Het citaat van Kafka dat me inspireerde. |
Toch botste ik tegen iemand aan. Ik probeerde de botsing te
negeren en verder te stappen, maar de man nam me bij de arm,
keek me recht in het gezicht en zei fluisterend: ‘Franz Kafka is dood.’ Nu keek ook ik hem aan. Rood doorlopen ogen. Baardstoppels. Om het gewicht van zijn mededeling te
accentueren trok hij de wenkbrauwen omhoog en de mondhoeken naar beneden. Terwijl ik een passend antwoord
probeerde te bedenken, stapte hij alweer verder.
Ik haalde de andere
kant van de kamer. Links naast de deur zat een man
achter een lege tafel, een deurwachter. Ik knikte vaag en greep de klink vast. De man schoot recht en probeerde zich tussen mij en de deur te plaatsten. Ik moest kordaat
reageren. Ik legde mijn
hand op zijn schouder en zei fluisterend: ‘Franz Kafka is dood.’ Hij schrok hevig. Net als die andere mens dat gedaan had trok ik de wenkbrauwen op. Vervolgens wees ik naar de deur in
de hoop dat hij zou begrijpen dat dit overlijden
mij noodzaakte om iets te gaan doen. Hij nam zijn sleutelbos, opende de deur, liet me passeren en
wenste me veel succes toe.
Achter me viel de
deur dicht. Ik hoorde hoe de deurwachter het slot omdraaide. Ik stond in
een kamer vol drukdoende bedienden. Ik bevond me op verboden terrein en geraakte in paniek. Aan de andere kant van de kamer zag ik een deur. Dat was
mijn kans…
Flor Vandekerckhove
1 opmerking:
oh. Griezelig!kafkaësk!oew de deurwachters...don't let them hit you with their rhythm sticks ;-)
Een reactie posten