— (Eigen foto) — |
OP DE ROTS achter zijn woning begon hij stenen te stapelen, buren hielpen waar ze konden. De steenhoop
werd een muurtje, muurtje werd muur, muur werd een hele hoge die ver boven
het dorp uittorende. Aan gene zijde gaapte het ravijn.
Lucien Ducon waste het steenstof uit
zijn poriën, trok zijn zondagse pak aan, klom tot boven op de muur en sprong in de afgrond, een zekere dood tegemoet. Luciens lijk lag nu in ‘t
ravijn, maar zijn muur, die in het dorp al lang le mur du con heette, bleef staan. Ter herinnering beitelde de steenkapper ’s mans naam in de rots
De bijtel was nog niet weggeborgen of er was al een tweede die naar boven trok om van de mur du con te springen. De
steenkapper zag ’t gebeuren, keerde op zijn schreden terug en zette de naam onder die van Ducon.
Uit al de omliggende dorpen kwamen bezoekers de Mur du con bekijken. Bij de plaatselijke kruidenier kochten ze plastic bloemen — les fleurs du con — die ze van
boven op de muur in ‘t ravijn gooiden. Iemand maakte een foto, iemand anders schreef een krantenstukje, de televisie toonde een reportage. Waarna zelfmoordkandidaten
uit de vier windstreken naar het dorp ijlden om er hun laatste ding te doen. En dood doet leven. In afwachting dat hun uur zou slaan, overnachtten zij voor ’t laatst in
de plaatselijke B&B. Bij de slager haalden ze hun laatste boudain noir, in de bistro dronken ze
hun laatste rode wijn, bij de bakker kochten ze hun laatste croissant, in de bar-tabac rolden ze een laatste sigaret
en met hun laatste geld betaalden ze een ticket voor de muur. In het ravijn
ademden ze hun laatste adem uit, waarna de steenkapper hun naam in de rots sloeg. Vervolgens kwamen nabestaanden de plastic bloemen kopen die andere
nabestaanden al eerder in ’t ravijn gegooid hadden en die de kruidenier daar ‘s
avonds weer had weggeplukt.
1 opmerking:
Beetje triest, maar steeds opmerkelijk 😔😊😉
Een reactie posten