Een vreselijke klap… Ik schrok. ’t Was nacht, ’t was
nacht, ’t was midden in de nacht, het klokje stond op 02:00. Ik wist meteen
dat inslapen een karwei zou worden, want daar kwamen ze in galop aangerend,
de gedachten, en deze keer circuleerden ze rond zeven vlooien, vier witte en drie rooie, een Hollands kinderliedje
dat zich God weet hoe in mijn hoofd genesteld had. Ze hadden vaders onderbroekkie an, een broek met gouden knopen…
Wilde ik m’n nachtrust niet aan zo’n onzin verliezen dan moest ik
opstaan, even de zinnen verzetten en het daarna weer proberen. Ik ging naar
beneden, knipte de lamp aan en nam een ouwe krant ter hand.
Een ver land werd getroffen door een aardbeving; elders was een
vliegtuig neergestort; een openbare aanklager eiste levenslang; rechts piekte
in de peilingen; het
leven werd onbetaalbaar duur, aanslag hier, aanslag daar; een tijdschrift riep Trump uit tot de
invloedrijkste persoon van 2019…
Niet het soort literatuur dat me tot rust kon brengen en net toen ik de
krant wilde wegleggen, bleef mijn oog aan dat jaartal vasthaken: 2019. Drukfoutje,
dacht ik, en om daar zeker van te zijn zocht ik op de frontpagina naar de
datum. Ik las 13 januari 2019.
2018, 2019?
Het is iets waaraan je twijfelt als je uit je slaap gerukt wordt. Een broek met gouden knopen,
die wilden zij verkopen… Kon
ik het juiste jaartal ergens vinden? Ik vroeg me af of de sprekende klok nog
bestond. En zegde die klok ook het jaartal als je erom vroeg? Die wilden zij verkopen.
Aan wie, aan wie, aan wie? Had ik een jaar
overgeslagen? Was ik in de twilightzone terechtgekomen?
Ze trokken mijn vaders baggerlaarzen an… Van slapen zou nu niets meer in huis komen. Ik
gebruikte de krant om het houtvuur aan te steken. Daarna vleide ik me in de
zetel. Ik legde een deken over mijn benen en keek naar de likkende vlammen waarvan men zegt dat ze een mens tot rust brengen. Daar zaten zeven vlooien, vier witte en drie rooie.
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten