vrijdag 12 april 2019

Dieren en hun manieren


— Aan Jean Serpent kunnen we het niet meer vragen, hij is overleden. Het afschrikwekkende symbool dat ik boven de deur aanbracht maakte ook geen indruk en onze kat, 'de Grijzen' (†), bracht evenmin zoden aan de dijk. —

Over elk van de huisdieren die me nabij (geweest) zijn kan ik een verhaal vertellen; ook over de slangenfamilie Couleuvre↗︎ die zich sinds jaar en dag op de zolder van mijn buitenverblijfje vermenigvuldigt.
Eerst heb ik de Couleuvres genegeerd, ze zijn ongevaarlijk, ’t schijnt dat je ze zelfs kunt africhten en dat ze uit je hand komen eten. Ze zijn ook nuttig, ze jagen op ongedierte. Bovendien wonen ze daar al langer dan ik, wat hun een zeker recht verschaft. Ten slotte laten ze zich nooit aan mij zien, wel aan gasten. Die zie ik daarna zelden weer. Soms is dat goed, soms niet.
Daarom heb ik ook wel geprobeerd de Couleuvres te verjagen. Eerst symbolisch, door het huis een voor slangen afschrikwekkende naam te geven: Le Chat Fâché. Daarna met een levende kat, de Grijzen (†), een eersteklas jager.
Katten hebben dat met slangen gemeen: ze gaan hun eigen gang. Voor wat de Grijzen betreft kan ik die gang als volgt samenvatten: liever dan op slangen te jagen gaat hij hossen in de bossen. Dat begint al bij de morgenstond. Terugkomen doet hij diep in de nacht. Zo rond vier, vijf uur miauwt hij me uit bed. Waarna hij drie dingen doet, en wel in deze volgorde: kakje in zijn bakje, eten uit zijn (andere) bakje en tukje in een derde bakje. Bij het ochtendgloren staat hij alweer te miauwen, klaar om zijn gang te gaan.
Mijn zoon en ik isoleren nu de zolder. Er zal geen kier resten: zij boven, wij beneden! Hopelijk legt de familie Couleuvre zich bij de feiten neer. Slangen kunnen dat trouwens goed, zich bij de feiten neerleggen, zegt ook David Wagoner↗︎ in dit mooie gedicht.

Geen opmerkingen: