zaterdag 6 april 2024

Tachtig dichteressen op de trap

Rob Tas en zijn echtgenote Marijke Vanhulle vormen een geëngageerd echtpaar, onder meer in ’t kader van  Amnesty International. In De Laatste Vuurtorenwachter had ik 't eerder al over oud-Bredenaar Rob Tas. Met hem en Marijke heb ik het nu over een bloemlezing die Amnesty recent uitgaf, poëzie van 80 dichteressen.


OP DE TRAP in de gang ligt een boekje, meer dan tachtig gedichten van tachtig dichteressen. Afzender Amnesty International. Ik denk: dat kan alleen van Rob Tas & Marijke Vanhullekomen, de enige activisten van Amnesty die ik ken. Ik schrijf het koppel een briefje: kies elk een gedicht, dan doe ik iets met dat boekje.
Marijke kiest voor Amanda Gorman, jonge dichteres die wereldbekendheid verwierf toen ze The Hill We Climb declameerde bij de inauguratie van de Amerikaanse president Biden. Het gedicht dat Marijke nu kiest heet Het wonder van de ochtend en de bijzonder hoopgevende tekst opent alzo:
Ik dacht dat ik zou ontwaken in een wereld van rouw. 
Elkaar verdringende donkere wolken, een stormende samenleving.
Maar op deze gouden ochtend is er iets anders. 
Iets magisch in het zonlicht, weids en verwarmend.
Mag ik daar een jeugdig antwoord in zien op Wat zijn dit voor tijden⇲ van Adrienne Rich? Misschien wel ja, we moeten daar eens een boompje over opzetten.
Rob — hier in 1966 op een klasfoto van ’t college in Oostende — kiest voor een gedicht van Nobelprijswinnaar Louise Glück. Van die dichteres vind je al iets in De Laatste Vuurtorenwachter, ik vertaalde toen haar Averno: I. Het gedicht dat Tas kiest heet Wijkend licht, dat je volledig op 't internet kunt lezen. Ik citeer twee stukjes uit een van de verzen. Eerst iets wat ik zelf ook soms denk:
Na al die jaren luisteren
zouden jullie wel weten
wat een verhaal was dacht ik.
En daarna een vers dat zo radicaal is dat ik het er zelf niet zou durven aan koppelen: 
Toen besefte ik dat jullie niet konden denken 
met werkelijke lef of passie; 
jullie hadden je leven nog niet geleid, 
geen eigen rampen doorstaan. 
Dus gaf ik jullie levens, gaf ik jullie rampen,
want schrijfgerei alleen bleek niet genoeg.

Rob — op deze foto als knaap tijdens een toneelopvoering in 1959 — over dat gedicht: ‘Hoe meer ik het lees, hoe meer ik het als een oproep zie om in alle vrijheid te bestaan; durven kritisch te zijn t.a.v. welke vorm van ideologie, mythe. Er desnoods afstand van te durven nemen. Een geweldige oproep, lees ik erin, om moedig in het bestaan te staan, en zelf verantwoordelijk te zijn voor de keuzes die men maakt: een eigen verhaal te schrijven!’
’t Is pas later dat ik te weten kom dat het boekje niet via bemiddeling van Rob en Marijke tot mij gekomen is. Grasduinend in de bundel stoot ik onverwachts op een gedicht van Maya Angelou dat ik herken als mijn eigen vertaling. Het boekje dat ik op de trap vind is een bewijsnummer dat Amnesty me opstuurt. Ooit moeten Amnesty en ik dat met elkaar afgesproken hebben — kwakkelend geheugen!


Daan Bronkhorst (Samenstelling). Het museum van de poëzie. Voor jou. 80 dichteressen. Te koop in de webshop van Amnesty International. 143 pp. Uitg. Bekking & Blitz. 2024. 

1 opmerking:

Anoniem zei

Heb ik het verkeerd voor dat de foto van Robert me niet doet denken dat die foto uit 1959 komt ?