dinsdag 21 oktober 2025

Verliefd worden op een Baskisch dorpje

Links boven. Het rode bolletje markeert het Franse Pyreneeëndorp Bidarray (645 inwoners). Links onder, in rood, de wandeling die Tania op 8 oktober afstapt, vanaf de Col des Veaux naar Bidarray (op het kaartje valt te zien dat een deel van de route pal op de Frans-Spaanse grens loopt.) Rechts: Dorpszicht Bidarray door kunstschilder Pierre-Albert Bégaud (°1901 - 1956†).


Woensdag, 8 oktober — ’t IS IN Baskenland niet anders dan aan de Franse kusten. Zodra een kunstschilder er zijn oog op laat vallen, heb ik een onderwerp. Dat is in Bidarray het geval voor portret- en landschapsschilder Pierre-Albert Bégaud (°1901 - †1956). In 1930 leert hij Baskenland kennen, hij wordt verliefd op het dorp Bidarray, verblijft er sindsdien jaarlijks enkele maanden. Ik lees dat hij er sterke vriendschappen sluit. Hij wordt een toonbeeld van integratie, leert niet alleen de taal, maar ook Baskische liederen en dansen. ik zie ’t mezelf nog niet doen, dat dansen, ook omdat mijn heup hoe langer hoe meer tegenwerkt. Hij schildert meer dan honderd landschappen van dorp en omgeving, stillevens ook en talloze portretten van inwoners. Later, in 1948, vestigt hij zich daar in een afgelegen huis. Kunstenaars komen hem bezoeken of kiezen Bidarray op hun beurt als vakantiebestemming (Claude Ferret, Camille de Buzon, Robert Cami). 
Zelf kan ik daar nog aan toevoegen dat ze in Bidarray lekkere Baskische taarten maken, ik veronderstel dat Pierre-Albert Bégaud daar ook wel van gesmuld heeft, al dan niet na het zingen van een Baskisch lied.
Flor Vandekerckhove

Voor Tania is het een wandelreis in Frankrijk. Ik ben haar roadie, zet haar telkens af op de plek waar ze vertrekt en wacht haar vervolgens op waar d’r wandeling verondersteld wordt te eindigen. Op die mij onbekende plek bekijk ik de dingen, tot mijn oog aan een onderwerp blijft hangen dat in het kraam van mijn poëtica past: marginaal en toch lezenswaard voor internetlezers die scrollend, swipend en surfend mijn blog passeren. Daarom ook door mij bewust kort gehouden en geschreven in een stijl die Hilary Mantel hier als een perfect gezeemd raam omschrijft. Ik verzamel alzo elf stukjes, waardoor de reeks in zijn geheel een kroniek van de reis wordt. Dit is het tweede deel van de reeks. Het eerste heet Zoals de kudde van de berg eet…

maandag 20 oktober 2025

’Zoals de kudde van de berg eet, eet de berg van de kudde’

 Op 7 oktober eindigde Tania’s voettocht op de Col des Veaux. Ik dacht dat ik haar daar opwachtte, tot ik het bordje ontdekte: Col de Méhatché. Ik had me van col vergist! Na enig over en weer rijden, kwam het toch nog goed.

Dinsdag 7 oktober. — IN DE PYRENEEËN, op de col de Méhatché, krijg ik bezoek van een kudde pony’s. Ze grazen daar vrijelijk op bergwanden en leven zichtbaar in harmonie met de passanten, net als de koeien, geiten, schapen en ganzen die zich, ondervind ik, ook graag op de slingerende weg naar boven ophouden. Die Pyreneeënpaarden — Mérens of Artégeois — stammen van voorouders die tot op hoogtes van 2000 meter leefden. Dat het leven daar niet simpel is, blijkt uit het gezegde dat ik in hoofding plaats: ’Zoals de kudde van de berg eet, eet de berg van de kudde’. Onvoorzichtigheid wordt er met een dodelijke val in het ravijn bestraft ’t Zijn hoe dan ook sterke beesten, van geen kleintje vervaard en nu gedomesticeerd. De leider van de kudde draagt een koebel, de boer weet waar hij zijn vrijelijk grazende paardjes moet ophalen. Ik vertaal een stukje: 

‘Elk paardenras wordt door levensomstandigheden en door gebruik gevormd. De Mérens werd op de boerderijen voor al het werk op het erf en in het bos ingezet. In de 19e eeuw werd de Mérens ook gebruikt voor het transport van ijzererts uit het hooggebergte en als koetspaard voor gasten van de vele kuuroorden. Bovendien werd de Mérens gebruikt voor het transport van illegale smokkelwaar tussen Frankrijk, Spanje en Andorra. Ze bewegen zich voort in een gebied waar de mens zich niet op zijn eentje waagt. Ze kunnen enorme gewichten dragen. Hoeveel mensen in de Tweede Wereldoorlog op de rug van een Mérens uit het bezette Frankrijk de vrijheid in zijn gevlucht is onbekend.’


(Foto: in Frankrijk speur ik naar een onderwerp.) Voor Tania is het een wandelreis in Frankrijk. Ik ben haar roadie, zet haar telkens af op de plek waar ze vertrekt en wacht haar vervolgens op waar d’r wandeling verondersteld wordt te eindigen. Op die mij onbekende plek bekijk ik de dingen, tot mijn oog aan een onderwerp blijft hangen dat in het kraam van mijn poëtica past: marginaal en toch lezenswaard voor internetlezers die scrollend, swipend en surfend mijn blog passeren. Daarom ook door mij bewust kort gehouden en geschreven in een stijl die Hilary Mantel hier als een perfect gezeemd raam omschrijft. Ik verzamel alzo elf stukjes, waardoor de reeks in zijn geheel een kroniek van de reis wordt.

zondag 5 oktober 2025

Naar de Pyreneeën

Links. Sweet memories. Verleden jaar in oktober poseerde ik, ongetwijfeld voor ’t laatst, in het deurgat van Le bourion, hoeve waar het hoofdkwartier van het plaatselijke maquis in 1944 gevestigd was. Het bouwsel bevindt zich boven de bergwand van de Puèg del Borion, Occitaans voor Hoogte van de kleine hoeve. Zelf had ik telkens een uur nodig om vanaf mijn huisje bergop naar de bourion te stappen. Rechts. Not so sweet memories. Belgen in 1940 op de vlucht voor het oorlogsgeweld. 4000 onder hen zouden zelfs de Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje oversteken.


IETWAT ONTHEEMD, zo voel ik me. Dat komt doordat ik sinds 1 augustus niet langer eigenaar ben van een vakantiehuisje in Frankrijk. Drieëndertig jaar lang ben ik erheen getrokken, minstens twee keer per jaar. En nu, in oktober, trek ik weer naar Frankrijk, maar… niet langer naar dat huisje. Ja, ‘k voel me een beetje ontheemd.
We rijden naar de Pyreneeën. (Bemoedigend vooruitzicht: we doen het via Rouen en mijden zodoende de ring van Parijs.) In Aïnhoa vervolgt Tania haar tocht over de Pyreneeën. Die route, de legendarische GR10, begint aan de Atlantische Oceaan en eindigt negenhonderd kilometer verder aan de Middellandse Zee. Verleden jaar deed ze de eerste etappe. Die ging van start in Hendaye en hield op in Aïnhoa, waar we nu naartoe rijden. Ze heeft tien opeenvolgende tochten uitgestippeld en telkens wacht ik haar op ’t einde op. Ik ben benieuwd.
Over wat ik daar zelf zal doen, verkeer ik ietwat in ’t ongewisse. Ik laat me leiden door wat zich aandient. Ik neem leesvoer mee dat met dat gebergte te maken heeft. Lisa Fittko vertelt hoe ze filosoof Walter Benjamin over de Pyreneeën heen hielp vluchten. Het andere boek is van Sarah De Vlam die het verhaal van vierduizend Belgen vertelt die op de vlucht voor het nazisme de Pyreneeën overstaken. 
Ge zult veertien dagen lang niets van me vernemen, wegens 'geen bereik.' Waarna ik u, bij leven & welzijn, op de hoogte breng van ons wedervaren.
Flor Vandekerckhove

Sarah De Vlam. Passage Pyreneeën. 2020. Uitg. Vrijdag. 304 pagina’s. Paperback. Uitg. Vrijdag. ISBN: 9789460018671.

 

Lisa Fittko Vlucht over de Pyreneeën. Mijn tocht met Walter Benjamin. 288 pp. Vertaald door Michel Bolwerk. 2023. Cossee A’dam.

zaterdag 4 oktober 2025

Joseph Cornwell en Russell Edson, een ontmoeting

Joseph Cornell (1903-1972) maakte kijkdoosjes die hij met gevonden voorwerpen vulde. De titel van dit werk, For Chiarina, verwijst naar de achterzijde van het object, waarop Cornell een afbeelding plakte van een portret van Clara Wieck, pianiste, componiste en echtgenote van Robert Schumann. (Meer erover in museum boijmans van beuningen.)


Russell Edson (1928 - 2014) leerde ik via Lydia Davis kennen, die in een interview zei: ‘(…). Ik vond de traditionele vorm van het verhaal zeer beperkend, zeer beperkend. Ik was niet blij om het te doen. Toen las ik de verhalen van Russell Edson, een Amerikaanse dichter. Hij zou die verhalen gedichten noemen, maar dat zou ik niet doen. Het zijn bizarre kleine verhalen, absurd en vreemd ()’ (°) Getriggerd door haar woorden, haalde ik in 2021 een bundel prozagedichten van de man in huis, The Tunnel: selected poems. (°°) Ik vertaalde enkele stukjes, ze staan hier
Nu, vier jaar later, haal ik dat boek weer uit de kast. Op de achterflap lees ik: ‘Net als de dozen van Joseph Cornwell is elk prozagedicht een miniatuurwereld, griezelig in zijn logica, verontrustend in zijn meedogenloze plezier, oogverblindend in zijn vindingrijkheid.’ Ha, die Joseph Cornell (1903-1972) herinner ik me. Ik woonde toen nog in Gent, ik schilderde. In Vrij Nederland stond een goed geïllustreerd artikel over Cornwells kijkdozen. Ik geraakte onder de indruk, probeerde zelf iets soortgelijks te doen… en zag dat het moeilijker was dan gedacht — IS HET DAT NIET ALTIJD?
Nu zoek ik in het boek iets van Russell Edson dat bevestigt dat zo’n prozagedicht inderdaad met die Cornwell-kijkkastjes spoort. Ik val voor een stukje uit The Marionettes of Distant Masters: Een pianist droomt dat hij door een sloopbedrijf wordt ingehuurd om met zijn vingers een piano te slopen… Da’s een zin die als kistje kan dienen, vind ik. Laat ons kijken wat Edson erin opbergt:
En dit gebeurt op zijn vensterbank. Het Kosmische Plan: Verre Meesters manipuleren kleinere Meesters die op hun beurt kleine vlindermeesters manipuleren die op hun beurt hem manipuleren... Een universum vol snaren!
(°) Lydia Davis, Art of Fiction N°. 227. Interviewed by Andrea Aguilar and Johanne Fronth-Nygren. In the Paris Review, issue 212, Spring 2015. 
 
(°°) Russell Edson. 1994. The Tunnel: selected poems. Oberlin College Press, Oberlin USA. 232 pp.

vrijdag 3 oktober 2025

Veel reuring op de begraafplaatsen

Henri Serruysziekenhuis in 1968.


DE ENE ZEGT: ‘Edouard Moreaux zou zich in zijn graf omdraaien.’ De andere beaamt: ‘En Adolphe Van Glabbeke dan, die draait zich zeker om in zijn graf.’ De ene knikt en voegt er Raymond Miroir aan toe: ‘Raymond, die draait zich meer dan één keer om.’ Ze zwijgen beiden en dan zegt een derde fluisterend: ‘Dat Henri Serruys dat nog moet meemaken!’ Ik werp tegen dat ze overdrijven en dat de ziekenhuisfusie met ’t Heilig Hart toch nooit tot geweld geleid heeft, maar de stemmen in mijn hoofd leggen me het zwijgen op: ‘Moei je niet!’ zeggen ze in koor. (Flor Vandekerckhove)

Bovenstaande drabble — fictief verhaal in exact 100 woorden — werd geïnspireerd door een tekening uit The Bullseye, Londens jongensweekblad dat verscheen van 1931 tot 1934, in totaal 183 nummers. De tekening komt uit het allereerste nummer, het verhaal dat ermee geïllustreerd werd heet The house of thrills. Wie er meer over wil vernemen, kan er hier naar kijken. Ik gebruik alleen de tekening en bedenk er een heel nieuw verhaal bij. Zo doe ik wat Jim Jarmusch me opdraagt: 'Steel alles wat je inspireert of je verbeeldingskracht aanwakkert. (…) Het gaat er niet om waar je dingen vandaan haalt - het gaat erom waar je ze heen brengt.’

donderdag 2 oktober 2025

Tom Hayden: ‘ik mis de jaren 60 en dat zal altijd zo blijven.’

Links. De activistische Tom Hayden in 1973. Rechts. Tom Hayden en zijn tweede echtgenote, Jane Fonda. Ze blijven 17 jaar getrouwd. (Photograph Columbia/Rex/Shutterstock)


IN APRIL postte ik 1968 was overal en niet in ’t minst in Chicago. Dat ging over The Trial of the Chicago 7, een proces en 't is ook een film die op Netflix te zien is. Ik zei toen al dat ik een stukje over elk van die zeven beklaagden wilde schrijven. 
Over de twee flamboyante members van de Youth International Partyis er al een post: Steal this book!, over Abbie Hoffman en Van yippie tot yuppie, over Jerry Rubin. Kleurrijker wordt het wellicht niet. Alhoewel.
Ook Tom Hayden (°1939 - 2016†) stond op dat roemruchte proces terecht. Hij was daar voor de SDS (Students for a Democratic Society), misschien wel de meest typische vertaling van wat Nieuw Links heet. Hayden deed overigens wel meer, hij richtte bijvoorbeeld ook de Indochina Peace Campaign (IPC) op, die van 1972 tot 1975 actief was. De IPC mobiliseerde onder meer de onvrede tegen de Vietnamoorlog en eiste onvoorwaardelijke amnestie voor Amerikaanse dienstweigeraars.
Na dat activisme gaat Tom Hayden in de politiek. Hij wordt vooraanstaand in de Democratische Partij, waarvoor hij verschillende mandaten vervult. Hij geraakt bevriend met Robert F. Kennedy en is een van de dragers van de kist tijdens diens begrafenis.
Van zichzelf zegt Hayden dat hij altijd ‘radicaal’ gebleven is en dat hij met trots op zijn jeugd terugkijkt: ‘Wat de toekomst ook brengt en hoe bevredigend mijn leven vandaag de dag ook is,’ schrijft hij, ‘ik mis de jaren 60 en dat zal altijd zo blijven.’ 
Of dat veel te betekenen heeft, is onduidelijk, want ook dit zegt Wikipedia: ‘Hoewel hij aanvankelijk in de Democratische voorverkiezingen voor het presidentschap in 2016 naar Bernie Sanders neigde, kondigde Hayden later aan dat hij Hillary Clinton zou steunen en op haar zou stemmen toen de voorverkiezingen Californië bereikten. Hij beweerde ook dat hij Sanders nooit had gesteund behalve in de hoop dat het Clintons beleid naar links zou duwen.’ Tom Hayden, radicaal?
Flor Vandekerckhove

(°) Tom Hayden. Reunion: A Memoir. 1988. Uitg. Ramdom House. Ook January 1, 1989 by Crowell-Collier Pr. 591 pp. (‘De activist uit de jaren zestig die in de jaren tachtig wetgever werd, hij vertelt over zijn betrokkenheid bij studentenbewegingen, zijn bezoeken aan Hanoi en de gebeurtenissen van de Democratische conventie van 1968, hij beschrijft zijn persoonlijke leven en bevestigt zijn toewijding aan het verzet.’) Tom Hayden schreef wel meer boeken. Hier staan er negentien opgelijst.

woensdag 1 oktober 2025

1 oktober: hoogtijd voor een herfstverhaal

HERFST is een van de honderden driezinnenverhalen — opening, midden, slot die ik al geschreven heb. Vergelijk ze met piano-oefeningen, we doen ’t om de stiel goed in de vingers te houden. (Flor Vandekerckhove)

Herfst — Het zwaarder wordend zwerk begint het licht te weren. Ik vertraag de tred. ’t Is herfst.


Herfst op YouTube  — Bij ’t declameren begeleid ik mezelf op de strumstick, de drummer van GarageBand houdt me in toom. De gif is van Alexandra Rybalchenko.