— Om de rechterlijke macht te bedanken voor de verkregen gunst, doneer ik hierbij een gehandtekende fotografische afbeelding van mevrouw Cafmeyer M. — |
Je weet dat de overheid mijn huis doorzocht heeft, ik heb dat hier al verteld. Enkele weken later deelde griffier Stephanie me mee dat de raadkamer op
vrijdag de dertiende over mijn doorverwijzing naar de
correctionele rechtbank zou beslissen. Ondanks de datum was ik er gerust in. Dat veranderde toen ik die brief aan iemand toonde
die op de rechtbank werkt. ‘Heb je al
een advocaat?’ vroeg hij. Hij trok zijn wenkbrauwen op en uitte de niet mis te verstane woorden: ‘Je zou er goed
aan doen er een te nemen.’ Omdat zijn wenkbrauwen ook daarna schrikbarend hoog bleven staan,
wist ik dat hij gelijk had. Met die advocaat toog ik naar Brugge. Stephanie zei eerst iets kort & bondig, waarna de procureur het woord nam & zeide: ‘Gezien blablabla, geen blablabla maar verboden en
blabla ofwel blablabla en verdovende alsmede blabla en de wet blablabla stimulerende blablablablabla planten artikel zoveel en
zoveel, daarenboven substanties blablaba en veel vijven en zessen,
beveel ik de doorverwijzing naar de correctionele rechtbank aan.’
Had de politie me niet eerder gezegd dat het niet zo’n
vaart zou lopen? Was ik in een boek van Franz Kafka terechtgekomen? Dat was ongeveer ook wat mijn advocaat vervolgens zei. En in een adem
ging hij verder, zeggende welke belangrijke rol meneer Vandekerckhove in het
culturele leven speelt, dat hij de hoeder — dat zijn zijn woorden hé, de hoeder! — is van de visserscultuur, een
veelgelezen blog heeft en op 26, 27 en 28 mei optreedt in De Grote Post, samen met
grootheden als Maaike Cafmeyer, Johan Verminnen, Patrick Riguelle, Martin
Heylen, toetsenman Serge Feys en Maaike Cafmeyer… Ja, die naam vermeldde hij
twee keer. De onderzoeksrechter vroeg aan de procureur wat hij ervan dacht. ‘Mmmm…’, antwoordde deze, ‘als dat waar is van Maaike Cafmeyer, dan
is die doorverwijzing geenszins nodig.’ Meer had die rechter niet nodig.
Hij verleende me de gunst van de opschorting en wenste me een goede nachtrust toe — dat deed hij echt, ik zweer het. Waarna het de beurt was aan de
volgende. Terwijl ik naar buiten toog en die volgende naar binnen, keek ik in de bruine
ogen van een zwarte medemens die om soortgelijke redenen opgeroepen was. Hij
zag er niet uit als een hoeder van enige cultuur en evenmin als iemand die
met Maaike Cafmeyer op de affiche stond. En ik wist dat hij de pineut zou zijn,
want de wet is wel voor iedereen gelijk, maar voor sommigen is hij toch iets
meer gelijk dan voor anderen.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten