers afstraalt, gebeurt iets waar ze geen weet van hebben. Onder de wortels van de wereldboom zijn Nornen in de weer, drie spinsters, een heet Verleden, de tweede Heden en een derde Toekomst. Gedrieën spinnen ze de levensdraden.
Voor José Boncquet knakt de levensdraad bijzonder vroeg. Zij sterft op 29 augustus 1941, in het Hospitaal van Brugge, 'in pijnlijke omstandigheden, ten gevolge van moordend oorlogstuig.' Nadine Vansieleghem herinnert zich dat haar moeder vertelt ‘dat er ‘s nachts een brandbom op het huis van José Boncquet valt, zelfs op haar bed', dichter kan een oorlog niet komen. Nadine weer: 'De daaropvolgende dag willen enkele vriendinnen haar in het ziekenhuis bezoeken.  Ze fietsen naar Brugge. Onderweg passeren ze een politieagent die hen zegt dat het te laat is, José is gestorven.’  Nadine voegt er nog aan toe: ’Ze was enig kind, maar het daaropvolgende jaar wordt in het gezin weer een kindje geboren, een meisje dat… Josee genoemd wordt.’
Waarmee het verhaal, waarin ik levensdraden ontrafel, 
vervolgt, startend bij Onze Marcel in 1940, over de omgekomen José Boncquet en via haar nadien geboren, gelijknamige zus tot bij mij. Dat is minder vergezocht dan het lijkt, want ik ken die tweede Josee als een enthousiaste lezer van De Laatste Vuurtorenwachter, een die niet nalaat haar waardering te uiten. We hebben elkaar ook al in real life ontmoet, op de Baelskaai, waar we het over de oorlog hadden en over schuilkelders waarin leven en dood dicht bij elkaar stonden. 
William Shakespeare ging met die Nornen aan de haal en als Shakespeare het mag, dan ik ook. Vandaar deze voor mijn doen erg lange slotzin - waarbij ik mijn vrees voor de anakoloet⇲ zelfs even opzijschuif - over een Norne die Verbeelding heet en die, onder de wortels van de wereldboom, ver vóór mijn bestaan, met verbindende levensdraden in de weer is, draden die vandaag langs me heen scheren en me, louter door te schrijven, in ’t passeren even aanraken.