Zij was Iemand Anders. Ze was niet jachtig, niet schichtig, niet gesloten, niet beschaamd. Ze gedroeg zich als de vogelen des hemels. Zij zaaide niet en maaide niet en bracht niets bijeen in schuren. Ze was zoals de leliën des velds en niet bezorgd om kleding. Ze ontkleedde zich voor het raam en bekommerde zich niet om de blikken van een oude man die vanop afstand naar de dingen keek. Iemand Anders werd, dat begrijpt u wel, een kleine obsessie. Hij keek alleen nog maar naar haar. Zich schuldig voelen deed hij niet, evenmin was hij bezorgd voor de gevolgen, want elke dag had al genoeg aan zijn eigen kwaad. Dat laatste ondervond hij aan den lijve toen de bel overging en Iemand zich voorstelde als de echtgenoot van Iemand Anders.
Flor Vandekerckhove
Flor Vandekerckhove
Deal
Geen opmerkingen:
Een reactie posten