Wat voorafgaat staat hier⇲.
Het verwondert meneer Delanghe niet dat mijn kat opeens kan spreken. Dat komt, zegt hij, doordat ik dit verhaal verkeerd aanpak.
Hij bezorgt me een schouderholster en een traction
avant met valse nummerplaten. Achter het stuur zit Bob, een van Delanghes trawanten.
Bob zal een beetje met mij rondrijden om het verhaal af te ronden.
Je moet voor een tijdje uit die vuurtoren weg, zegt Bob, anders komt er
nooit een einde aan. Hij heeft gelijk. Ik steek de blaffer in de
schouderholster, en als ik mezelf in de vuurtorenspiegel bekijk moet ik vreemd
genoeg aan Marlies Deckers denken.
Met de sprekende kat in een mand verlaat ik de vuurtoren. Bob rijdt ons
uit het havengebied weg. We trekken naar Bredene. Daar moet ik een tijdlang een
filiaal openhouden van het West Flemish
Detective Agency⇲, een van meneer Delanghes louche
ondernemingen. De verhuizing heeft niets dan voordelen. Ten eerste kijkt niemand
in Bredene op van een sprekende kat. Ten tweede kan ik daar als detective ongestoord
pronken met mijn Marlies Deckersholster. Ten derde vind ik er al vlug een
nieuw lief. En tenslotte levert de verhuizing me een prachtige slotzin
op. En de rest is geschiedenis.
(slot)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten