![]() |
Veertien oorlogsgraven op het oud-kerkhof van Bredene-Dorp. |
Veel
gebeurde er op dat kerkhof niet, dooie mensen zijn kalme buren. Maar in
november veranderde dat wel. Ik hoorde het schuren van borstels op steen. Mensen kwamen en gingen. Veel verkeersoverlast ook. Er
werden vlaggenmasten bijgezet. Menigeen kwam er bloempotten plaatsen. Er werden
zelfs vlaggen opgehangen. En op 10 november verenigde zich daar een groep
mensen die er naar de Last Post kwam
luisteren: Britten, blazers van de gemeentelijke harmonie, officiële
vertegenwoordigers van het leger, iemand van het gemeentebestuur (in die tijd
was dat wijlen Frans Praet).
Het is een
ceremonie die zich, zo begreep ik het daaropvolgende jaar, daar elke november herhaalt
en die past in de Britse herdenkingen van de Grote Oorlog. Het is uiteraard niet
alleen in de velden rond Ieper dat er manschappen uit het Gemenebest gesneuveld
zijn. Ook elders valt er te herdenken en ja, ook in Bredene.
Het graf uit WO I ligt apart van de andere oorlogsgraven. |
Op het
internet vind je er niet veel over. Alleen dit: ‘Het Kerkhof van Bredene bevat 12 oorlogsgraven van het Gemenebest uit
de Tweede Wereldoorlog. Hiervan zijn er vier niet geïdentificeerd. Ook rust een
vliegenier uit de Eerste Wereldoorlog op dit kerkhof.’ (*)
De
vliegenier uit WO I is Tweede Luitenant S. King, actief in de Royal Air Force.
Hij sterft op 26 september 1918, de jongen is nauwelijks negentien mogen worden.
Zijn graf ligt aan gene kant van de kerk, apart van de soldaten die in de Nog Grotere Oorlog aan hun einde kwamen.
Joseph
Stroobant, die in Bredene de gidsenwerking coördineert, weet er meer over. In
het vliegtuig dat boven zee neergehaald werd, was de Canadees King de schutter,
hij spoelde aan op het strand van Bredene. Ook de piloot kwam in zee terecht,
maar diens graf bevindt zich in Zeebrugge.
De andere
soldatengraven dateren uit de Tweede Wereldoorlog. De twaalf slachtoffers van
het Gemenebest liggen er samen met twee Belgische militairen. Ook over die twee
Belgen weet Jef Stroobant meer te vertellen. Hellemans kwam om op 24 mei 1940,
terwijl Lissen nog een maand heeft moeten leven vooraleer hij aan zijn
verwondingen overleed. Verder wijst Stroobant me erop dat daar geen graven te vinden zijn van Britten die na 1942 in het oorlogsgeweld aan hun
einde kwamen. Toch zijn er in Bredene ook na dat jaar nog oorlogsslachtoffers uit het water gehaald. De Duitse bezetter vond het toen evenwel beter om die gevallenen niet al
teveel aandacht te geven. Die van na 1942 werden begraven in een
massagraf in Oostende.
Maar van
allen kan gezegd worden: They shall grow not old, as we that are left grow old / Age
shall not weary them, nor the years condemn.
/ At the going down of the sun
and in the morning,
/ We will remember them. Aan die waarheid valt niets toe te voegen. Of
misschien toch dit: ze zijn er vet
mee.
Flor
Vandekerckhove

Na
de oorlog (in 1920) werden deze Franse soldaten met veel militaire eer herdacht
tijdens het Fête Nationale Française (14/07/1920). Later werden ze ontgraven en ofwel op de begraafplaats in de Oostendse Stuiverstraat herbegraven of gerepatrieerd.
Op
foto zien we de rustplaats van de drie aangespoelde Franse mariniers… Vijftig
meter verder (achter de kruisen) hebben we het alom bekende Dunengat. De foto werd als zichtkaart verkocht door uitgever Nelson.'
(*)http://nl.tracesofwar.com/artikel/1712/Oorlogsgraven-van-het-Gemenebest-Bredene.htm
(**) Erwin Mahieu. Oostende in de Groote Oorlog. Archiefbeelden. 2011. Uitg. Tempus, The History Press. 128 ps.