zaterdag 31 mei 2025

De oneliner van Fécamp



TOEN IK VERLEDEN jaar in Fécamp⇲ was, schreef ik deze oneliner die ik daarom naar die stad noemde. We sliepen er naast de haven, in de auto, en zo nu en dan werd ik half wakker van havengeluidjes, meeuwen, het weer, om daarna meteen weer in te slapen. 
Zo’n poëzielijn telt altijd zeventien lettergrepen, evenveel als de haiku. Die zeventien worden niet in de drie 5-7-5-haikulijnen neergezet, maar in één horizontale lijn. Zo’n gedicht heet in de Wikipedia een monostich↗︎. Elders vind ik ook nog de term monoku↗︎. Of die termen in ’t Nederlands gebruikt worden, denk ik niet, ze staan toch niet in 't groene boekje. Oneliner staat daar wel in. Hoe dan ook, in ’t oude Griekenland deed men al aan zo’n gedichten (al weet ik nu niet meer waar ik dat vandaan haal) en de surrealisten kenden er ook wat van, Guillaume Apollinaire↗︎ bijvoorbeeld. Beatdichter Allen Ginsberg↗︎ noemde zijn oneliners American Sentences
Het schilderij dat ik ter illustratie meegeef is ‘Study of Cirrus Clouds’ van John Constable. Van mijn oneliner van Fécamp maakte ik ook een video op muziek van mijn zoon Bert en met de gif 'Black and White Rain' van Nora Simon, ge moet eens kijken: www.youtube.com/watch?v=hR9hLXv61tc.
Flor Vandekerckhove


(°) Mijn oneliners en driezinnenverhalen zijn experimenten in het maken van extreem korte verhalen. In het e-boekje 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS verzamel ik er zo 200. Het boekje heeft als bijkomende plus dat je elke titel kunt aanklikken, de link leidt je dan naar een video waarin het verhaal geïllustreerd wordt en ook te horen/zien valt, 200 YouTube-producties in totaal. EN DAT ALLES IN 1 BOEKJE ! Zoals alle digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch is ook 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS gratis. Mail erom en je bestelling wordt meteen aangepakt/ingepakt door de virtuele juffrouwen van De Weggeefwinkel. (Vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be.

vrijdag 30 mei 2025

Oud worden voor beginners (5)

A.L. Snijders (†) en Ineke Swanevelt.

‘Op sommige plaatsen verharden we 
en op andere plaatsen rotten we; 
rijpen doen we nooit.’  

IN DECEMBER 2019 trouwt A.L. Snijders (°1937 - 2021†) met actrice Ineke Swanevelt⇲ (°1943), die hij in mei van ’t zelfde jaar leert kennen. Kort voor de trouwdag publiceer ik Leren schrijven met A.L. Snijders. Martien Frijns (of was het Paul Abels?) van AFdH, die Snijders' werk uitgeeft, feliciteert me ermee, maar wijst me er schalks op dat ik de bal missla met ‘Peter Cornelis Müller is een oude weduwnaar die krakend & piepend op een afgelegen boerderij woont.’ 
Van die trouwpartij had ik geen weet toen ik dat schreef, en waar ik evenmin van wist, is dat Snijders in een mail aan L.H. Wiener had meegedeeld dat hij zich met Ineke ‘helemaal suf ligt te neuken’. Toen ik dat later vernam, zocht ik meteen Snijders’ leeftijd op — 82 ! —  wat de zeventigjarige die ik toen was een vrolijke toekomst voorspiegelde.
We zijn intussen zes jaar verder en we weten meer. Snijders is in 2021 overleden, weduwe Ineke Swanevelt heeft een boekje over hun korte echtelijk bestaan gepubliceerd, ook daarin is 't, naar verluidt, van 'suf liggen neuken.' 
Dat boekje wordt haar kwalijk genomen. André Keikesnoemt het ’een ontluisterend afscheid van de grote schrijver van kleine verhalen’. Meer zelfs, het huwelijk wordt hen beíden kwalijk genomen, toch hierdoor L.H. Wiener. En omdat Snijders aan zijn nieuwste echtgenote, thans weduwe, per testament het vruchtgebruik van zijn werk toekende, zijn ook de kinderen niet blij. Pille Müller, een van Snijders' dochters, schrijft: ‘Deze vrouw heeft zoveel kapot gemaakt. Dat ze zo’n groot podium krijgt met een boek en interviews vind ik weerzinwekkend. De andere kant van dit nare verhaal gaat zeker verteld worden ().’ 
Zelf vind ik al die perikelen niet erg interessant. Wat bij mij blijft hangen is dat ‘suf liggen neuken’ van een tachtigplusser. Ik zie het mezelf nog niet doen, vooral omdat papa me destijds geleerd heeft dat je nooit iets mag aanvatten wat je niet kan afmaken.
Flor Vandekerckhove

HAAST U, 'T ZIJN DE LAATSTE. Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

donderdag 29 mei 2025

Langs ’t hard’ zand

Links: pootjebaden in 1950 met Annie Vansieleghem. Midden: terugkerende strandgasten wachten aan het verkeerslicht van ’t Dunegat in Bredene om de Koninklijke Baan over te steken. Rechts: op 9 juni 1952 op ’t strand met Paula, jonge toeriste die bij ons, in een 'zomerappartement', de vakantie doorbracht.


BIJ TIJD EN wijle zit ik op een bank van de Spinoladijk de dingen te bekijken en telkens valt het mij weer op: iedereen is graag op ’t strand: kinderen en volwassenen, mannen en vrouwen, de jongsten en de oudsten, moslima's in lange gewaden en heidenen die nauwelijks een schaamlapje dragen, dieren en mensen, zeehonden en landhonden, meeuwen, steenlopers en strandlopers, zowel de roek, de kauw als de kraai… En pootjebaden, dat doet ook iedereen graag. Zelf mag ik zeggen dat ik ’t al heel mijn leven doe, getuige daarvan een foto uit 1950 waarop te zien is hoe jong ik ermee begin. We zijn nu dik 75 jaar later en ik doe ‘t nog steeds. En graag. ’t is bovendien gezond, zoals ’t inmiddels bewezen werd en ’t stimuleert het schrijven, zoals ook blijkt uit een boekje uit 1973 dat Langs ’t hard zand heet en waaruit ik nu een stukje citeer omdat ik dan zelf niets meer moet bedenken:
‘Men ging naar het strand voor vele uren en men was daarvoor uitgerust. Een berg boterhammen, dikwijls met peresiroop belegd en daarbij een grote fles water (kraantjeswater, want spuitwater was een luxe!), een visnet, een zak met mooie “marbels” om die van een zangerg of een “boule-à-baraque” langs kronkelende tunnels, als in een Tour-de-France-ritje te laten afglijden, soms enkele papieren bloemen en oude postkaarten, om die in een winkeltje, dat steeds in een kuil gevestigd werd, tegen schelpen te verkopen. (…)’ (°)
(°) Omer Vilain. 1973. Langs ’t hard zand. 166 pp. Uitgave De plate, Oostende. Met een voorwoord van Achille Van Acker.










HAAST U, 'T ZIJN DE LAATSTE. Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

woensdag 28 mei 2025

Twee verliefdheden in twee verhalen

A.L. Snijders (†2021)

‘() een van de beste schrijvers vind ik Isaak Babel. Toen de Russen voor het eerst de verhalen van Rode Ruiterij lazen, was dat een grote schok. Zo hadden ze het nog nooit gelezen. Ook ik was meteen verkocht en Isaak Babel was en is voor mij dé schrijver.’ A.L. Snijders in ‘De hersenen hebben al die voegwoorden helemaal niet nodig.’


VEELSCHRIJVERS ALS IK schrijven al eens ’t zelfde — maar anders  — en dat deed ook A.L Snijders. In een verhaal uit 1993 (°) vertelt hij over de eerste keer dat hij Isaak Babel leest, een openbarende ervaring (ook voor mij trouwens): ‘Het was alsof er klappen werden uitgedeeld, na ieder verhaal stond ik te duizelen.’ Zegt Snijders: ‘Het was 1962 toen ik dit las.’ Ook vertelt hij vaagweg over de omstandigheden: ‘([Ik] was verliefd, en hoewel er op die liefde niets aan te merken valt, waren er toch hindernissen. Laten we zeggen: hindernissen van maatschappelijke aard. Veel van mijn vrienden verwittigden me dan ook: ik moest er niet mee doorgaan, ik moest nog maar wat verder kijken. Broederlijke raad met hoog gezondverstandgehalte.’
Ook in De sprong (1997) schrijft Snijders over dezelfde eerste Babel-keer. Ook in dat verhaal maken we kennis met een meisje waarop hij verliefd is: ‘Ik werd verliefd op haar, maar zij niet op mij. Daarom werd het niks, de liefde moet wederzijds zijn.’ Ja, dat is toch iets anders dan een amoureus avontuur waartegen je verwittigd dient te worden. ’t Is dat afstandelijke meisje dat zei: '“Babel, Isaak Babel, die ken je toch wel?” Ik was achtentwintig jaar, een koele intellectueel, door het leven getekend, maar ik moest haar bekennen, ik had nog nooit van Isaak Babel gehoord. Die nacht las ik al zijn verhalen. De Rode Ruiterij, Verhalen uit Odessa, Verhalen en Verspreide Verhalen. Tegen de ochtend duizelde het mij, ik had een ontdekking gedaan.
In de openingszin van ‘De sprong’ staat die leeftijd ook: ‘In 1972 was ik achtentwintig jaar en erg ongelukkig.’ Toch klopt het niet: Peter Cornelis Mülleris van 1937, de auteur is in 1972 vijfendertig. Heeft hij Babel voor ’t eerst gelezen toen hij vijfendertig was? Of was hij achtentwintig? In het verhaal ‘Babel’ staat het weer anders, daar staat 1962, Snijders is daar vijfentwintig als hij Babel voor 't eerst leest.
Eerst is er die tragische liefde, Snijders vertelt erover in ‘De sprong’. Hij is een jonge leraar die aanpapt met een laatstejaars en hij wordt ontslagen: ‘() omdat ik een verhouding had met een meisje uit de eindexamenklas. De emoties namen haar zeer in beslag en ze zakte dan ook. Ik stond op straat.’ Dat zijn de vaag gehouden ‘hindernissen van maatschappelijke aard’ uit het andere verhaal. ’t Is niet het tienermeisje dat hem Babel leert kennen, het is Liesbeth van Wijngaarden, in een volgende verliefdheid van de schrijver, verliefdheid die niet wederkerig is. Ook over haar vertelt hij in ‘De sprong’: ‘Ze is toch een belangrijke vrouw in mijn leven geweest (het is niet alleen de liefde - daar draait niet alles om), want ze heeft me geattendeerd op Isaak Babel.’ 
Rest de vraag: wat moet je daar nu van geloven? Die vraag heeft wel degelijk een uitgebalanceerd en weloverwogen antwoord. Dat heeft te maken met auteur Peter Cornelis Müller die een pseudoniem hanteert, A.L. Snijders. Het is die Snijders die in de verhalen vertelt wat hem overkomt, niet Peter Müller. Snijders is én pseudoniem én personage, een door Peter Müller bewust gecreëerd misverstand. Een goed uitgewerkt voorbeeld daarvan staat in Leren schrijven met A.L. Snijders⇲, iets wat je nu zou moeten lezen, wil je dit essay tot een geheel maken. 

(°) A.L. Snijders. ‘Babel’, op p. 187 in Heimelijke Vreugde 2. 2008. Uitgeverij Thomas Rap. 288 pp. Het verhaal wordt vergezeld met een ‘brief aan de redacteur’ die gedagtekend is: 8 oktober 1993.
(°°) A.L. Snijders. ‘De sprong’. in Tijdschrift Bunker Hill. Jaargang 1 (nrs 0-3) (1997). Hier in dbnl.

Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

dinsdag 27 mei 2025

Charel, ik heb je gat gezien

Pieter Brueghel de JongeEen Vlaamse kermis, olieverf op lijnwaad. Niet gedateerd.
Musée de l’Hotel Sandelin, Saint-Omer, Frankrijk


Marsmuziek — IN DE NACHTELIJKE kerk brandt één kaars, zo heb ik het duister graag, ei zo na totaal. Wanneer ik het gebouw verlaat, blaas ik de kaars uit omwille van brandgevaar. Op ’t zelfde moment komt volk binnen voor de vroegmis, In ’t pikkedonker vrees ik een botsing met katholieken, maar mijn vrees is ongegrond, licht in de duisternis als ze zijn. Alhoewel ik dacht dat ik in een dorp in Frankrijk was, kom ik buiten in Bredene Dorp. Vlaamse kermis, pannenkoeken en visbakkers. Door een micro schalt marsmuziek: Charel, ik heb je gat gezien, Charel, ’t was lijk een vliegmachien. (Flor Vandekerckhove)

Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

maandag 26 mei 2025

Droom en daad in een Frans bergdorpje

De hoeden zijn inbegrepen. Inzet links: zo ziet de gevel er in 1992 uit, wanneer ik het huisje koop: geen ramen, er groeit een struik uit de muur. Inzet rechts: uitzicht op het dorp in de vallei, nadat ik een raam heb geplaatst.


BEGIN 1992 EIGEN ik me in een Franse bergdorpje een bouwvaltoe. Ramen noch deuren, geen plafonds, geen vloeren. Er groeit een struik uit de muur. Mijn kijk op het schrijverschap is romantisch in die tijd. In gedachten trek ik me jaarlijks op mijn berg terug en wanneer ik daar vele maanden later weer van neerdaal heb ik een vuistdik manuscript op zak, waarrond uitgevers zich verdringen om er een boek van te draaien. De voorbije drieëndertig jaar gebeurt dat ook, maar anders. Maandenlang wordt veertien dagen, vuistdik wordt extreem kort, uitgever wordt internet, verblijf wordt passage, decor wordt onderwerp (°), romantiek wordt oude knoken. En oude knoken zeggen je wanneer ’t tijd wordt om zo’n huisje te verkopen. Inmiddels is daartoe al een promesse de vente getekend, wat wij ‘compromis’ noemen, definitief wordt het halverwege juli. In Vabre laat ik een berg sentiment achter en momenten die tot de mooiste van mijn leven behoren. (Flor Vandekerckhove)

 

(°) De lijst die de onderwerpen van deze blog catalogeert, vermeldt zestig keer Vabre, dorp waar het huisje zich bevindt. — In een essay van Julia de Dreu lees ik wat 'Decor wordt onderwerp' misschien wel helpt verklaren: '() Door de ervaring () in beeld of taal te vatten, maakt de kunstenaar zich het landschap eigen. Het is niet langer een decor, een vlak beeld, maar een poreuze en veranderlijke plek. Een plek waar emotionele gewaarwordingen kunnen wortelen.' (In DSLetteren, 24 mei.)


Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be. 

Une traduction pour mes voisins français à Vabre.
Photo : Les chapeaux sont inclus dans la vente. Encart à gauche : voici à quoi ressemblait la façade en 1992, lorsque j'ai acheté la maison : pas de fenêtres, un arbuste poussant hors du mur. Encart à droite : vue du village dans la vallée, après avoir installé la fenêtre.
Une novelette (micronouvelle). 'Début 1992, je m'approprie une ruine à Vabre, village de montagne en France. Pas de fenêtres ni de portes, pas de plafonds, pas de sols. Il y a un arbuste qui pousse hors du mur. Ma vision de l’écrivain est romantique à ce temps. Dans mon esprit, je me retire chaque année dans la montagne et lorsque j'en descends plusieurs mois plus tard, j'ai dans la main un manuscrit épais comme un poing, autour duquel les éditeurs se pressent pour le transformer en livre. C’est bien ce qui s’est produit au cours des trente-trois années passées, mais d’une manière très différente. Les mois sont devenus quatorze jours, l'épaisseur d'un poing est devenue extrêmement courte, l'éditeur est devenu Internet, la résidence est devenue passage, le décor est sujet d’écriture, romantique est devenue vieillard. Et ce vieillard me dit qu’il est temps de vendre la maison. Une promesse de vente a déjà été signée, la vente sera finalisée mi juillet. Je laisse derrière moi une montagne de sentiments et des moments qui comptent parmi les plus beaux de ma vie.' (Flor Vandekerckhove) PS: Intussen hebben al mijn buren ook gereageerd, die reacties staan in de opmerkingen die je hieronder kunt aanklikken.

zondag 25 mei 2025

Hoe en waarom de kaaihoer de Oostendse Oosteroever verlaten heeft

 Links: in die tijd hadden telefoons een hoorn. Midden: de Baelskaai lang voordat het daar Oosteroever genoemd werd. Rechts: in haar boudoir lagen twee lijken.

IN DIE TIJD hadden telefoons een hoorn. En een haak, want ik herinner me dat ik de hoorn van de haak nam. Tot mij sprak de kaaihoer: ‘Je moet me helpen,' zei ze, 'het is hier een bloedbad.’ Terstond startte ik mijn Lada en reed naar haar toe, helemaal op ’t andere einde van de kaai. Ze had niet gelogen, in haar boudoir lagen twee lijken. In een ervan herkende ik De Pooier die u al kent uit Storm. Het andere slachtoffer was me onbekend. Een geldkwestie, begreep ik meteen. ‘Ik moet hier weg,’ zei de kaaihoer en ze vroeg me om haar naar ’t station te brengen. Eerst sputterde ik tegen, maar uiteindelijk gaf ik toe, waarna ik haar nooit meer heb gezien. Dat ik dat nu pas vertel, komt doordat Jessica Navin in 2013 Love Thief maakt, een superkorte film noir — minder dan vijf minuten — die sterk op dit verhaal lijkt. Of omgekeerd. Een copyrightkwestie. (Flor Vandekerckhove)

Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

zaterdag 24 mei 2025

Een dievegge en haar held, Arsène Lupin

Étretat, Frankrijk — Zelf ben ik er verleden jaar twee keer geweest, telkens goed voor een verhaal, een eerste keer in augustus en dan nog eens in november. De fotogenieke krijtrotsen op de achtergrond worden nu deels afgesloten voor het publiek: erosieproblemen, instortingsgevaar, overtoerisme. Dat laatste wordt mede veroorzaakt door de Netflix-hitserie 'Lupin', waarvan het vierde seizoen onderweg is.
't Is door Étretat en Arsène Lupin dat ik weer aan een dievegge moet denken die ik gekend heb.

IN DE LANGE lijst merkwaardige lieden die ik op mijn krinklende winklende levenspad — de adjectieven zijn van Gezelle — ontmoet heb, komt ook een dievegge voor, een inbreekster. Ze woonde in Brussel en bij nacht & ontij brak ze in bij welstellende stadsgenoten om vervolgens het aldaar gesprokkelde zilverwerk te heu verzilveren bij antiquairs die een oogje dichtknepen. Ze heeft me geleerd dat je bij inbraak beter geen zaklamp gebruikt, de lichtstraal verraadt je. De vakkundige inbreker gebruikt een kaars, waarvan het licht ter plekke blijft. Haar grote inspiratiebron was Arsène Lupin waarover ze me een anekdote vertelde: Lupin dringt het huis van een baron binnen en voor hij er met lege handen weer uit verdwijnt, laat hij een kaartje achter: ‘Arsène Lupin, gentleman-inbreker, komt nog wel eens terug wanneer hier authentiek meubilair staat.’ Quelle honte! (Flor Vandekerckhove)


Maurice Leblanc, auteur van de reeks boeken met gentleman-inbreker Arsène Lupin in de hoofdrol, woonde in Étretat. Zijn huis is daar een toeristische bezienswaardigheid. Een van die Lupin-verhalen, De holle naald, speelt zich af in zijn woonplaats. De holle naald is in de Nederlandse vertaling van Lianne Speur als e-boek te koop bij Uitgeverij Oevers. 2021. 240 pp.

vrijdag 23 mei 2025

Schrijven als was het een ristretto

BEGIN 2022 VATTE ik een nieuw experiment aan. Ik nam me voor 200 verhalen van nauwelijks drie zinnen te schrijven: opening, midden, slot, telkens één zin. Mijn doelstelling — 200 stuks — werd lang geleden al bereikt, een keuze ervan kwam in een boekje terecht. (°) Nadien hield ik er niet mee op, ik bleef driezinnenverhalen schrijven, als oefeningen in extreem kort schrijven, ten behoeve van internetlezers die zoals je weet een korte spanningsboog hebben, net als ik trouwens. 
Wat mooi is: sommigen noemen zo’n extreem kort verhaal een ristretto, naar analogie met het koffietje dat je in één teug uitdrinkt. (Flor Vandekerckhove)

P.S.: Van Een vreemde gewaarwording werd ook een videoopname gemaakt. Die staat hier.

Een vreemde gewaarwording

Een vreemde gewaarwording — In de kamer overviel me een vreemde gewaarwording. Er was nochtans geen reden tot ongerustheid. Een waaier wind die langs mijn wilde haren woei was al wat er was. 

(°) EEN VREEMDE GEWAARWORDING is een driezinnenverhaal. Mijn oneliners en driezinnenverhalen zijn experimenten in het maken van extreem korte verhalen. In het e-boekje 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS verzamel ik er zo 200. Het boekje heeft als bijkomende plus dat je elke titel kunt aanklikken, de link leidt je dan naar een video waarin het verhaal geïllustreerd wordt en ook te horen/zien valt, 200 YouTube-producties in totaal. EN DAT ALLES IN 1 BOEKJE ! Zoals alle digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch is ook 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS gratis. Mail erom en je bestelling wordt meteen aangepakt/ingepakt door de virtuele juffrouwen van De Weggeefwinkel. (Vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be.

donderdag 22 mei 2025

Delmore Schwartz leren kennen (een inleiding)


’t IS VIA KRIS Verdonck dat ik voor ’t eerst iets van Delmore Schwartz verneem. Hij wijst me erop dat Lou Reed door die dichter beïnvloed werd en dat hij hem in My House(1982) bezingt: ‘My friend and teacher occupies a spare room / He’s dead, at peace at last the wandering Jew / Other friends had put stones on his grave / He was the first great man that I had ever met.’ (°) Elders zegt Reed dat Schwartz hem leerde dat je ‘met de simpelste taal die je je kunt voorstellen en heel kort, de verbazingwekkendste hoogten kunt bereiken.’ Iemand als ik, die er een erezaak van maakt het kort te houden, wil daar dan meer van weten.
Ik haal ’s mans biografie in huis (°°) en liever dan zo’n boek meteen lineair te verorberen, ga ik grasduinen, terwijl ik tegelijk ’t internet afstruin om her & der iets over leven & werk van die mens te plukken. Dat heeft al gerendeerd in een handpalmverhaal, waarbij ik de dichter ontmoet op mijn lievelingswandelpad: Op een bank van de Spinoladijk.
Wat ik onderweg leer is dat de dichter vooral bekend is door een prozawerk, een kort verhaal, In Dreams Begin Responsibilities (1935). Dat werd in ’t Nederlands vertaald en die vertaling lees je hier. Dank zij computervernuft kun je zelfs de Nederlandse tekst lezen terwijl je tegelijk luistert naar het Engels zoals Delmore Schwartz het zelf voorleest. Of zoals ’t gelezen wordt door Lou Reed, diens leerling.
Ik hou ermee op, weze het voorlopig. Ik wil me eerst verder in de biografie verdiepen, ook de poëzie van Delmore Schwartz leren kennen, misschien een gedicht vertalen, ik wil meer weten over de concrete invloed op Lou Reed en ik wil weten wat de participanten elkaar vertellen, op 17 mei, tijdens een videomeeting waarin ze ’t hebben over Delmore Schwartz, Marxism and the Modernist Poet.
Flor Vandekerckhove

(°) Ook European Son is een Reed-song voor Delmore Schwartz. Sterling Morrison van Velvet Underground zegt over die inspiratiebron: ‘Iedereen denkt dat het komt doordat het nummer thematisch passend is: "You killed your European son/you spit on those under 21". Dat klopt misschien wel, want Delmore was de zoon van Joodse emigranten en een groot dichter, die nooit werd geaccepteerd, maar de echte reden is dat het slechts twee strofen tekst en een lange instrumentale pauze bevat. Delmore vond rock-'n-rollteksten het ergste wat hij ooit in zijn leven had gehoord; hij verafschuwde songs met woorden. Omdat dit onze grote instrumentale uiting op het album was, hebben we het aan hem opgedragen.’
(°°) James Atlas. Delmore Schwartz. The Life of an American Poet. 1977. Uitg. Farrar, Straus & Girox. 417 pp.

woensdag 21 mei 2025

Oud worden voor beginners (4)

Robert Lenkiewicz (°1941 - 2002†) groeide op in een Londens hotel dat in feite een tehuis voor oudere Joden was geworden, omgeving die hem danig wist te inspireren. Zijn Old Age Project (1979) getuigt ervan. Het schilderij heet ‘Geriatrische afdeling - Seniele dementie.’

‘Het vreemde aan ouder worden is dat de intieme identificatie met het hier en nu langzaam verloren gaat; men heeft het gevoel dat men in het oneindige terecht is gekomen, min of meer alleen, niet langer in hoop of angst, maar alleen nog observerend.’  Albert Einstein in een brief aan de Belgische koningin Elisabeth (12 January 1953. Ik zoek het even op: Einstein is 74 wanneer hij dit zegt).

LEEFTIJDSGENOTEN HOUDEN ELKAAR op de hoogte. Zo weet Ivan me te melden dat zijn pillenconsumptie met suiker en cholesterol van doen heeft. Ik schrijf terug: suiker en bloeddruk. Norbert vraagt in 2022 aan een dokter of er leeftijdgenoten zijn die géén pillen voorgeschreven krijgen. Neen, antwoordt die dokter, zo’n leeftijdsgenoten bestaan niet. Dat vertel ik kort daarna aan Ginette. Niet zonder trots spreekt zij die dokter tegen, zij neemt geen pillen, géén! Niet dat het iets betekent hoor, Ginette is eind augustus 2023 overleden. Tot zover mijn leeftijdsgenoten. Op mijn wandeling naar de vuurtoren kom ik ook mensen tegen die nóg ouder zijn. Eergisteren was dat Annick die me zei dat ze wéér gevallen was. Ze zat op een stoel en daarna lag ze op de grond, de val zelf blijft voor haar in 't ongewisse, ze wacht op uitslag van ’t onderzoek. Daarna zag ik Willy die nu met de rollator wandelt, ook hij is al menig keer gevallen. Twee scans leverden niets op, een derde leidt ertoe dat zijn gal verwijderd is. Nadien, terwijl ik verder stap, bedenk ik dat de uitdrukking met vallen en opstaan een wel erg fysische betekenis krijgt in de ouderdom. En, zo vraag ik me in associatie met dat vallen en opstaan ook af: hoe zou het inmiddels met Jean Blaute(°1952) gaan? 
Jean Blaute. Met vallen en opstaan. 2022. Uitg. Lannoo. 272 pp. 'Deze biografie is geen droog overzicht. Naast talloze anekdotes, bv. over zijn korte carrière bij de vuilnisdienst in New Orleans, belicht het boek ook zijn hang naar melancholie, het vermoeiende imago van guitig vrolijk Fransje en zijn afkeer van parasieten in de muziekindustrie.' 

Eerdere posts in de reeks Ouder worden voor beginners: hier, daaren ginder.

dinsdag 20 mei 2025

Luister naar wat deze Vlaamse te zeggen heeft

Brigitte Herremans.

Brigitte Herremans (°1979) is iemand met stevige standpunten betreffende Gaza: ‘Er is een genocide aan de gang. Ik heb geen geduld meer met mensen die zeggen dat dit een “complex” probleem is.’ En ze is het ook waard is om naar te luisteren. Zoals bijvoorbeeld naar wat ze hieronder zegt:
‘() DE MENS IS een wezen dat meerdere waarheden kan verdragen. Je kan zeggen dat Israël een koloniale staat is die in onrecht werd geboren. En je kan tegelijk vinden dat Israël bestaansrecht heeft. Je kan afstand nemen van de terreur van Hamas. En je kan tegelijk zeggen dat de strijd tegen terreur wordt ingezet om illegale doelstellingen te verwezenlijken. Je kan van mening zijn dat de Shoah onvergelijkbaar is met enig ander onrecht in de wereld. En je kan tegelijk zeggen dat antisemitisme niet mag misbruikt worden om elke kritische discussie over Israël of het zionisme dood te slaan. Ik ben erg ontgoocheld in de Israëlische elite, in mensen als Harari of David Grossman. Er volstrekt zich een genocide, maar ze doen er het zwijgen toe.’ (°)
Over de genocide in Gaza postte ik in 2024 al Kritiek uiten op Israël, mag dat?. En toen mijn geestesgenoot Ken Loach antisemitisme aangewreven werd omdat hij kritiek op de staat Israël uitte, publiceerde ik in 2018 Handen af van Ken Loach!.
Flor Vandekerckhove

(°) In DS, zaterdag 17 mei 2025, in een interview van Ruud Goossens.

maandag 19 mei 2025

Aan de Place Marie-José

Tramhalte Marie-Joséplein Oostende waar dit verhaal van start gaat.

AAN DE PLACE spreekt een man me aan: ‘Als dat De Laatste Vuurtorenwachter niet is!’ Ik spreek hem niet tegen. ‘Hebt gij mijn post over Guy de Maupassant al gelezen?’ vraag ik, omdat ik in hem een lezer vermoed. ‘Godver neen,’ antwoordt hij, ‘waarom zou ik?’ Dat stukje werd inderdaad door geen veertig mensen bekeken. ‘En mijn post over Delmore Schwartz,’ vraag ik vervolgens, ‘leest gij dát?’ Zegt de man meteen: ‘Welzeker, dat passeert langs de Spinoladijk.’ Gelukkig eist het verhaal dat daar ook een vrouw staat die het gesprek voor u van duiding voorziet. ‘Beide stukjes gaan over schrijvers. Het ene krijgt nauwelijks pageviews, het tweede telt er meteen vele honderden. Hoe komt dat?’ Ze geeft zelf het antwoord: ‘Dat komt doordat de auteur het tweede als zijnde een Oostends verhaal vertelt.’ De man pikt weer in: ‘Daar valt voor een schrijver wel iets van te leren, dacht ik.’ Terwijl ik zijn blik ontwijk, zie ik vanachter de hoek de tram naderen. In het geharrewar van ’t opstappen waak ik er wel over dat ik ver van die twee ga zitten. De vrouw roept me nog luid na: ‘En een schone foto van de Place Marie-José, dat helpt ook.’ 
Flor Vandekerckhove

Aan de Place Marie-José begon te kiemen toen ik constateerde dat mijn stukje over de literaire krachtpatser Guy de Maupassant haast door niemand bekeken werd, terwijl Gisteren op de Spinoladijk, over Delmore Schwartz — evengoed een schrijver — al na enkele uren vele honderden views telde. Ik vroeg me af hoe dat kwam en vond de verklaring in dit nieuwe verhaal. — Ter verstrooiing plaats ik hiernaast een gif van een schrijvende F. Scott Fitzgerald(°1896 - 1940†), succesvol auteur die, in tegenstelling tot ondergetekende, altijd proper geschoren het werk aanvatte. Maar goed. Wie nog tramverhalen van mij wil lezen, vindt er tien in het verzamelstukje De poëtische tienrittenkaart veraangenaamt de dienstregeling van De Lijn⇲.

zondag 18 mei 2025

Jerry Rubin: van yippie tot yuppie

Op de foto: Jerry Rubin neemt het woord in 1969, tijdens hoogdagen van de contestatie. Rechts: cartoon van Campbell, voorstellend Jerry Rubin, half revolutionair, half zakenman. 


In april postte ik 1968 was overal en niet in ’t minst in Chicago. Dat ging over The Trial of the Chicago 7, film die op Netflix te zien is. Ik zei toen ook dat ik over elk van die ‘verdachten’ een stukje zou schrijven. Moet ik, voor wat Jerry Rubin betreft, vooraf het verschil uitleggen tussen een yippie en een yuppie?

KLEURRIJKE FIGUREN, daaraan heeft het linkse activisme van de sixties geen tekort. Jerry Rubin (°1938 - 1994†), een van de zeven die in Chicago terechtstaan, is zo'n geval. Wanneer hij de Youth International Party mee opricht, heeft hij al een lange staat van dienst, iets wat hij trouwens van thuis meekrijgt, zijn moeder was actief bij de Teamsters. Meer dan anderen beseft hij dat ‘... [H]oe visueler en surrealistischer de stunts zijn die we bedenken, hoe makkelijker het is om het nieuws te halen’, de happening viert hoogtij. Ik denk wel dat ik de yippies met Provo mag vergelijken.
Hoe vergaat het Jerry Rubin eens het traangas is gaan liggen? Yippie wordt yuppie, Rubin gaat in zaken, zo ook in de verkoop van een drankje dat aan de consument gebracht wordt met multi-level marketing, soortement legaal piramidesysteem, hij wordt rijk. De ironie van het verhaal wil dat Bobby Seale, oorspronkelijk medebeklaagde in Chicago, een van zijn verkopers wordt.
Rubins overlijden is roemloos. Hij komt onder een auto terecht, terwijl hij, op weg naar zijn penthouse, onvoorzichtig een brede boulevard oversteekt. Hij wordt nauwelijks 56.
Er is een biografie, (°) een kroniek van Rubins leven, waarin hij evolueert van anti-oorlogsactivist tot 
zakenman met pak en stropdas, succesvol verkoper van groene energie/gezonde voeding. Er staat ongetwijfeld veel in dat boek waar ikzelf niets van afweet, zoals ook dit wat Varietyciteert: ‘Men kan Rubins verwarde pogingen volgen om Dylan, Lennon en Ono in zijn onsamenhangende anti-Nixon-agenda van 1972 te betrekken.’ Hoezo? Was Dylan in die tijd nog tot zoiets bereid? ‘Nee, hij gaf geen enkele aanwijzing. Het was een droom dat Dylan het zou doen; er was geen hard bewijs. Ik hoopte eigenlijk dat John en Dylan een nieuwe band zouden vormen. Ik dacht dat we zowel muziekgeschiedenis als politieke geschiedenis konden schrijven. Ik dacht dat het de jaren 60 nieuw leven in zou blazen, dat was mijn plan. Dit was in een tijd dat de jaren 60 ten einde liepen, maar niemand wilde dat echt toegeven ().’
(°) Pat Thomas. Did It! From Yippie to Yuppie. Jerry Rubin. An American Revolutionary. 2017. Uitg. Fantagraphics. 304 pp. 

zaterdag 17 mei 2025

Pootjebaden is gezond, zegt ook ChatGPT

Links: na het waden, op 6 maart 2025. Midden: Pootjebaden, handgedrukte linosnede van Yvette Schoenmakers. Rechts: ik sta blootsvoets op de golfbreker (in een mij onbekend jaar).


Pootjebaden, velen houden ervan en ik ook. ChatGPT somt er desgevraagd de vele gezondheidsvoordelen van op, ik schrijf ze hieronder gewoon over. Ge kunt mij verwijten dat ik het me op die manier wel heel gemakkelijk maak en ge hebt gelijk. Beschouw het als voorbereidend werk op iets wat nog moet komen. Nu naar zee!
ER BESTAAT WETENSCHAPPELIJK bewijs dat waden in zeewater – of zelfs gewoon pootjebaden – gezondheidsvoordelen kan hebben. Hoewel het onderzoek op dit gebied nog beperkt is en vaak indirect, zijn er een aantal fysiologische en psychologische effecten bekend die positief zijn voor de gezondheid. Ten eerste lichamelijk: (1) Het koude water van zee veroorzaakt vaatvernauwing gevolgd door vaatverwijding, wat de bloedcirculatie stimuleert. Dit is vergelijkbaar met het effect van een wisseldouche of koudetherapie; (2) Koud water kan ontstekingsreacties in het lichaam verminderen. Regelmatig contact met koud water (zoals waden) kan spierpijn verminderen en het herstel bevorderen. (3) Zeewater bevat mineralen zoals magnesium, natrium en kalium, die mogelijk gunstig zijn voor bepaalde huidaandoeningen zoals eczeem en psoriasis. Het effect is niet bij iedereen hetzelfde, maar sommige mensen ervaren verlichting van klachten. (4) De beweging van het water en de afwisseling van temperatuur kunnen de lymfedrainage bevorderen, wat helpt bij het afvoeren van afvalstoffen uit het lichaam. Daarnaast zijn er psychologische voordelen: (1) Waden in de zee, zeker in combinatie met zon en natuur, stimuleert ontspanning en vermindert stress. Studies tonen aan dat contact met natuur (zogenaamde blue spaces) een kalmerend effect heeft op de hersenen en stresshormonen verlaagt; (2) De ervaring van koud of zacht bewegend water rond de voeten kan een meditatieve werking hebben. Dit helpt om in het moment te zijn, wat goed is voor het mentale welzijn en (3) Contact met natuurlijke elementen zoals water draagt bij aan een gevoel van verbondenheid, wat op zijn beurt weer het subjectieve welzijn verhoogt.
‘Als je wilt,’ voegt ChatGPT daar nog aan toe, ‘kan ik je ook verwijzen naar specifieke wetenschappelijke artikelen of populaire samenvattingen van deze onderzoeken.’ Dat is voor mij niet nodig, ik ben al lang overtuigd. Ik sta ook niet alleen in die overtuiging, hiernaast zie je der Knieguss, onderdeel van de kneippkuur uit 1894, , kuur waarin pootjebaden ook een rol speelt.