— IBIS-leerlingen in 1912 — |
WANNEER de Grote Oorlog in 1914 ontbrandt zijn er in IBIS achttien kinderen die nergens terecht kunnen. Ze worden op een schip gezet en
overgebracht naar Milford Haven in Engeland. Daar zullen ze, onder de hoede van hun
Belgische opvoeders, de oorlog doorbrengen. Prosper Wuylens is er hun
directeur. Wuylens correspondeert daar met Bernard De Koninck, een van zijn
oud-leerlingen. In het jaarboek van de Bredense heemkring Ter Cuere heeft Erwin
Mahieu die correspondentie gepubliceerd. (*) De Koninck laat de directeur in zijn eerste brief weten dat hij zich
als oorlogsvrijwilliger gemeld heeft. Het is de start van een indrukwekkende reeks brieven. Ik haal er enkele citaten uit.
Op 9 mei 1915 is het zover: ‘Met veel blijdschap laat ik u weten dat ik naar het front vertrekt den 15 Mei (…)’. — Op 25 mei heeft hij al zijn vuurdoop meegemaakt: ‘De derde dag dat wij in de tranchee zaten wij in volle vuur van de kanonen van beide kanten en van onze geweeren en de mitrailleuzen (…)’. — 4 juni 15, er vallen slachtoffers: ‘(…) de laatste dag hebben de duitsche een onzer vliegers neergeschoten (…) hij viel 100 meters voor onze ligne’. — Maar De Koninck houdt de moed erin. Op 14 juli 15 schrijft hij: ‘(…) ik heb vaderlandsliefde (…) om tegen de duitsch te vechten en om ons vaderland te verdedigen.’Op den duur slaat de sfeer om. De berichten worden angstwekkend. 11 september 15: ‘gans de tranchee is van stukken gereten en nu moeten wij het vermaken binst de dag en nacht onder het vuur der geweren maar dat is niets, en hebben al eenige geblesseerde en 2 dood (…)’ — 29 september: ‘waar wij naartoe trekken daar is het niet te goed.’ — 8 oktober: ‘(…) altijd hetzelfde met bommen smijten en met geschot van de kanons en er zijn altijd eenige geblesseerde en eenige doodde maar daarvoor is het oorlog.’ — 4 februari 1917: ‘En er zijn veel mannen die ziek en zelf als gestorven zijn van de koude in de tranchee, want als wij 14 uren moeten de wacht staan binst de nacht is dat is niet plezant.’ — 27 oktober 17: ‘(…) dat het wederom slecht begint te gaan koud en veel water en slijk en koud aan de voeten des nachts in de tranchee, maar het is voor het Vaderland.’
Bernard De Koninck schrijft zijn laatste brief op 4 september 1918. Hij
sneuvelt op 28 september 1918. De vrijwilliger heeft het einde van de Groote Oorlog niet mogen meemaken.
(*) Erwin Mahieu. Bernard De
Koninck 1895-1918. Ibisjongen en oorlogsvrijwilliger. In Jaarboek Ter
Cuere 2015. Ps 25-60. Meer info bij ter.cuere@telenet.be⇲.
1 opmerking:
Mooi aangrijpend verhaal
Een reactie posten