maandag 15 september 2025

Van het ene beeld naar het andere


NADAT IK me al wandelend een genuanceerde mening over de boycot van Lava Shani gevormd had, stootte ik thuis op een foto die me van gedacht deed veranderen. 
Lava Shani⇲ schudt de hand van onze premier, rode neus, geel strikje. De Wever was er speciaal voor naar Duitsland gereisd. Daar noemde hij de beslissing, om de dirigent uit Gent Festival van Vlaanderen te weren, racistisch en antisemitisch. ’t Is een gebruikelijke en weerzinwekkende tactiek van volksmenners om links in een kwaad daglicht te plaatsen. Weg waren, als bij toverslag, al mijn nuances. Ik verfrommelde mijn gewogen mening en mikte die recht in de papiermand. Mijn ongenuanceerde mening was nu: laat ons die boycot gewoon onverminderd doorvoeren. Wat een foto al niet vermag!
Waardoor ik nu onverhoeds zonder tekst zit, zonder onderwerp zelfs. Ik schart in mijn haar en stoot al schartend op een persiflage van Nighthawks, meesterwerk van Edward Hopper. ’t Is niet de eerste persiflage van Nighthawks en ’t zal ook niet de laatste zijn. Bekend is bijvoorbeeld de Boulevard of Broken Dreams van Gottfried Helnwein en ook dat schilderij gaf weer aanleiding tot interpretaties. Volgens mij kun je daar een heel boek mee vullen (wellicht bestaat het al.)
Vandaag toon ik Nighthawks van Marco van Bergen, een mens die ik niet ken, maar ’t kan deze zijn. De man met het wapen is William S. Burroughs. Charles Bukowski kijkt door het raam en aan de toog zit Tom Waits. Alle drie kijken ze me recht in de ogen, zeggend: laat je niet van de wijs brengen, man, draai er literatuur van. Wat ik bij deze ook doe. Bij ChatGPT gaan ze vroeg moeten opstaan, zeg ik, om beter te doen!
Flor Vandekerckhove

zondag 14 september 2025

Jonathan is zijn naam



ELKE DAG dacht ik: nog een beetje geduld, ‘t schiet me wel weer te binnen. Dat deed het niet en na veertien dagen vroeg ik ChatGPT naar ‘de persoonlijke eigennaam van een meeuw, personage uit een wellicht Engelstalig fictiewerk, voorgaande eeuw.’ ChatGPT antwoordde meteen: Jonathan.
Zo heet voortaan ook de meeuw die zich dagelijks komt voeden aan de restanten van Pollekes voederbakje, restjes die ik voor Jonathan op het muurtje leg. Wanneer ik ’s morgens mijn kamervenster opentrek, zit hij al te wachten. ’t Is een mantelmeeuw, een kleine (met gele poten in volwassenheid) of een grote (roze poten), dat moet ik nog eens goed bekijken, ik denk gele. 
Jonathan komt,  zegt Wikipedia, van Jonathan Livingston Seagull (1970), titel van een boek van de Amerikaan Richard Bach. ’t is een dierenfantasie over een filosofische meeuw die graag vliegt (de schrijver was piloot), maar wordt verstoten. Hij verandert in een zwerver, sterft, en in postume fantasiescènes leert hij steeds meer wijsheid. 
Meeuwen wekken bij ons, kustbewoners, tegenstrijdige gevoelen op. ’t Zijn wel ónze vogels — Vlaanderen, de meeuw! de kreet is hier niet uit de lucht — maar ’t zijn ook lastposten: ze schijten op onze hoofden, doorprikken vuilniszakken en stelen de frieten uit je frietzak. Ik heb het allemaal al meegemaakt. Ze zijn ook inspirerend, kijk maar: Vijf geïnspireerd door meeuwen.
Flor Vandekerckhove

P.S.: Martin Heylen schrijft me: 'De lp “Jonathan Livingston Seagull” is de moeite. Het titelnummer was een hit.' Christine Pire zegt: 'Nu blijf ik heel de dag met dat nummer in mijn hoofd zitten.'

Jonathan Livingston SeagullIk lees dat boek niet, ’t is me te newageachtig, maar ik denk wel dat de naam Jonathan in die tijd door de luchten gonsde. Tegen eind 1972 waren er een miljoen stuks gedrukt en in 1973 was er de film. De Nederlandse vertaling van het boek is uitgeput. Ik noem mijn meeuw naar zijn beroemde soortgenoot.

zaterdag 13 september 2025

Clément for president !


clément for president gonst het plots in republikeinse kringen

Misschien is ’t ietwat goedkoop van mij om op deze prinsenhistorie in te gaan, daar staat tegenover dat ik er met zo'n oneliner als eerste literatuur van maak. Oneliners? Vergelijk ze met piano-oefeningen van de pianist, kleiwerkjes van de beeldhouwer, ’t schetsboek van de tekenaar… We doen het om de stiel goed in de vingers te houden. Tegelijk maken ze deel uit van mijn zoektocht naar geschikte literaire vormen voor internetlezers die, zo heet het, vluchtig over je tekst surfen, scrollen en swipen. 
Mijn poëtische oneliners voldoen aan strenge vormvereisten, ze zijn altijd één lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in. Er is ook al een boekje van gemaakt. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook dit boekje gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be⇲ (vermeld 2HONDERD) en vind het boek meteen in je mailbox. (Flor Vandekerckhove)

vrijdag 12 september 2025

Schrijven vanuit een donkere kelderverdieping van onbekende diepte


CLOSE READING is ook nauwlettend luisteren, in dit geval naar wat de schrijver zegt in Haruki Murakami and Jazz
‘Een mens is als een huis met twee verdiepingen. De benedenverdieping is voorzien van een hall en een woonkamer. Op de eerste verdieping zijn de kamers van de gezinsleden. Ze genieten ervan daar naar muziek te luisteren en boeken te lezen. Op de eerste ondergrondse verdieping bevindt zich een ruïne, gevuld met herinneringen van mensen. Op de tweede ondergrondse verdieping is er een ruimte gevuld met duisternis. Hoe diep die is? Niemand weet het. Door af te dalen naar de eerste ondergrondse verdieping, kunnen mensen verhalen en muziek schrijven. Maar ik geloof niet dat dergelijke werken de harten van mensen raken. Dat zei F. Scott Fitzgerald al: “Als je een verhaal wilt vertellen dat anders is dan andere, gebruik dan woorden die anders zijn dan andere.” De muziek van Thelonious Monk is zo uniek dat we niet kunnen geloven dat hij zijn muziek op populaire instrumenten zoals de piano speelde. De diepte van dit soort kunst kan de harten van mensen raken. Deze kunstenaars vonden een manier om af te dalen naar de tweede ondergrondse verdieping.’
Murakami’s beeldspraak herinnert me aan Vijf kelderverhalen die ik in 2014 postte. Nu ik ze herlees, zie ik nogal wat onvolkomenheden, maar onderstaande, korte passage wil ik toch graag aan de vergetelheid ontrukken:
MAMA DRAAIDE het slotje om en ik begon aan mijn ontdekkingsreis. Mijn tactiek was simpel, zoals je dat van zo’n jong kind ook wel verwacht. Ik keek en keek en keek en fantaseerde wat ik zag. Spinnen die daar wel degelijk waren, kregen al gauw gezelschap van een muis die daar misschien ook was en van een rat die er hopelijk niet was. Die beesten werden gevolgd door mollen, regenwormen, varkens, katten, honden, slangen, een aapje dat op een miniversie van King Kong leek, twee krokodillen die uiteraard via het riool in de kelder terecht kwamen en elkaar gelukkig meteen opaten, een kelderkip met vier poten, inktvissen die niet alleen op eigen kracht uit zee kwamen maar ook veelarmig door onze straten kropen tot ze via ’t keldergat naar binnen gleden, haaien, boze wolven die sneeuwwitje opgegeten hadden, vette waterkoeien waarvan een mens zich afvraagt hoe die door dat keldergat geraakt waren, groene strandarenden, gore reptielen allerhande die ik wel kon tekenen maar niet benoemen en die vanuit exotische streken op de geur van zonneolie afkwamen, lieve eenhoorns die me toelachten, domme emoes die een kolkend geluid maakten… Alles passeerde de revue, een opzienbarende stoet van mogelijkheden en onmogelijkheden, die me vreemd genoeg niet belette op de keldertrap in slaap te vallen.

Flor Vandekerckhove

Elk najaar schrijf ik een ietwat langer essay. Dat van 2022 heette ‘Als de muziekwijze verandert, wankelen de stadsmuren’ en dat cirkelde rond Allen Ginsberg. In 2024 liet ik me inspireren door het maquis. 'Velerlei maquis' is een essay waarin een periode uit het het werk van Charles Baudelare, Paul van Ostaijen en Bob Dylan belicht wordt, meer bepaald de tijd waarin ze hun werk in het verborgene (het maquis uit de titel) produceerden. Maar in 2023 ging ik in dialoog met 'Haruki Murakami over schrijverschap'Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook dat essay 'over schrijverschap' gratis voor wie erom vraagt. Er is een PDF-versie en het is ook beschikbaar in EPUB. Ernaar vragen doe je via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het dezelfde dag nog in je mailbox valt.

woensdag 10 september 2025

Herinneringen oproepen, voor ze me ontglippen

Midden: Koen († 24 december 1974). Rechts: JP († 12 april 2024).


GEEN VAN BEIDEN kan ik ernaar vragen, ze zijn overleden, Koen lang geleden al en JP verleden jaar. Wat betekent dat ik alleen maar mijn geheugen kan inroepen. Erg betrouwbaar is dat niet, daarvan getuigen nogal wat blogposten die ik nadien moest corrigeren, iets wat ik samenvat in Bedrieglijke herinneringen.
We waren leeftijdsgenoten en kwamen halverwege de jaren zestig vanuit Bredene in Oostende terecht, waar we gelijktijdig de moderne afdeling van het college aanvatten. We werden in toenemende mate makkers, iets wat totterdood heeft voortgeduurd, wat merkwaardig is, want ik heb geen talent voor vriendschap.
Waarom begin ik daar nu over? Gisteren fietste ik naar de bib in Mariakerke - mooi weer - en terugkeren deed ik via het Maria-Hendrikapark, - ‘het bosje’. Op een bank aan het Spiegelmeer genoot ik een wijl van zon, rust, stilte en stelde ik me vragen over het beeld in ‘t midden van die vijver, figuur die de zon op 't hoofd torst; beeld, dacht ik verkeerd, dat ik daar altijd had weten staan. Tienermeisjes liepen rondjes, lerares keek toe. Waardoor ik aan de tijd terugdacht dat JP, Koen en ik de surveillanten van ’t college wijsmaakten dat we, per uitzondering, ’s middags thuis gingen eten. Gedrieën trokken we dan naar ’t bosje, waar we ons in ’t gras uitstrekten en ouwehoerden over echte en vermeende onrechtvaardigheden. Momenten die ik tot de mooiste van mijn puberteit reken, lente in de lucht, lente in ons leven. 
Is het iets wat we regelmatig deden? Is ’t maar één keer gebeurd? Waren we echt gedrieën? Was 't eens met deze, dan weer met gene en is mijn herinnering eigenlijk een selectie? Is 't überhaupt wel gebeurd? Zestig jaar later durf ik niets nog met zekerheid te stellen en, zoals gezegd, aan hen kan ik het niet meer vragen.
Flor Vandekerckhove

Nergens vind ik ter plekke enige toelichting bij het monument in ’t midden van het meer. Thuis googel ik het beeld  en zie dat het daar nog niet stond toen JP, Koen en ik er kwamen spijbelen. Een Katrien vertelt er hier bijzonder lyrisch over: ‘In het midden van het Spiegelmeer verrijst het sculptuur ZON Anima/Animus (een werk van Johan Tahon, °1965) subtiel uit het water, de wolken omhelzend, de zon op het hoofd, de blik voor eeuwig naar de hemel gericht. Het bronzen beeld (acht meter hoog) is geënt op de plek en het elliptische meer. Het is een anker, een baken, een spiegelbeeld in het Spiegelmeer. De plaatsing van het beeld was een huzarenstukje. Het staat op een sokkel in het Spiegelmeer en het bovenste gedeelte werd op 14 januari 2013 met een Seaking helikopter geplaatst. Het was een symbolische neerdaling van de nieuwe Zon op het meer.’

dinsdag 9 september 2025

Droom jij zwartwit of in kleuren?

Wanneer ik me bij 't ontwaken een droom herinner, maak ik enkele notities. Naderhand maak ik er een tekst van. Deze nieuwe droom leert me dat ik in kleuren droom, iets wat me tot gisteren onbekend was.


IN DE LUCHTHAVEN van Zaventem wacht ik op iemand die me onbekend is. Vreemd genoeg is die onbekende ook mijn echtgenote. Opdat ik haar zou herkennen maakt ze in het vliegtuig een schilderijtje. Op oker achtergond komt een groen vlak en daarin krast ze kapitalen die samen niet echt een herkenbaar woord vormen. Die manier van doen heeft als neveneffect dat ik nu weet dat ik in kleuren droom, iets wat ik gisteren nog niet wist. Het schilderijtje doet hoe dan ook zijn werk en ik herken tussen de passagiers meteen mijn onbekende echtgenote. Thuis vertel ik mijn ouders dat ik voortaan ook tijd met de echtgenote zal doorbrengen. Enthousiast zijn ze niet, maar ze begrijpen het wel. ’s Avonds is er een feest met veel percussie, ik veronderstel dat ik daarin de sound van het onbekende thuisland van mijn echtgenote herken. (Flor Vandekerckhove)

maandag 8 september 2025

Horror op de Oostendse Oosteroever

 Tekening Jo Clauwaert


VOOR EEN SCHRIJVER heeft het nog weinig zin om bijvoorbeeld een horrorverhaal te produceren. Artificiële intelligentiesystemen doen zoiets in minder dan geen tijd. Vraag aan ChatGPT: Kunt u me een horrorverhaal leveren met twee protagonisten, De laatste Vuurtorenwachter en een escort. Hij redt haar van ‘het kwaad’ door erover te schrijven. Het verhaal dient zich in minder dan honderd woorden op Oostendse Oosteroever af te spelen. ChatGPT heeft daar geen minuut voor nodig: 
In de luxe nieuwbouwwijk Oostendse Oosteroever dwaalde de escort door duistere straten. Plots voelde ze de ijzige hand van ‘het kwaad’. Haar hart bonsde, haar ademhaling versnelde. De Laatste Vuurtorenwachter zag haar angst en pakte zijn pen. Hij begon te schrijven over haar angst, haar strijd, de duisternis die haar omringde. Terwijl hij schreef, vervaagde de duisternis. Dankzij zijn woorden kon de escort ontsnappen uit de greep van het kwaad. Schrijven had haar gered. 

(ChatGPT heeft in deze Oosteroever-reeks al beter gedaan, vind ik. Hieronder staat wat ik ervan maak)

Horror
om de brode
presenteert ze zich 
vanaf haar balkon op het twaalfde
aan de Baelskaai
iedereen kan haar zien staan
dat valt ook Bram Stoker op
auteur van Dracula 
en tweedeverblijver
die naar ’t strand aan ’t wandelen is
hij haast zich naar de lift
om de escort ervan te overtuigen
aan te pappen met de graaf
en held van zijn verhaal 
wat van haar een vampier zou maken 
ik kom tussenbeide 
om de escort te redden van het kwaad
en schrijf een bordje 
dat aan de liftdeur hangt
en waarop staat
lift exclusief voor ondoden
niet ernstig zich onthouden


OP ’T EINDE van 2020 ontwierp ik een nieuwe manier van schrijven. Horror is op die manier geschreven. Mij kwam het toen ook toe deze nieuwe manier een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers werd door mij geijkt in vier geboden. (1) het provovers is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (2) de titel van het provovers bestaat uit één woord; (3) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (4) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat een spreker gemakkelijk parlando ten gehore brengt. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

zondag 7 september 2025

Succesvol schrijver en marxist in de XXIste eeuw

De schrijfster in 'Sally Rooney on Writing with Marxism⇲.'


Sally Rooney (°1991) is een jonge Ierse, succesvolle schrijver, ‘de eerste grote millennial-romanschrijfster’. Haar boeken halen massale oplagen, worden vertaald, ook in het Nederlands, en ze is een marxiste. Ze is begaan met vragen over de sociale klasse waarin zij zich als schrijver bevindt; ze is zich bewust van de machteloosheid van de roman die deel uitmaakt van de wareneconomie; de handelingen en interacties van haar personages worden bepaald, zegt ze, door de klasse waartoe ze behoren. Ze werd in 2018 geïnterviewd tijdens het Louisiana Literature Festival in Denemarken, waar je haar over dat alles kunt horen prakkiseren: Sally Rooney on Writing with Marxism. In dat filmpje zegt ze ondermeer: ‘Ik weet nooit hoe ik dat marxistische raamwerk kan doen passen met de fictie die ik schrijf. Ik weet niet wat het betekent om een marxistische roman te schrijven. En ik zou het graag weten.’ Nadat ik dat filmpje bekeken heb, denk ik dat de Franse auteur Édouard Louis daarin een veel interessanter pad bewandelt, hij zegt: ‘Zolang een groot deel van de boeken alleen bestemd blijft voor de bevoorrechte klasse, zolang ze een kaakslag blijft voor mensen zoals mijn moeder (), mag de literatuur ten onder gaan. Ik zal onverschillig aan haar sterfbed staan.’
Sally Rooney is ongetwijfeld slimmer dan ik, ze heeft langer gestudeerd, meer gelezen en dieper nagedacht dan ik, maar al dat prakkiseren over de marxistische roman is volgens mij toch bezijden de kwestie. Er bestaan uiteraard wel allerhande tendensromans, maar niets zegt dat een marxist daaraan moet participeren. Zelf volg ik singer-songwriter - en trotskist - Dave Van Ronk die zei: ‘’t Is niet omdat je een linkse meubelmaker bent, dat je linkse kasten moet maken.’⇲ Van Ronk benadrukt daarmee dat schrijven ook een kwestie van ambacht is. Ook Victor Serge is daar in zijn Memoirs of a revolutionary duidelijk over, weze het dat hij de kwestie vanuit een andere hoek benadert, de creatieve kant: 
‘Dichters en romanschrijvers zijn geen politieke wezens omdat ze in essentie niet rationeel zijn. () De kunstenaar () graaft voortdurend naar zijn materiaal in het onderbewuste, in het voorbewuste, in intuïtie, in een lyrisch innerlijk leven dat nogal moeilijk te definiëren is; hij weet niet met zekerheid waar hij naartoe gaat of wat hij creëert. Als de personages van de romanschrijver echt leven, functioneren ze zelfstandig, tot een punt waarop ze hun auteur uiteindelijk verrassen; en soms is hij behoorlijk perplex als hij hen moet classificeren in termen van moraliteit of maatschappelijk nut. Dostojevski, Gorki en Balzac brachten, allen liefdevol, criminelen tot leven die de Politieke Mens liefdeloos zou neerschieten.’
Er bestaat geen marxistische roman, er bestaat wel een marxistische literaire kritiek. Die levert een bepaalde manier om bijvoorbeeld een roman te bespreken. Een klassiek voorbeeld is de brief van Friedrich Engels aan auteur Margareth Herkness; in de Sovjet-Unie was Alexandr Voronski⇲ een interessante marxistische criticus (hij werd door Stalin vermoord); dichter bij ons heeft Ernest Mandel een indrukwekkende kritiek van de misdaadroman⇲ geschreven. Maar dat alles is wat de criticus over romans zegt. Dat mag interessant zijn en wetenswaard, maar 't is wel praat achteraf. Daar heeft de schrijver niets mee van doen: ‘For us there is only the trying, the rest is not our business.’ (T.S. Eliot.)

Schrijft Sally Rooney zo goed als de verkooppraatjes beweren? Romans moeten natuurlijk verkocht worden en recensenten zijn daarin ook maar pionnen. Ik ga die romans van Rooney niet lezen, ik voel de nood niet, maak er geen tijd voor, vraag me trouwens af wanneer mensen dat allemaal doen. Ik vind ook dat schrijvers veel te veel met romans bezig zijn; elektronische literatuur is, vind ik, veel interessanter, daar valt een literaire weg te ontdekken naar 'mensen die geen boeken lezen'. 
Op ’t net kun je ook andere teksten van Sally Rooney vinden, zoals een memoir betreffende haar deelnames aan wedstrijden in welsprekendheid, Even if you beat me⇲, en een interessant essay: Misreading Ulysses. Twee Nederlanders bekritiseren hier op YouTube een uur lang haar roman ‘Normale mensen’.  Tetterende Nederlanders, ge moet er tegen kunnen, maar ze fileren wel, in close reading, heel dat boek.

zaterdag 6 september 2025

Terug naar school

‘t LAG hier al een tijdje, ik was het gaandeweg uit ’t oog verloren. Naar aanleiding van het nieuwe schooljaar wilde ik Casper al op dag één een hart onder de riem steken of een riem onder het hart - ik zie voor ’t eerst dat de twee kunnen. Waarmee ik hulde breng aan het stripfiguurtje en zijn goede maat Hobbes. Na in de krant alles over oorlog, genocide, Trump en andere catastrofes gelezen te hebben, kom ik altijd bij Casper en Hobbes terecht, strip die er telkens in slaagt het ondraaglijke toch weer draaglijk te maken en mij zowaar telkens weer laat glimlachen. 't Is geen toeval dat de strip op 't einde van de krant staat, 't is een digestief om alle voorgaande ellende te verteren. 
U kunt Terug naar school beluisteren op YouTube, waar ook de tekst staat, ge moet maar eens luisteren, 't is onzin, maar er zit ritme in. Klik hier.
Flor Vandekerckhove

vrijdag 5 september 2025

Experimenteren met voorspelling waarzegster

De machinerieën van artificiële intelligentie produceren vandaag vlugger verhalen dan een schrijver ze kan bedenken. Wat een mens toch laat nadenken over de vraag wat literatuur dan nog kan zijn. Zelf zoek ik een antwoord in het experiment. Zo postte ik enkele dagen geleden Waaruit achteraf blijkt…, een prozagedicht. Daarna knipte ik die tekst in twee exact even grote, op zichzelf staande delen. Het eerste, Zen, publiceerde ik al. Vandaag plaats ik het tweede: ‘Voorspelling’. — Op de foto: December 1961 in de Palais Ballroom in Aldershot. The Beatles spelen er voor een magere opkomst, 18 mensen. Anderhalf jaar later worden ze supersterren.



VoorspellingZACHTJES ZINGT ZE Paperback Writer van The Beatles. Waarna ze meteen zegt: ‘Hebt gij nog vragen?’ Ik antwoord: ‘Helemaal niet, ik wil dat ge vertrekt, ik heb een literair hoogstandje af te werken.’ Ze zegt: ‘Aan dit tempo publiceert ge er driehonderd per jaar. Ik voorspel dat ge nog vijf jaar te leven hebt, wat in totaal vijftienhonderd hoogstandjes geeft.’ Ik vraag: ‘Hebt gij ook uw voorspelling, met hulp van Paperback Writer van The Beatles, daarin meegeteld?’ De vrouw zegt: ‘Dat zeg ik niet, als ik ook moet vertellen hoe al die hoogstandjes heten, moet ge dokken.’ Snel vrouwmens hoor. 

(Wanneer ik het van achter naar voor schrijf, is ’t nog steeds een verhaal, maar toch ietwat anders dan het eerste, het klopt, zij het op een vreemde manier.) 

Waarzegster — SNEL VROUWMENS HOOR die zei: ‘Als ik ook moet vertellen hoe al die hoogstandjes heten, moet ge dokken.’ Ik had gevraagd of dit verhaal meetelde in haar totaal, maar daar wilde ze dus niet op antwoorden. Wel zei ze dat het er vijftienhonderd waren, want, zei ze: ‘Ik schat dat ge nog vijf jaar te leven hebt. Als ge aan dit tempo voortdoet schrijft ge er driehonderd per jaar.’ Ik zei: ‘Ik wil dat ge vertrekt, ik heb dit literaire hoogstandje nog af te werken.’ Ze zei: ‘Hebt ge anders nog vragen?’ Waarna ze zachtjes The Beatles’ Paperback Writer aanvatte. 
 
Voorspelling en Waarzegster zijn drabbles, verhalen van exact honderd woorden. In 2019 verzamelde ik 99 dergelijke drabbles, honderd woorden-verhalen, en Delphine Lecompte schreef een voorwoord. De bundel is een e-boek en dus onbegrensd beschikbaar. De e-boeken (dit boek alleen in pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld 99): liefkemores@telenet.be.