— We zien niet allemaal hetzelfde in de achteruitkijkspiegel van ons leven. — |
Je herinneringen stroken niet noodzakelijk met die van anderen. Ze
worden mee bepaald door de plek die je zelf in de gebeurtenissen inneemt, het oogpunt
van waaruit je de dingen — toen en nu — bekijkt.
Komt het daardoor dat ik andere herinneringen heb dan de mens die mij
daar onlangs over aangesproken heeft? Die mens voelt zich door mij een beetje tekortgedaan. Ik vernoem hem te weinig en anderen te veel. Ja, ik spreek nu
een beetje in raadsels, dat komt doordat hij het me in vertrouwen vertelt. Ik leer er uit dat ik een beetje moet oppassen.
Erg is het allemaal niet, vandaar dat ik het in bovenstaande zinnen zoveel keer over een beetje heb, maar toch… Die tijd mag inmiddels ver achter ons liggen, dat geldt blijkbaar niet voor de gevoeligheden.
Erg is het allemaal niet, vandaar dat ik het in bovenstaande zinnen zoveel keer over een beetje heb, maar toch… Die tijd mag inmiddels ver achter ons liggen, dat geldt blijkbaar niet voor de gevoeligheden.
Laat me de kwestie met een voorbeeld illustreren. Weer neem ik je mee
naar het Bredene van mijn prille jeugd. Niet zover van de oude molen ligt in die tijd een poel.
Die koeienput wordt van de weg gescheiden door een houten balk. Waarop
wij, spelende kinderen, tijdens die mooie zomerdag steunen, wellicht om in die poel naar salamanders te speuren.
John Brouwers komt ons daar vervoegen, dat ga ik niet gauw vergeten.
Ook hij leunt nu op de balk. Voor dat oude, rottende hout is het een kind teveel
en de balk begeeft het. Waardoor wij in het gore water vallen. Vaag meen ik me te herinneren dat ook Norbert Olders een van de
drenkelingen is.
Ik herinner me goed dat je tijdens zo’n korte val merkwaardig veel
gedachten ontwikkelt. Ik herinner me ook dat John Brouwers vlug op zijn fietsje springt
en ervandoor gaat. Hij is niet in het water gevallen. Ik herinner me dat hij ons
sardonisch uitlacht tot hij uit het zicht verdwenen is. Ik herinner me vooral
dat ik tot mijn middel in dat stinkende zootje sta.
Ik vraag me af hoe John zich dat voorval herinnert, want ja, zijn
gezichtspunt verschilt danig van het mijne: ik zeikende nat, beneden
in die koeienput; hij hoog & droog wegrijdend op zijn fietsje. Ander
gezichtspunt, andere gevoeligheden, andere herinnering. Misschien herinnert hij het zich zelfs helemaal
niet meer.
Nadien zijn we onze kleren gaan uitwringen in de bosschages. Misschien
is dat laatste geen herinnering, maar een toemaatje, want ik wil al lang een stukje
schrijven waarin het woord bosschages
voorkomt. Betere gelegenheid zal zich niet gauw voordoen.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten