— Herman Vermeulen (°1948 - †2003) —
|
Hij had het eerst in Antwerpen geprobeerd en nu deed hij dat in Gent.
Daar leerde ik hem kennen terwijl hij om een lief aan ’t treuren was. We werden
dronken en we werden maten.
Het was 1968 en we genoten van het leven en van de meisjes die onze weg
kruisten. We leefden rijk als ’t kon en arm als ’t moest. Rijk was voor ’t begin van de week, dan verorberden we het eten dat we van thuis meekregen, arm leven deden we als dat op was. Herman was in veel mijn
leidsman, hij wist bijvoorbeeld dat we ons op zondagavonden naar de uitgangsbuurt
moesten begeven omdat de coiffeuses dan — maandag rustdag — op pad waren.
We zijn elkaar ook na onze studententijd blijven zien. Achter het
station had hij een hofje met eigen kweek.
Van hem kreeg ik mijn eerste joint te smoren.
Van hem kreeg ik ook mijn eerste Lenin te lezen, Staat en revolutie, waarin ik las dat Lenin de economie naar het
voorbeeld van de posterijen wilde reorganiseren. Voor mijn geestesoog verscheen
het postkantoor van Bredene, waar het altijd heel lang wachten was. Dat leek me
niet iets om na te streven. Misschien werd mijn lezing beïnvloed door de joint, want ik
moest er ook hard om lachen; iets wat anders zelden gebeurt als je Lenin leest.
We hebben samen aan menig betoging geparticipeerd. De laatste waar we
samen naartoe trokken was deze in Brussel, tegen de Spaanse dictator
Franco. Die had in 1975, vlak voor hij — eindelijk! — stierf, nog vijf mensen laten
executeren. Ik herinner me dat Herman en ik erg kwaad waren, net als al de
anderen die aan die betoging deelnamen. Mijn echtgenote, die ons daar naartoe
gevoerd had, wist niet goed wat ze meemaakte.
Was Herman toen al bij Amada? Of was hij er daar al weer weg? Werkte
hij toen nog als interimarbeider of was hij al de vaste filmoperateur van
Studio Skoop? Woonde hij toen al/nog in de Kozijntjesstraat, waar hij het
hoekhuis deelde met een activist van de scholierenbeweging, die we Zotte Eric noemden?
Al die beelden hebben een plaats in mijn geheugen, maar er staat helaas geen
jaartal bij en evenmin een volgorde. Ondernam hij toen al reizen naar Turkije, waarvan hij telkens terugkeerde
met een tapijt op zak? Feit is dat hij op den duur zoveel tapijten liggen had dat hij
er een winkeltje kon op nahouden. Dat winkeltje werd trouwens een commercieel
succes.
Herman is in 2003 overleden, maar het winkeltje bestaat nog altijd. Het
ligt in de Gentse Kraanlei, dicht tegen de hoek met het Veerleplein. Al
wandelend loop ik er voorbij. Tot mijn vreugde zie ik zijn naam nog op de
etalage staan: Herman Vermeulen — Kelims
— Oosterse tapijten.
Net voordat ik dit stukje afsluit zie ik dat er ook een website is:
‘Na zijn
overlijden,’ lees ik, ‘beheert Nadine Engels, zijn echtgenote, met
deskundigheid en begeestering de door Herman opgebouwde collectie tapijten en
kelims.’ That’s the spirit!
P.S.: Maar kijk, aan alles komt een einde. In 2020 lees ik de mare, de winkel stopt: https://www.made-in.be/oost-vlaanderen/nadine-rolt-na-36-jaar-haar-klassieke-tapijten-op↗︎.
1 opmerking:
Een reactie posten