(Wat voorafgaat staat hier⇲)
Het daghet in den oosten. Ik doof het vuurtorenlicht en val in slaap. Al
na een kwartier word ik weer uit die prille slaap gerukt. Een knal! Een schot!
De vuurtorentuin is veranderd in het
toneel van een drama. Overal ligt losgewoeld zand, uit een kuil kringelt een
rookpluimpje. Diep in de put zie ik de kat naast de blaffer
liggen. Het beest heeft zichzelf neergeschoten, de helft van zijn smoel is weg. Ik haal het arme beest uit de kuil en leg hem in zijn mand. De Baretta
is nog warm.
Wanneer ik ermee binnenkom is de kat alweer de oude, afgezien van zijn half weggeschoten muil. Hij zit op het vuurtorenaanrecht, likt zijn wonden,
kijkt me aan en zegt onverwachts: ‘Zie je
nu wat ervan komt als je zo’n verhaal niet op tijd weet te stoppen?’
(Vervolgt)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten